Santana @ Sportpaleis

Santana mist spontaniteit en verwart vuur met volume.

Hoogtepunt: ‘Black Magic Woman/Gypsy Queen’ en daarna ‘Oye Como Va’ – weinig op af te dingen

Dieptepunt: na vier nummers worden we al vergast op een solerende bassist die ‘Imagine’ speelt en op een einde- én waardeloze drumsolo

Beste quote: “There is a choice to make this the best day of our lives.” (we doen ons best, maar we vrezen ervoor)

Carlos Santana. Hoewel de gitarist behoort tot de schare inmiddels iconische artiesten die dik veertig jaar geleden op het legendarische Woodstockfestival speelden, ligt hij niet echt goed in de markt bij mensen met een hart voor rock ’n roll (laat staan de journalisten onder hen). Dat begon toen hij, geïnspireerd door muzikanten als Miles Davis en John Coltrane (van wie hij, ook vanavond, ‘A Love Supreme’ coverde), zijn latin rock ging aanlengen met jazz (vonden wij nochtans prima). Dat beterde niet bepaald toen nadien één voor één alle oorspronkelijke bandleden afdropen en hij vijfentwintig jaar lang verwaterde versies bleef serveren van de stomende sound die hij op zijn eerste paar platen etaleerde (vonden wij al wat minder). En dat ging helemaal de verkeerde kant uit toen hij in 1999 enkele R&B-zangers voor zijn kar spande en met ‘Maria Maria’ opnieuw een wereldhit scoorde.

Maar hoe brengt de man het er vandaag live vanaf? Niemand zal ontkennen dat Carlos Santana in se een uitstekende muzikant is, en dus zou hij met een pracht van een liveband en een keur aan oude kleppers toch nog wel eens een Sportpaleis op zijn kop moeten kunnen zetten, niet? Dat laatste is alleszins gelukt: of er nu glimmende hardrock of Latijns-Amerikaanse hoempapa uit de luidsprekers kwam geschald, u daar in het publiek veerde vlotjes recht om een dansje te doen. Maar dat doet het publiek bij die andere publieksvriendelijke krullenbol André Rieu ook, dus rest de

vraag: was dit concert ook muzikaal de moeite waard?

Dat is een vraag die je niet zomaar met ja of nee kan beantwoorden.

Enerzijds waren we niet zo opgezet met de vlotte huurlingen waarmee Santana tegenwoordig zijn podium vult. Die werken goed mee en beheersen hun instrumenten, dat zal wel, maar: ze hebben geen snipper eigenheid.

Aan het uitwaaieren van de songs was niks spontaan (de volgende gitaar werd telkens exact enkele seconden voor het eindakkoord op het podium neergeplant) en de solo’s waren eenzame egotrips in plaats van spontane creatieve uitbarstingen die mooi in het geheel pasten. Bovendien zat er een klankman aan de knoppen die zich vooral leek te bekommeren om het in het rood houden van alle mogelijke lampjes in plaats van het creëren van een dynamische sound.

Tot slot was het concert veel te lang: na twee uur gitaargejank (dat is, geef toe, een vrij gepaste en zelfs niet schertsend bedoelde omschrijving van Santana’s talrijke hoge uithalen) hadden we echt geen bisronde meer nodig. De covers van Cream en Led Zeppelin had de man bijvoorbeeld gerust achterwege mogen laten. Gelukkig had het gebrek aan inspiratie dat Santana ertoe noopte een stomvervelende nieuwe plaat te vullen met ‘gitaarvirtuoos kopieert oerriffs van anderen’ ook voordelen: de kern van het concert (laat ons zeggen zonder de eerste en de laatste vier nummers) bevatte genoeg smakelijke klassiekers (‘Black Magic Woman/Gypsy Queen’, ‘Oye Como Va’, ‘Evil Ways’, ‘A Love Supreme’) om van een geslaagd Santanaconcert te kunnen gewagen.

Alleen zouden we met aandrang willen vragen om te snoeien: minder nummers op de setlist, minder muzikanten, minder decibels. Je zal het zien, Carlos: less is more.

Tim Vernimmen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content