Robert Plant & The Sensational Pitch Shifters op Werchter: Niets was in steen gebeiteld

© Rob Walbers

Een open geest beleeft meer. De copywriter die deze slogan ooit bedacht ten behoeve een Vlaamsche courant, liet zich ongetwijfeld inspireren door Robert Plant. De 67-jarige zanger vertikt het immers zich comfortabel in zijn verleden te nestelen. Hij blíjft bakens verzetten, zelfs wanneer hij traditionals onder handen neemt.

What’s the fuzz?

Eerlijk? Hebt u de jongste halve eeuw op Mars geresideerd? In een diepe coma gelegen? In de ingemaakte kast van Bosmans Jos opgesloten gezeten? Indien niet, dan hoeven we u niet meer uit te leggen dat Robert Plant, sinds zijn periode als co-piloot van Led Zeppelin, tot de artistocratie van de harde rockmuziek behoort. Ook nadat het legendarische luchtschip was ontploft, bleef de man systematisch verder kijken dan zijn neus lang was. Plant was al multicultureel lang voor het woord werd uitgevonden en ook vandaag doorspekt hij zijn nummers nog altijd met etnische invloeden uit alle windstreken. Want waarom zou je je achter je oude successen verschansen, als je jezelf en je publiek kunt blijven verrassen?

Toch niet beter de toog opgezocht?

U maakt een grapje. Om te beginnen bleek in Werchter maar weer eens wat voor een geweldige zanger Robert Plant wel is. Hij kan zowel krijsend uithalen als ingehouden fluisteren en houdt er een buitengewoon trefzekere timing op na. Bovendien is hij een vertolker met een sterk inlevingsvermogen, waardoor zijn nummers avond na avond anders klinken. Voorts geven Plant en zijn Sensational Pitch Shifters blijk van een soort speelplezier dat je onmogelijk kunt faken en het resultaat is van de vrijheid die ze zichzelf permitteren.

Niets is in steen gebeiteld. Led Zep-klassiekers zoals ‘The Lemon Song’, ‘Dazed and Confused’ of ‘Black Dog’ worden bijvoorbeeld keer op keer herkneed, door een riff te vertragen of er een Oriëntaalse, Arabische of Afrikaanse groove onder te zetten. Dat houdt het spannend genoeg om de routine buiten de deur te houden.

“Wat een verademing weer in Europa te zijn”, dixit Plant, die zich duidelijk niet opgezet toonde met de Brexit. Maar getuige het nieuwe ‘Turn It Up’ -meeslepend ritme, een verwrongen rockabillysolo van meestergitarist Justin Adams- vinden ook de VS in zijn ogen geen genade meer. De zanger bracht in Werchter uitgebreid hulde aan blueshelden als Howlin’ Wolf (‘No Place to Go’), Bukka White (‘Fixin’ to Die’) en Bo Diddley (‘I Just Want to Make Love To You’), speelde harmonica zoals Sonny Boy Williamson, maar verviel daarbij nooit in clichés. Dat was onder meer te danken aan de solo’s op een Gambiaanse riti (een eensnarige viool), die de songs vanzelf een exotisch tintje gaven.

Ook de akoestische versie van ‘Baby I’m Gonna Leave You’, waarbij de gitarist zich afwisselend spiegelde aan Keltische folk en Andalusische flamenco, was memorabel. Goed, misschien was Robert Plants passage dit keer net iets minder overweldigend dan die van twee jaar geleden op hetzelfde Barn-podium, maar het bleef wél een concert van topniveau.

Voor wie traag van begrip was, vatte het als bis opgespaarde ‘Rock’n’Roll’ alles nog eens keurig samen. Er zit toekomst in het verleden, schreven we vorige keer. En wat wààr is, mag herhaald worden. Bij deze.

Materiaal voor uw snapchatverhaal?

Al die wapperende handjes van Plant én het publiek tijdens ‘Whole Lotta Love’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content