Primus @ AB: Nonsens is een ernstige zaak

© Yvo Zels

Dit jaar is het een kwarteeuw geleden dat Primus zijn debuut uitbracht. Het even eccentrieke als ongrijpbare trio uit San Francisco viert dat met een reeks avondvullende shows in zijn ‘klassieke’ line-up. In de AB stond de groep tweeënhalf uur op het podium met oude klassiekers en… een musical.

DA GIG: Primus @ AB, Brussel op 15/6.

IN EEN ZIN: Met een strak gespeelde mengeling van thrashmetal, jazzfunk, progrock en circuswijsjes, manifesteerde Primus zich als een van de meest ongrijpbare bands die dezer dagen de podia onveilig maken.

HOOGTEPUNTEN: ‘Wynona’s Big Brown Beaver’, ‘My Name Is Mud’, ‘Southbound Pachyderm’, ‘Here Come the Bastards’…

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTE: “We hebben nog zeven nummers voor jullie”, beweerde Les Claypool aan het einde van de show, om na één song definitief van het podium te verdwijnen.

Primus geldt zowat als de ernstigste nonsensband van dit tijdsgewricht. Prettig gestoord? U zegt het. Niet alleen heeft het gezelschap zijn naam gemeen met een Vlaams pilsmerk, ook cd-titels als ‘Sailing the Seas of Cheese’, ‘Pork Soda’ of ‘Brown Album’ geven aan dat de drie heren bij voorkeur ronddwalen in een absurdistisch universum waar Frank Zappa-achtige gekte imperatief is. Primus is het speeltje van zanger-bassist Les Claypool, de 51-jarige frontman van de groep, en is, sinds haar ontstaan in de eighties, al talloze keren van bezetting veranderd. In Brussel verscheen ze, voor het eerst in twintig jaar, echter op het podium in haar meest tot de verbeelding spekende opstelling: die van haar eerste vier studioplaten, met gitarist Larry LaLonde en drummer Tim Alexander.

Het concert in de AB werd ingezet met een gedeukt circusmuziekje. Niet toevallig, want Primus speelt naar eigen zeggen ‘psychedelische polka’s’. Claypool, met bolhoed en ziekenfondsbrilletje, manifesteerde zich alras als de Professor Zonnebloem van de popmuziek. Zijn virtuoze maar hoekige basspel stond altijd vooraan in het klankbeeld en stuurde de nummers afwisselend richting free- en spacejazz, terwijl ‘Wynona’s Big Brown Beaver’ als metal klonk, maar dan wel zonder de gebruikelijke metalclichés. In het uitgesponnen ‘Last Salmon Man’ kwam LaLonde, een oud-leerling van Joe Satriani, met inventief gitaarwerk op de proppen, maar Claypool, wiens parlando voortdurend vervormd werd met effectapparatuur, bleek zo mogelijk nog avontuurlijker solo’s in de vingers te hebben.

Mitrailleur

Speelde Primus nu thrashfunk of progmetal fusion? Zijn muziek bleef in ieder geval behoorlijk ongrijpbaar, al hoorde je wél regelmatig de geest van Captain Beefheart en George Clinton doorklinken. Het springerige ‘Lee Van Cleef’, het staccatoritme van ‘The Heckler’, de staalharde jazzfunk van ‘Jerry Was A Racecar Driver’: de gestripte old school sound van de Noord-Californiërs miste zijn effect niet, maar tijdens het eerste uur van de set reageerde het publiek het geestdriftigst op ‘Over the Falls’ en het speelse ‘My Name is Mud’, waarin Les Claypool zijn instrument als een mitrailleur deed klinken.

Er werd een half uurtje pauze ingelast en vervolgens keerde de groep terug voor de integrale uitvoering van haar eind vorig jaar verschenen achtste langspeler: een hommage aan ‘Willy Wonka and the Chocolate Factory’, een jeugdfilm van Neil Stuart uit 1971 met Billy Wilder in de hoofdrol, waar de jonge Claypool destijds jarenlang door geobsedeerd was. De film, gebaseerd op een boek van Roald Dahl, was eigenlijk een musical en heeft inmiddels, zeker in de VS, een soort van cultstatus verworven. Primus vertrok van de oorspronkelijke soundtrack, zette die volledig naar zijn hand en riep daartoe de hulp in van The Fungi Ensemble, dat ook in Brussel de groep kwam versterken. Cellist Sam Bass (van Frog Brigade) en vibrafonist-marimbaspeler Mike Dillon (van Critters Buggin) zorgden meteen voor een rijkere klankkleur, al liet drummer Tim Alexander zich evenmin onbetuigd: zijn even geniale als avontuurlijke percussie deed bij momenten zelfs orkestraal aan.

‘Primus & The Chocolate Factory’ verscheen niet alleen op chocoladekleurig vinyl, speciaal voor de tournee liet Primus ook zijn eigen chocoladerepen produceren. Die werden na het optreden bij de merch aan de man gebracht en Les Claypool beweert wel eens tongue-in-cheek dat de huidige concertreeks slechts een excuus is om zoveel mogelijk snoep te verkopen. ‘Willy Wonka’ blijft ook in de handen van Primus een echte musical, en is dus een buitenbeentje in het oeuvre van de band. De muzikanten blijven trouw aan de oorspronkelijke soundtrack, maar geven er een hoogst eigen draai aan, zodat de songs ook in de AB vaak een donker randje kregen. Het oorspronkelijk vrij lieflijke ‘Pure Imagination’ werd getransformeerd in een helse carnavalsrit, Golden Ticket’ klonk bij Primus als een verwrongen mars en ‘I Want It Now’, gezongen door gitarist Larry LaLonde, werd een schichtig walsje.

Spiegelpaleis

Primus speelde nu in een decor dat bezaaid was met reusachtige lolly’s en suikeren paddenstoelen. Op een scherm werden verknipte en geloopte beelden getoond uit de originele film en ook de bandleden waren vermomd als personages uit het verhaal. Claypool, die tijdens dit gedeelte van de show afwisselend contra- en dobrobas speelde, was geschminkt als een clown en droeg een valse neus, maar met een zekere regelmaat kwamen er ook twee ‘Oompa Loompa’s’ -figuren met reusachtige, uit papier maché geboetseerde hoofden- het podium op gedanst. Soms had je het gevoel in een spiegelpaleis verdwaald te zijn. Het publiek reageerde euforisch, al was niet altijd duidelijk of dat enthousiasme nu door de muziek of door de film werd uitgelokt. Hoe dan ook, ‘Primus & The Chocolate Factory’ was behoorlijk amusant en zat het ook in muzikaal opzicht knap in elkaar.

Tot slot dook de groep, nu dus als vijftal, nog even in haar verleden met een zinnenprikkelende versie van ‘Southbound Pachyderm’, op het filmscherm begeleid door een trampolinespringende olifant. Tijdens ‘Fisticuffs’ veranderde de zaal in een enorme moshpit waar de pogo weer even zijn come-back maakte, maar bij wijze van afscheid zette Claypool de toeschouwers nog even op het verkeerde been: “We hebben nog tijd voor zeven nummers”, beweerde hij, om na ‘Here Come the Bastards’ doodleuk van het podium te verdwijnen. Na de gulle set van de groep viel er echter weinig te klagen. Want ook al zijn de Amerikanen al lang geen groene blaadjes meer, ze zijn nog altijd tot overweldigende optredens in staat. Onze conclusie ligt dan ook voor de hand: Primus was prima.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: Those Damned Blue-Collar Tweekers / Wynona’s Big Brown Beaver / Last Salmon Man / Over The Falls / Groundhog’s Day / Lee Van Cleef / The Heckler / My Name is Mud / Jerry Was A Race Car Driver // Hello Wonkites / Candy Man / Cheer Up, Charlie / Golden Ticket / Lermaninoff / Pure Imagination / Oompa Augustus / Semi-Wondrous Boat Ride / Oompa Violet / I Want It Now / oompa Veruca / Wonkmobile / Oompa TV / Farewell Wonkites // Southbound Pachyderm / Fisticuffs / Here Come the Bastards.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content