
Postrockinstituut Mogwai verkent in de AB alle nuances tussen ingetogen en uitbundig
Artiest - Mogwai
Datum - 17/02/2025
Locatie - Ancienne Belgique
De Schotse postrockers van Mogwai vieren dezer dagen hun dertigste verjaardag. Dat doen ze met The Bad Fire, hun elfde langspeler, en twee uitverkochte concerten in ons land. Grote verrassingen vielen daarbij niet te noteren: de heren uit Glasgow deden gewoon waar ze goed in zijn en voor hun trouwe volgelingen bleek dat ruimschoots te volstaan.
Ook na drie decennia in de underground kan je populariteit blijkbaar nog pieken. Met zijn vorige plaat, As the Love Continues_, bereikte Mogwai vier jaar geleden zelfs de hoogste regionen van de Britse charts. Geen geringe prestatie voor een groep die hoofdzakelijk instrumentale muziek maakt, zelden op de radio te horen is, nooit hits heeft gehad en zich bij voorkeur tussen de extreemste vormen van hard en zacht beweegt.
Samen met het Canadese Godspeed You! Black Emperor behoort Mogwai tot de absolute pioniers van het postrockgenre. Het gezelschap zweert bij vrije structuren en repetitieve, haast ongemerkt verschuivende motiefjes. Zijn lang uitgesponnen composities monden niet zelden uit in verzengende crescendo’s, die in het verleden al meer dan één argeloze toeschouwer onherstelbare gehoorschade hebben bezorgd. De Schotten hebben echter ook een subtiele kant, die vooral tot uiting komt in hun soundtracks voor films als Atomic, Kin, Zidane of de Franse televisieserie Les Revenants. En net door die veelzijdigheid zijn ze langzaam maar zeker tot een indie-instituut uitgegroeid
Enkele weken geleden liet Mogwai de lp The Bad Fire op de wereld los. De titel, een verwijzing naar de Schotse benaming voor de hel, is niet toevallig gekozen. Zowat alle bandleden hebben een moeilijke periode achter de rug en vooral multi-instrumentalist Barry Burns werd door het lot zwaar op de proef gesteld. Zeker toen bij zijn jonge dochter een levensbedreigende kanker werd vastgesteld en ze chemotherapie en een beenmergtransplantatie diende te ondergaan. Uiteindelijk kroop ze door het oog van de naald, maar de bezorgdheid, de onrust en de overweldigende emoties van de muzikanten vertaalden zich wél in hun nieuwste composities.
Finesse versus lawaai
De nummers steunen steeds vaker op melodieuze finesse dan op apocalyptische noise, waardoor sommige fans van het eerste uur van oordeel zijn dat Mogwai een beetje soft is geworden. Alleen, kun je het een artiest kwalijk nemen dat hij op zijn vijftigste op een andere manier tegen het leven aankijkt dan op zijn twintigste? Zoals in de AB opviel tijdens de door Burns gezongen opener God Gets You Back, zijn elektronische keyboards in het geluidsbeeld haast even prominent geworden als gitaren. Het is een evolutie die al enkele jaren aan de gang is en waarmee de groep een bruggetje slaat tussen intimiteit en intensiteit.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De zes nieuwe composities in de set werden afgewisseld met oude klassiekers en publieksfavorieten, zodat zowel de jonge fans als de Mogwai-veteranen in de AB aan hun trekken kwamen. In Summer (uit Young Team) werden transparante snarenweefsels afgewisseld met noisy erupties. Ook in Ithica 27ø9 speelden ragfijn en potig onder één hoedje, zonder dat het ook maar één moment onnatuurlijk aandeed. De bandleden wisselden tijdens de set regelmatig van instrument, waardoor ook de podiumopstelling al eens wijzigde.
Mogwai is een groep zonder duidelijke frontman. Het geheel is nu eenmaal meer dan de som van de delen. Wel werpt gitarist Stuart Braithwaite zich op als woordvoerder. In de praktijk betekende dit dat hij na ieder nummer telkens ‘Thank you so much’ riep en hij zich af en toe als zanger mocht manifesteren. Dat zingen hoeft u overigens niet al te letterlijk te nemen, want eigenlijk zou je zijn vocale bijdragen in, pakweg, Ritchie Sacramento eerder als mompelen kunnen omschrijven. Het traag voortschrijdende Take Me Somewhere Nice had iets van een schip in de mist, terwijl Braithwaite zich voor het gedreven, radiovriendelijke Fanzine Made of Flesh van een vocoder bediende.
Geluidsmuur
Dat de leden van Mogwai ook gevoel vor humor hebben, blijkt uit hun absurdistische, soms hilarische titels die verwijzen naar graffiti op toiletmuren en weinig of niets met de songs zelf te maken hebben. Het even ingehouden als filmische Pale Vegan Hip Pain was zo’n nummer dat de verbeelding prikkelde maar door iedere luisteraar anders werd ingevuld. Naar het herkenningsgejoel te oordelen blijft het epische New Paths to Helicon, part 1 een onmiskenbare Mogwai-classic. Het was één van die momenten waarop de organische overgang van ingetogen naar uitbundig het meest imponeerde.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Ook de laatste bis, Mogwai Fear Satan, was er eentje met een veelkleurige strik errond. Het ene moment schilderde de groep een soundscape die herinnerde aan Set the Controls for the Heart of the Sun van Pink Floyd, het andere vlogen de gitaren met een knal door de geluidsmuur. En zo kreeg het publiek in Brussel weer alle ingrediënten geserveerd die van Mogwai een trefzekere, onontkoombare band maken. Schots? Jazeker. Maar scheef? Enkel als de muzikale architectuur het vereiste.
DE SETLIST: God Gets You Back / Summer / Ithica 27ø9 / Pale Vegan Hip Pain / If You Find This World Bad, You Should See Some of the Others / New Paths to Helicon, Part 1 / Take Me Somewhere Nice / Ritchie Sacramento / Drive the Nail / Fanzine Made of Flesh / Remurdered / Lion Rumpus // Hi Chaos / Mogwai Fear Satan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier