Other Lives @ Botanique

Met ‘Tamer Animals’ maakte de Amerikaanse formatie Other Lives één van de beste platen van het voorbije jaar. Geen toevalstreffer, zo bleek in een uitverkochte Botanique, want de prikkelende orkestrale pop van zanger Jesse Tabish en zijn gezellen klonk ook live ronduit overweldigend.

DA GIG: Other Lives in de Orangerie van Botanique, Brussel op 2/4.

IN EEN ZIN: Live gaven de songs van Other Lives, behalve van een verbluffende gelaagdheid en een haast klassieke grandeur, ook blijk van zoveel kracht en gedrevenheid, dat we geneigd zijn ons tot twee woorden te beperken: een belevenis.

HOOGTEPUNTEN: alles.

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTE van Jesse Tabish, ter introductie van ‘Dust Bowl III’: “Dan probeer je je de hele avond als een professionele muzikant te gedragen en verknal je het alsnog omdat je je gitaar niet fatsoenlijk gestemd krijgt en onzin begint uit te kramen om de aandacht af te leiden.”

Other Lives is afkomstig uit Stillwater, Oklahoma, een plek in de midwest waar zo weinig te beleven valt dat creatieve geesten er noodzakelijkerwijs voor hun eigen afleiding moeten zorgen. Vroeger ging de groep door het leven als Kunek en speelde ze uitsluitend instrumentale muziek. Vandaag koppelt ze folky Americana aan weids opgezette, filmische composities die afwisselend bevrucht worden door de sfeerrijke soundtracks van Ennio Morricone, de donkere werken van Gyorgi Ligeti en de ijle, symfonische pop van Mercury Rev. Andere referenties zijn de majestueuze postrock van Godspeed You! Black Emperor en Sigur Rós, al doen de songs van Other Lives minder elegisch aan dan die van de Canadezen en minder zweverig dan die van de IJslanders.

Het fraaie titelloze debuut van het kwintet uit 2009 bleef bij ons helaas onopgemerkt, maar het vorige zomer verschenen ‘Tamer Animals’, waarin voorman Jesse Tabish de relatie tussen de mens en zijn omgeving onderzocht, groeide uit tot een bescheiden sensatie. Ook op het podium gaven de songs van Other Lives blijk van een verbluffende gelaagdheid en een haast klassieke grandeur. In ieder nummer bespeelden de groepsleden elk minstens drie verschillende instrumenten, waardoor een klankrijkdom ontstond die je, met een line-up van vijf muzikanten, nauwelijks voor mogelijk zou hebben gehouden. Zanger, songwriter en spilfiguur Jesse Tabish was vooral bedrijvig op het klavier en een akoestische gitaar, terwijl zijn gezellen subtiele accenten aanbrachten met viool, cello, trompet, xylofoon, orgel en een reeks andere voor rockbands doorgaans zonevreemde spulletjes.

Vanaf opener ‘As Lay My Head Down’ viel op dat Tabish’ stem live veel krachtiger en expressiever klonk dan op de cd’s, en ook de warme vocale harmonieën van celliste Jenny Hsu nestelden zich nadrukkelijker in het geluidsbeeld. In de Botanique bleek voorts dat de nummers veel aan kracht en gedrevenheid hadden gewonnen. Eén voor één waren ze voorzien van een overrompelende ritmische pulse, te wijten aan het feit dat Other Lives behalve een energieke drummer ook een zwaar doormeppende percussionist in stelling brachten. In de VS toerde de groep de jongste maanden met Bon Iver en Radiohead, wat duidelijk een gunstige invloed heeft gehad op haar zelfvertrouwen en podiumvastheid: ‘Old Statues’, compleet met castagnetten, balanceerde op een Spectoriaanse wall of sound en ook tijdens het strak gespeelde ‘Desert’ straalden Other Lives zoveel kracht, overgave en koortsige exuberantie uit dat we regelmatig herinnerd werden aan Arcade Fire. Beide bands liggen stilistisch tamelijk ver uit elkaar, maar qua dynamiek en passie zijn ze zeker aan elkaar gewaagd.

Tussendoor gaf het vijftal enkele nieuwe nummers prijs die komende zomer op een ep zullen verschijnen, zoals ‘Great Sky’, waarin een folky akoestische gitaar in de clinch ging met een hypnotiserende keyboard-drone. ‘For 12’ hulde zich, middels veel twangy snarenwerk, in de sfeer van een spaghettiwestern, terwijl de uitgekiende meerstemmige samenzang geenszins voor die van Fleet Foxes hoefde onder te doen. Vervolgens werd met het catchy ‘Tamer Animals’ een pakkende finale ingezet die, met ‘Landforms’ als bruggetje, in ‘Dust Bowl III’ een piek bereikte.

‘Black Tables’, de enige song uit de eerste plaat die de set had gehaald, werd door Jesse Tabish solo aan de piano uitgevoerd, waarna Other Lives nog eens helemaal voluit gingen in ‘The Partisan’, vaak geassocieerd met Leonard Cohen, maar eigenlijk een verzetslied uit de tweede wereldoorlog van de Franse Anna Marly. De enige bis, een keltisch aandoend, opzwepend folknummer, wisten we helaas niet thuis te brengen. Tja, misschien waren we gewoon te druk bezig de sterretjes te tellen die om ons hoofd cirkelden, want Other Lives gaven een dermate meeslepend en overdonderend concert dat we ons nu al afvragen of er dit jaar nog een band zal opstaan die deze concertervaring weet te overtreffen. Als u er niet bij was, heeft u iets bijzonders gemist. Zorg er dus voor dat het u geen tweede keer overkomt.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: As I Lay My Head Down / Dark Horse / Old Statues / Desert / Great Sky / nieuwe song / For 12 / Tamer Animals / Landforms / Dust Bowl III / Black Tables / The Partisan // ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content