Orquesta Buena Vista Social Club @ AB: De son schijnt ook als het bewolkt is

Bijna twintig jaar geleden vonden in onbruik geraakte muziekstijlen zoals de son, de danzón, de bolero en de chachachá een nieuw publiek dank zij de Buena Vista Social Club. Het Cubaanse veteranenkransje slaat nu voor goed de boeken dicht, maar bouwde eerst nog een warmbloedig feestje in de AB.

DA GIG: Orquesta Buena Vista Social Club in AB, Brussel op 21/6.

IN EEN ZIN: Een aanstekelijk concert van een voortreffelijke big band die, ook tijdens zijn afscheidstournee, bewijst dat de vele traditionele Cubaanse folkstijlen nog altijd springlevend zijn.

HOOGTEPUNTEN: ‘Chan Chan’, ‘Bodas de oro’, ‘Pedacito de papel’, ’20 años’, ‘Tumbao’, ‘Dos gardenias’, ‘Candela’….

DIEPTEPUNT: ‘Quizas quizas quizas’, een goeie song maar een weinig memorabele vertolking.

QUOTE: Onze gebrekkige kennis van het Spaans liet ons hier even in de steek.

Toen in 1997 de door Ry Cooder geproducete cd ‘Buena Vista Social Club’ uitkwam, ging het eigenlijk al om een anachronisme. Nadat een gepand opnameproject in Havana in het water viel, besloot de van Sierra Maestra bekende folkspecialist Juan de Marcos González de geboekte studiotijd nuttig te gebruiken. Dat deed hij met enkele hoogbejaarde zangers en muzikanten die ooit carrière hadden gemaakt tijdens het Gouden Tijdperk van de Cubaanse muziek, tussen de jaren dertig en vijftig van de vorige eeuw, maar intussen al lang van de radar waren verdwenen.

De nachtclubs, goktenten en bordelen waar die artiesten triomfen hadden gevierd, waren na de revolutie dichtgespijkerd en de genres waar ze voor stonden leefden alleen nog op het platteland rond de Oostelijke stad Santiago. Elders waren ze verdrongen door de komst van de nueva Trova, de door jazz en rock bevruchte dansmuziek van bands als Los Van Van en Irakere of hippere muziekvormen als de timba, songo en reggaetón. Buena Vista steunde dus vooral op nostalgie, documenteerde een geluid uit lang vervlogen tijden en werd door jonge Habaneros weggezet als “het Bokrijk van de Cubaanse muziek”.

In de VS en Europa raakte het publiek echter gecharmeerd door de vitaliteit van “los superabuelos” (de super-opa’s), die de son, de muziekvorm waar de meeste Latin-muziek op steunt, nieuw leven wisten in te blazen. Geholpen door de naamsbekendheid van Ry Cooder en de documentaire van Wim Wenders, groeide Buena Vista Social Club uit tot een fenomeen. Van de cd werden negen miljoen exemplaren verkocht en de betrokken artiesten, die al gepensioneerd waren of in relatieve armoede leefden, groeiden alsnog uit tot internationale supersterren.

Nieuw bloed

Méér nog dan een groep werd Buena Vista Social Club een mérk: een vlag waaronder de individuele zangers en muzikanten ook solo opereerden. Sinds de release van de plaat gaf het dertienkoppige orkest ruim duizend concerten op zo goed als alle continenten en luidde het een heuse Cubaanse muziekrevival in. Maar aangezien intussen al acht sleutelfiguren van het gezelschap project zijn overleden, is het einde in zicht. Het Orquesta Buena Vista is momenteel bezig aan zijn Adios Tour en keerde nog één keer terug naar het Brusselse Huis van Vertrouwen waar het al zo vaak op het podium had gestaan en waar het, zo meldt de AB trots, in de loop der jaren door 25.000 toeschouwers werd bewonderd.

Kregen we dan méér van hetzelfde? Niet helemaal. Dit jaar verscheen immers de cd ‘Lost and Found’, met dertien nooit eerder uitgebrachte opnamen uit de oorspronkelijke Buena Vista-sessies en daarvan hadden heel wat nummers hun weg gevonden naar de twee uur durende set. Bovendien zorgde nieuw bloed in de big band ervoor dat de muziek aanstekelijk en dynamisch bleef klinken. Pianist Rolando Luna, die de set in zijn eentje opende, en contrabassist Pedro Pablo, toonden zich echte virtuozen, terwijl crooner Carlos Calunga in ‘Bruca Manigua’ bewees dat hij zich het idioom van zijn legendarische voorganger Ibrahím Ferrer moeiteloos eigen had gemaakt.

Het Orquesta werd aangevoerd door trombonist Jesús ‘Aguaje’ Ramos, die zijn kunnen toonde in ‘Trombón majadero’, en telde ook drie percussionisten en vier blazers, onder wie de 82-jarige trompettist ‘Guajiro’ Mirabal, in de rangen. Allemaal roerden ze zich met stijl in de danzón ‘Bodas de oro’. Andere opvallende veteranen waren tres-speler Papi Oviedo, die, getuige ‘Rincon Caliente’, nog lang geen stramme vingers had, en laúd-meester Barbarito Torres, die op de snaren behoorlijk van jetje gaf in ‘Marieta’ en de instrumentale descarga ‘Black Chicken’. In ‘El cuarto de Tula’ soleerde hij zelfs achter zijn rug, een bewijs dat Jimi Hendrix zelfs tot in Cuba is doorgedrongen.

Diva

Tussendoor werd aan de hand van songs en diamontages hulde gebracht aan het leven en werk van de groepsleden die zich in de loop der jaren naar het hiernamaals hadden begeven: de zangers Manuel ‘Puntillita’ Licea, Pio Leyva, Compay Segundo en Ibrahím Ferrer, pianist Rubén González, contrabassist Cachaíto López, percussionist Anga Díaz en gitarist Manuel Galban. Enkele sterren van de oorspronkelijke Buena Vista Social Club kregen tijdens de show hun eigen blokje. De rauwe stem van zanger-gitarist Eliades Ochoa, de man met de onafscheidelijke zwarte cowboyhoed, paste perfect bij een son als ‘Estoy como nunca’ of een in rurale guajira-stijl gebrachte klassieker als ‘El carretero’. Maar de man kreeg de toeschouwers ook in zijn eentje stil met ‘Pedacito de papel’, een prachtnummer dat hij inblikte in 1998 maar dat pas onlangs boven water kwam.

Ochoa werd afgelost door de 84-jarige Omara Portuondo, de enige diva van het clubje. De befaamde bolero- en filínzangeres liep een beetje moeizaam, maar haar stembeheersing was, getuige ‘Lágrimas negras’, helemaal intact. Portuondo leeft duidelijk voor het applaus van het publiek en zal wellicht blijven zingen tot ze erbij neervalt. Haar lijflied ‘Veinte Años’ zong ze enkel met begeleiding van een trombone en de iets te opdringerige piano van Luna. Swingen deed ze nog aardig in ‘Ni me llores’, alleen de evergreen ‘Quizas quizas quizas’ kreeg in haar handen een iets te hoog schlagergehalte.

Het populaire ‘Chan Chan’, gezongen door Eliades Ochoa, kon uiteraard niet op het appél ontbreken. Tijdens de bissen tenslotte, volgden nog ‘Dos gardenias’, een pakkend duet tussen Portuondo en Callunga, en de feestelijke uitsmijter ‘Candela’. Als dit écht de laatste passage van de Buena Vista Social Club was, hielden we er in ieder geval een goed gevoel en gesmeerde heupen aan over. Want wees er maar zeker van: de son scheen nog altijd even fel als enkele decennia geleden.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: Como siento yo / Bodas de oro / Rincon caliente / Tumbao / Trombón Majadero / Bruca Manigua / Black Chicken / Estoy como nunca / El carretero / Pedacito de papel / Macusa / Marieta / Lagrimas negras / 20 años / No me lliores / Quizas quizas quizas / Chan Chan / El quarto de Tula // Dos gardenias / Candela.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content