Grinderman is helaas dood en begraven, maar met zijn herschikte Bad Seeds scheert Nick Cave momenteel weer duizelingwekkend hoge toppen. In een afgeladen Lotto Arena manifesteerde Koning Kraai zich afwisselend als rock-‘n-rollsjamaan, bluespredikant en Las Vegas-showman.
DA GIG: Nick Cave & The Bad Seeds in Lotto Arena, Antwerpen op 18/11.
IN EEN WOORD: Briljant.
HOOGTEPUNTEN: ‘Jubilee Street’, ‘Tupelo’, ‘Red Right Hand’, ‘Higgs Boson Blues’, ‘Push the Sky away’…
DIEPTEPUNT: ‘The Weeping Song’.
BESTE QUOTE: “I love you”, roept een meisje uit het publiek. Waarop Cave, tongue-in-cheek: “It’s alright, don’t worry.”
Het was een verrassend ontspannen Nick Cave die in Antwerpen op het podium verscheen. De tijd dat hij zijn publiek rauw lustte en ieder optreden uitmondde in een confrontatie op leven en dood, lijkt definitief voorbij. Cave, intussen 56 en vader van vier kinderen, voelt zich dezer dagen prima in zijn vel: zijn muziek zwalpt al jaren op de mainstream, hij heeft succes als romanschrijver en dank zij zijn scripts voor cineast John Hillcoat wordt hij zelfs in de filmwereld ernstig genomen. De vogelschrik van weleer staat nu in de schijnwerpers als een in zwart pak gehesen dandy die een excentriek danspasje niet langer schuwt.
In de Lotto Arena zocht hij voortdurend de rand van het podium én het fysieke contact met zijn fans op. Hij schudde handjes en reageerde zowel ad rem als met humor op kreten uit de zaal. “It’s OK man, don’t listen to him. You can take my fucking photo anytime”, riep de zanger, toen een toeschouwer, die een kiekje wilde nemen, door de security terecht werd gewezen. Nick Cave? Yep, u leest het goed.
Goed nieuws was ook dat ‘The Black Crow King’ dit keer uitstekend zong, wat over zijn concerten uit het verleden niet altijd gezegd kon worden. De man bevindt zich dan ook op een piek in zijn carrière. Zijn eerder dit jaar verschenen vijftiende cd met The Bad Seeds, ‘Push the Sky Away’, behoort zonder twijfel tot zijn meest verfijnde werk. Het is een bedachtzame, stilistisch coherente plaat, die baadt in een intimistische sfeer en waarop zijn muzikanten zich van hun subtielste kant laten horen. Ook live klonk de zacht gecroonde opener ‘We No Who U R’, met zijn fluwelen orgeltje en zacht tikkende percussieloops, even verleidelijk als bezwerend.
Duivel in wijwatervat
De huidige incarnatie van The Bad Seeds bestaat uit zes leden die moeiteloos overschakelen van maniakaal naar genuanceerd en terug. Nu Mick Harvey de groep heeft verlaten is multi-instrumentalist Warren Ellis Caves onbetwistbare adjudant. We zagen de man viool, piano, gitaar en dwarsfluit spelen en daarbij ging hij telkens te keer als een duivel in een wijwatervat. Van de nieuwe nummers, die de ruggengraat van de set vormden, groeide ‘Jubilee Street’, over een ouder wordende prostituee die het steeds vaker moet afleggen tegen een golf van jonge sletjes uit Oost-Europa, al meteen uit tot een hoogtepunt. De song, waarin de legendarische Ed Kuepper (zie The Saints, The Laughing Clowns en The Aints) op een hoogst expressieve manier de snaren beroerde en Cave op een buffetpiano hamerde, beloofde het beste voor de rest van de avond.
Ook het afgemeten, zonder veel franjes gespeelde ‘Mermaid’ en, vooral, het uitgesponnen ‘Higgs Boson Blues’ gaven aan hoe hecht er in Antwerpen werd gemusiceerd. Cave voorzag zijn verhaaltjes telkens van een gepaste dosis onderhuidse spanning en vertolkte ze met veel gevoel en inlevingsvermogen. Dat hij een geweldige performer is, die zeer goed weet hoe hij zijn publiek moet bespelen, hielp natuurlijk ook.
‘Tupelo’, een hoofdstukje afgekloven southern blues dat werd ingeleid door Martyn Caseys uit de verte aanrommelende bas, was de eerste van een reeks oude klassiekers in de set. Ook ‘From Her to Eternity’ en ‘The Mercy Seat’, dit keer op gang getrokken door een akoestische gitaar, knarsten en kolkten, maar klonken minder bezeten en op het scherp van de snee dan in de periode toen Nick Cave nog écht gevaarlijk was. Zelf waren we dus méér onder de indruk van het sleazy ‘Red Right Hand’, waarbij het podium in bloedrood licht baadde en Cave de Oud-Testamentische evangelist in zich losliet. ‘The Weeping Song’, dat door The Bad Seeds in een nieuw kleedje werd gewurmd en door Cave blijkbaar in een andere toonaard werd gezongen dan diegene waar zijn band in speelde, was een slag in het water, maar gelukkig de enige van de avond.
Pathos met een knipoog
Vervolgens nam Nick Cave weer plaats achter het klavier en bouwde hij enkele rustpunten in. ‘West Country Girl’, destijds geschreven voor Polly Jean Harvey, ademde een keltische atmosfeer uit en tijdens sobere, langzaam voorbij schuifelende pianoballads als ‘People Ain’t No Good’ en ‘Love Letter’, wierp de zanger zich zowaar op als een hedendaagse Neil Diamond. Mooi, maar zelf raakten we toch meer opgewonden door een murder ballad als ‘Stagger Lee’, waarin loungy toetsenwerk verstopt zat en Cave met zijn ingenieuze voordracht het publiek op het puntje van zijn stoel hield. Wanneer hij “In comes the devil” fluisterde, zag je Lucifer ook daadwerkelijk op je netvlies verschijnen. Dit was pathos met een knipoog, één van de dingen waarmee de artiest zich al decennialang van de concurrentie onderscheidt. Dat hij daarna naadloos wist over te schakelen op het even ingehouden als majestueuze ‘Push the Sky Away’ zegt veel over zijn vakmanschap.
Tijdens de bissen herinnerden The Bad Seeds even aan The Pogues, in het briesende ‘Papa Won’t Leave You, Henry’, maar uiteindelijk kreeg Nick the Crooner het laatste woord met ‘God Is In The House’ en het sentimentele ‘Into My Arms’. Een gevarieerd, afwisselend amusant en intens concert dus, waarin we, in plaats van de voor de hand liggende publieksfavorieten, liever enkele verwaarloosde parels als ‘Watching Alice’, ‘Knocking on Joe’ , ‘Stranger Than Kndness’ of het gloednieuwe ‘Give Us A Kiss’ hadden gehoord. Maar een mens kan niet alles hebben. In ieder geval was dit, hands down, het allerbeste concert dat we van Nick Cave & The Bad Seeds in het voorbije decennium mochten meemaken. “Some people say it’s just rock’n’roll, but it gets right down to your soul”, zong de Caveman ergens. En zo was het maar net.
Dirk Steenhaut
DE SETLIST: We No Who U R / Jubilee Street / Tupelo / Red Right Hand / Mermaid / The Weeping Song / From Her To Eternity / West Country Girl / People Ain’t No Good / Love Letter / Wide Lovely Eyes / Higgs Boson Blues / The Mercy Seat / Stagger Lee / Push The Sky Away // God Is In The House / Papa Won’t Leave You, Henry / Into My Arms.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier