“It’s never too late for teenage dreams”, zong Matthew Caws in een uitverkochte AB. En dat deed hij met zoveel overtuigingskracht dat niemand aan zijn woorden twijfelde. Zijn band, Nada Surf, bestaat dan ook uit drie veertigers die van jeugdige onbevangenheid hun handelsmerk hebben gemaakt.
DA GIG: Nada Surf in ABBox, Brussel op 12/2.
IN EEN ZIN: De misdadig catchy songs van Nada Surf bruisten als een dafalgantablet in een glas water en veerden op en neer als kangoeroes die voor het eerst uit de buidel mogen.
HOOGTEPUNTEN: ‘Teenage Dreams’, ‘Waiting For Something’, ‘Whose Authority’, ‘Killian’s Red’, ‘See These Bones’… Eigenlijk was bijna alles top.
DIEPTEPUNTEN: niet gehoord.
BESTE QUOTE van Matthew Caws: “De meesten onder ons brengen steeds meer tijd in cyperspace door en trekken zich terug in een imaginair wereldje. Bedankt dus dat jullie desondanks zijn komen kijken naar een concert, gespeeld door mensen van vlees en bloed.”
Lieden die niet beter weten, beschouwen Nada Surf nog altijd als de eendagsvliegen die in 1996 een Afrekening-hitje scoorden met ‘Popular’. In Vlaanderen hoor je hun liedjes zelden op de ethergolven dobberen en dat is onbegrijpelijk: het gezelschap uit Brooklyn, dat dezer dagen zijn twintigste verjaardag viert, maakt immers een perfecte kruising van folkrock met powerpop waarin de pittigste muzikale ingrediënten uit ieder decennium sinds de sixties doorklinken.
Platen als ‘Lucky’ (2008) en het pasverschenen ‘The Stars Are Indifferent to Astronomy’ vertonen de harmonieuze rijkdom van The Beatles, de tintelende melodieën van Big Star en het vakmanschap van R.E.M.. De songs van Nada Surf klinken onweerstaanbaar catchy en zijn zo verslavend dat zelfs een methadonkuur er niets tegen vermag. Mocht God bestaan en over een FM-frequentie beschikken, dan zou je de New Yorkers, samen met de schromelijk onderschatte Marshall Crenshaw, in de hemel minstens vijf maal daags op de radio horen.
Zanger-gitarist Matthew Caws en bassist Daniel Lorca brachten elk een deel van hun jeugd in België en Frankrijk door en voelen dus een nauwe band met dit deel van West-Europa. De heren herinnerden er het publiek graag aan dat hun cd ‘Live In Brussels’ in 2003 in de AB werd ingeblikt en toonden zich bijzonder verheugd er nog eens op het podium te mogen staan. Nada Surf werd er dit keer in de rug gedekt door twee interimkrachten: leadgitarist Doug Gillard was een voormalige werknemer van Guided By Voices, terwijl toetsenman en trompettist Martin Wenk tijdelijk werd weggeplukt bij Calexico.
Voor de set putte de groep uit al haar cd’s, met uitzondering van ‘High/Low’, maar zoals verwacht kwam haar nieuwe, achtste langspeler ‘The Stars Are Indifferent to Astronomy’ -voorlopig de mooiste titel van het jaar trouwens- vrijwel integraal voorbij. Live klonk Nada Surf net iets gespierder en potiger dan in de studio, maar dat nam niet weg dat de glorieuze meerstemmige samenzang probleemloos overeind bleef.
De songs van de Amerikanen zijn doorgaans klassiek van snit, zitten vol onweerstaanbare hooks en ontlenen hun dynamiek zowel aan het energieke drumwerk van Ira Elliot als de sierlijk opkrullende gitaren van Caws en Gillard. Dartele songs als ‘Waiting For Something’, ‘Whose Authority’, ‘Jules and Jim’ of ‘The Moon is Calling’ bruisten dan ook als een dafalgantablet in een glas water en veerden op en neer als kangoeroes die voor het eerst uit de buidel mogen. In ‘Killian’s Red’ kwam Nada Surf wat donkerder en psychedelischer uit de hoek; tijdens rustpunten als het bitterzoete ’80 Windows’ en het zacht wiegende ‘Let the Fight Do the Fighting’ blies Wenk dan weer een wolkje Bacharach de zaal in.
‘When I Was Young’ spatte, na een folky eerste helft, als veelkleurig vuurwerk uit elkaar, waarna de muzikanten met ‘Inside of Love’ en het door een ronkende bas voortgestuwde ‘Hi-Speed Soul’, naar een hogere versnelling schakelden. Dit tot groot jolijt van de toeschouwers, die zich door het zwartgallige ‘See These Bones’ niet van de wijs lieten brengen en twee verlengingen afdwongen.
De oudere fans waren vooral in hun nopjes met het springerige ‘Hyperspace’ en fonkelende popparels als ‘Blonde on Blonde’ of ‘Always Love’. Afsluiter ‘Blankest Year’ was vrij doorsnee, maar de geestdriftige manier waarop het publiek de regels “Oh fuck it, I’m going to have a party” meebrulde, zorgde hoe dan ook voor een feestelijke apotheose. Het was tenslotte zondagavond en maandagochtend leek op dat moment nog ontiegelijk veraf.
Een concert voor de fijnproevers? You bet! Nada Surf is het soort band dat in een rechtvaardige wereld reusachtige sportpaleizen zou vullen, maar als we eerlijk mogen zijn: zelf zijn we maar wàt blij dat deze aardkloot zo verdorven is.
Dirk Steenhaut
DE SETLIST: Clear Eye Clouded Mind / Waiting For Something / Happy kid / Whose Authority / Weightless / Teenage Dreams / Killian’s Red / What is Your Secret? / Jules and Jim / Enjoy The Silence / 80 Windows / When I Was Young / Inside of Love / Hi-Speed Soul / Let the Fight Do the Fighting / The Moon is Calling / See These Bones // Blonde on Blonde / Hyperspace / Always Love / Looking Through // Blankest Year.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier