Muse @ Paleis 12: De extase regeert ****

© Yvo Zels

Ze zijn makkelijk te verdelen, de meningen over Matt Bellamy en co. Volgens de ene is Muse de grootste band van het decennium, die bovendien op het punt staat de rockmuziek heruit te vinden; volgens de andere verliest Muse zichzelf zodanig in hun groteske ambities, dat hun grootheidswaanzin er ondertussen grootheidswaanzin van krijgt. Voor allebei is wat te zeggen, maar een feit is dat de Britse band zich met vier opeenvolgende uitverkochte concerten in Paleis 12 duidelijk tot de club van absolute megagroepen mag rekenen.

In bijna 20 jaar tijd heeft Muse haar podiumact beetje bij beetje kunnen uitbouwen tot wat ze nu is. Van een alternatieve indie-rockgroep transformeerde Muse in de jaren ’00 tot een curieuze barok-‘n-rollband en uiteindelijk tot een bombastische stadionact voor wie niets onmogelijk lijkt. Met hun huidige Drones Tour gaat Muse nog een stap verder, meer dan ooit vastbesloten om het concept van een rockconcert helemaal binnenstebuiten te keren. Een rond podium onder een 360° videowall midden in de zaal, overal opduikende projectieschermen, een bataljon uitrukkende storm troopers, een eclectische lichtshow en zes immense drones die dreigend over de hoofden van het publiek zweefden, vochten vanaf de eerste minuut om de aandacht van de toeschouwer. Die wist aanvankelijk niet wat hij meemaakte, laat staan waar hij eerst moest kijken.

Van climax naar climax

Tussen al die visuele extravaganza was gelukkig ook plaats voor euforische rock ’n roll: de dreunen van opener ‘Psycho’ waren bokshandschoenen die Paleis 12 meteen deden duizelen. Pas een goed half uur later, toen je al een gebald ‘Dead Inside’ en een monumentaal ‘Plug In Baby’ achter de kiezen had, was er even tijd om bij te komen. Op dat moment ook al voorbij: ‘Hysteria’, die stilaan volwassen wordende kleinzoon van een Led Zeppelin song.

Bellamy rende ondertussen van het ene uiterste van het podium naar het andere, dirigeerde zijn band in een rotvaart van climax naar climax en ontving het applaus met opengesperde armen. Eveneens een glansrol spelend in zijn koninkrijk, was het paleis zelf: de kwalijke reputatie van België’s jongste rocktempel had vanavond geen recht van spreken. Meer zelfs, de feilloze klank, de centrale opstelling van het podium en alle extra toeters en bellen die de zaal vulden, maakten van Paleis 12 een arena waarin dit spektakel perfect tot zijn recht kwam.

Visuele spielerei

Hier en daar haperde de feel good machine even, maar indrukwekkende videoprojecties en visuele effecten hielden de flauwste nummers makkelijk boven water. Zo werden Bellamy en bassist Chris Wolstenholme tijdens het middelmatige ‘The Handler’ als marionetten bespeeld door een reusachtige hand en kreeg je bij het bleke ‘Madness’ net genoeg visuele spielerei over je heen om die songkeuze door de vingers te zien. Over spielerei gesproken: de manier waarop de band met de zes reusachtige drones speelde, was buitengewoon fascinerend. Tijdens ‘Starlight’ – dat door het massale ritmisch handengeklap nog meer weg had van een Queen klassieker – hingen ze boven het middenplein als sterren aan de hemel en bij ‘Supermassive Black Hole’ cirkelden ze in banen rond de groep als planeten rond de zon. Wie in al die fratsen Muse als de vertegenwoordigers van de moderne muziek op aarde wilde zien, had daar niet eens veel verbeelding voor nodig.

Net wanneer de rol van al dat technisch vernuft de bovenhand dreigde te nemen, zette Muse een wervelende eindsprint in. ‘Uprising’ marcheerde met beelden van gemaskerde strijders en agressieve oproerpolitie dreigend en strijdbaar naar een voorspelbaar hoogtepunt en allemansvriend ‘Mercy’ kreeg ongeziene hoeveelheden confetti en slingers over zich heen. Dankzij die neergedwarrelde snippers kreeg orgelpunt ‘Knights of Cydonia’ iets van een bombastische carnavalskraker, een headbangende polonaise die werd aangedreven door de koortsachtige drums van Dominic Howard.

Met deze Drones Tour zal Muse de verdeelde meningen de wereld niet uithelpen, wel integendeel. Want natúúrlijk waren de kleurrijke led-lichtjes op de bas van Chris Wolstenholme pure kitsch, en natúúrlijk kun je discussiëren of dat rondvliegende ruimteschip wel echt nodig was. Ja, hun gepolijste rocksongs zijn gemaakt om snel en makkelijk te consumeren en ja, die draaiende podiumvloer deed inderdaad wat denken aan die discotheek in Sint-Katelijne-Waver, maar daar ging het in wezen allemaal niet om. Muse creëert met haar explosieve stadionrefreinen, haar visuele psychedelica en haar karrenvracht aan technische huzarenstukjes een twee uur lange trip waarbij fun en hits zowat de enige vereisten zijn. Geen kat die om iets anders vroeg.

Toon Heylen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content