Living Colour veroorzaakt een vernietigende tornado in Het Depot 

4 / 5
© Yvo Zels
4 / 5

Artiest - Living Colour

Datum - 18/12/2023

Locatie - Het Depot

Het is niet fout te beweren dat de hoogdagen van Living Colour al een poosje achter ons liggen. Maar op het podium zorgt de Amerikaanse funkmetalband, met songs van enkele decennia geleden, nog steeds voor opwinding. Dat was ook het geval in het tot de nok gevulde Depot, waar het kwartet twee uur lang van jetje gaf.

HET CONCERT: Living Colour in Het Depot, Leuven op 18/12.

IN EEN ZIN: Slechts één nummer uit de setlist dateerde uit deze eeuw, maar Living Colour gaf blijk van zoveel power en dynamiek dat je oren ongeremd aan het wapperen sloegen.

HOOGTEPUNTEN: Ignorance is Bliss, Leave it Alone, Bi, Nothingness, Love Rears Its Ugly Head, Type, Cult of Personality, Solace of You…

DIEPTEPUNTEN: geen, al dreigden de songs af en toe een beetje eenvormig te worden.

QUOTE (uit Type): ‘This is the time when the lie is revealed / Everything is possible, but nothing is real’.

Living Colour? Bestaan die nog? Jawel, want het New Yorkse gezelschap, dat in 1984 boven de doopvont werd gehouden, stond sindsdien eigenlijk slechts vijf jaar op non-actief. Met hun eerste drie langspelers – Vivid (1988), Time’s Up (’90) en Stain (93)– bereikten de invloedrijke funkmetalpioniers hun carrièrepiek, zowel in artistiek als commercieel opzicht, maar de drie platen die ze daarna uitbrachten, werden enkel nog door hun meest fervente fans opgemerkt. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat van de 24 nummers die in Leuven op  de setlist prijkten, er slechts eentje uit deze eeuw dateert. 

Toen Living Colour debuteerde, waren Afro-Amerikaanse rockbands een zeldzaamheid. Het belang van Chuck Berry, Little Richard en, later, Jimi Hendrix voor het genre valt weliswaar nauwelijks te overschatten, maar om de één of andere reden neigen mensen van kleur meer naar jazz, soul, r&b of hiphop dan naar luide gitaren. Volgens gitarist Vernon Reid, die samen met een journalist van The Village Voice in 1995 de Black Rock Coalition oprichtte, heeft dat alles te maken met het racisme dat inherent is aan een door blanken gedomineerde muziekindustrie. Bijdragen van de zwarte gemeenschap aan rock-‘n-roll worden dan ook systematisch genegeerd of ondergewaardeerd. Naast Living Colour slaagde dus hooguit een handvol artiesten of bands – Bad Brains, 24-7 Spyz, Rage Against the Machine, Lenny Kravitz – erin een duik te nemen in de mainstream. 

© Yvo Zels

Dat Living Colour in 1988 als een vuurpijl de hemel in schoot, was in ruime mate de verdienste van Mick Jagger. Vernon Reid had grote indruk op hem gemaakt, toen die als muzikant deelnam aan de audities voor Jaggers soloplaat Primitive Cool. ‘Rubber Lips’ producete vervolgens de eerste demo’s van Living Colour, bezorgde de groep een contract met Epic (de thuishaven van Michael Jackson) en nam haar mee als voorprogramma tijdens het Amerikaanse luik van de Steel Wheels-tournee van The Rolling Stones. En nog vóór je met je ogen kon knipperen, stootte de lp Vivid door naar de Amerikaanse top-tien. Net als de Red Hot Chili Peppers en Faith No More sloeg Living Colour een brug tussen potige gitaarrock en de funktraditie van James Brown en George Clinton, maar daarnaast gooide ze ook regelmatig flarden hiphop, jazz, pop en punk in de blender. 

Auditieve uppercuts 

De jongste plaat van het kwartet dateert alweer van 2017 en tijdens zijn huidige tournee valt Living Colour dus terug op zijn populairste werk. Het excuus: Vivid is dit jaar 35 jaar oud en Stain, dat in Leuven nagenoeg volledig voorbij kwam, verscheen precies dertig jaar geleden. Tijdens recente concerten speelde de groep nogal wat covers van Led Zeppelin, Jimi Hendrix, The Clash, Prince, Talking Heads en zelfs Leonard Cohen, waarmee ze niet meteen de indruk gaf zich op een creatief hoogtepunt te bevinden. Maar daar hoeft u niet uit te concluderen dat het enige Belgische concert van de New Yorkers een slappe Golden Years-bedoening werd. Integendeel: Living Colour gaf blijk van zoveel power en dynamiek dat je oren ongeremd aan het wapperen sloegen. 

© Yvo Zels

Vanaf Song Without Sin en Middle Man hing er elektriciteit in de lucht en deelde de band de ene auditieve uppercut na de andere uit. De nummers, afwisselend gestut door logge en witgloeiende riffs, knalden letterlijk de zaal in en leken wel vervardigd in de munitiefabrieken van illustere voorgangers als Black Sabbath of Cream. Vernon Reid blijft een absoluut fenomeen op de snaren: vingervlug, zigzaggend en regelmatig richting leftfield sturend. Het is geen toeval dat de man ooit deel uitmaakte van The Decoding Society, de groep van avant-jazzicoon Ronald Shannon Jackson.  

In Leuven speelde Living Colour zo luid dat de stem van frontman Corey Glover (met dreadlocks die intussen tot voorbij zijn knieën reikten) meermaals in de herrie dreigde te verzuipen. Drummer Will Calhoun zorgde er op een superieure manier voor dat alles in beweging bleef, maar de coolste muzikant op het podium was zonder twijfel bassist Doug Wimbish, die, ook vóór hij dertig jaar geleden aan boord kwam van het Living Colour-schip, al volop zijn stempel op genres als dub en hiphop had gedrukt. 

Feestje 

Stain, de derde lp van de groep, waarop de minder fraaie kanten van de Amerikaanse samenleving werden belicht, kwam, met uitzondering van het instrumentale WTFF, integraal aan bod, wat met prijsbeesten als Ignorance is Bliss en Leave It Alone bij de aanwezigen prompt in goede aarde viel. Vernon Reid demonstreerde dat hij goed naar Eddie Van Halen had geluisterd en tijdens Bi dook Glover de zaal in om de zittende toeschouwers achteraan aan te manen alsnog recht te veren. Vanaf dat moment werd het concert in een feestje getransformeerd en viel aan de stotterende ritmen van Mind Your Own Business of Postmannog moeilijk te weerstaan. Het enige relatieve rustpunt was het door Calhoun bedachte, melodieuze Nothingness. 

© Yvo Zels

Na Stain werden de schijnwerpers even op Wimbish gericht met een medley van legendarische nummers (The Message van Grandmaster Flash bijvoorbeeld) waar hij ooit een baslijn aan had opgehangen. De enige andere cover uit de set was dit keer Here I Come van de Jamaïcaanse dancehall-artiest Barington Levy. De rest van het aanbod bestond uit publieksfavorieten, zoals het catchy Glamour Boys, het bloedmooie Love Rears Its Ugly Head en eensgezind meegebrulde songs als Type, Cult of Personality en het naar West-Afrikaanse highlife verwijzende Solace of YouElvis is Dead werd dan weer voorzien van een citaat uit Hound Dog. Tussendoor kregen we ook nog een drumsolo van Will Calhoun te verteren. Zeker, de man is een meester op zijn instrument, maar drumsolo’s zijn saai en overbodig. Punt.  Met Time’s Up besloot Living Colour een halsbrekende reis in de tijd die aangaf dat dit energieke stel zestigers nog lang niet is uitgeteld. Na afloop hadden we zelfs het gevoel dat we een vernietigende tornado hadden overleefd. Maar als de groep écht relevant wil blijven, zal ze toch dringend op de proppen moeten komen met een werkstuk dat naast haar eerste drie langspelers kan staan.

DE SETLIST: Song Without Sin / Middle Man / Go Away / Ignorance Is Bliss / Leave It Alone / Bi / Mind Your Own Business / Auslander / Never Satisfied / Nothingness / Postman / This Little Pig / Hemp / Wall / White Lines / Here I Come / Glamour Boys / Love Rears Its Ugly Head / Drum Solo / Elvis is Dead / Type / Cult of Personality / Solace of You / Time’s Up.

© Yvo Zels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content