John Cale in Koninklijk Circus: nog altijd op het scherp van de snee

4,5 / 5
John Cale in het Koninklijk Circus © Yvo Zels
4,5 / 5

Artiest - John Cale

Datum - 04/03/2025

Locatie - Koninklijk Circus

Waardig ouder worden: in de wereld van de rock-‘n-roll is het niet vanzelfsprekend. Velen slagen er zelfs niet in waardig jong te blijven. Maar John Cale, volgende week 83, is een geval apart. Op het podium van het Koninklijk Circus oogde de Welshman dynamisch en vitaal en gaf hij aan waarom hij al die jaren een voorhoede figuur is gebleven.

Cale is van vele markten thuis. Als klassiek geschoolde componist, met een voorliefde voor drones en avant-garde, werkte hij vanaf de vroege sixties al samen met figuren als Aaron Copland, John Cage, LaMonte Young en Terry Riley. Kort daarna stond hij, samen met Lou Reed, aan de wieg van The Velvet Underground, zowat de invloedrijkste rockband ooit. Met zijn schrapende altvioolspel drukte John Cale een onuitwisbare stempel op de sound van het New Yorkse gezelschap. 

© Yvo Zels

Als producer was hij verantwoordelijk voor de spraakmakende debuten van The Stooges, Patti Smith en The Modern Lovers. Voorts schreef hij talloze soundtracks voor film en ballet, bundelde hij zijn krachten met collega’s als Brian Eno en Bob Neuwirth en bewees hij in zijn eentje dat hij als singer-songwriter én als intense live-performer weinigen in zijn schaduw hoeft te dulden. Ook op zijn oude dag geeft Cale nog blijk van een onvermoeibare arbeidsethiek en weigert hij zich als artiest neer te leggen bij het status quo. Zo blijft hij op zijn onlangs verschenen achttiende soloplaat POPtical Illusion stug onbetreden paden opzoeken.  

In tegenstelling tot de meeste van zijn generatiegenoten blijft John Cale nieuwsgierig naar wat hij (nog) niet kent. Hij omarmt productietechnieken uit hiphop en R&B, bedient zich van veelkleurige synthlagen, experimenteert met industriële beats en schurende noise, maar schrijft tegelijk toegankelijke popsongs waarin je altijd zijn hand herkent. 

Zinnenprikkelend

Zeker, er is een periode geweest, tijdens het laatste decennium van de vorige eeuw, waarin Cale vooral solorecitals speelde en we na afloop vaak knarsetandend de zaal verlieten, omdat de artiest telkens weer dezelfde voorspelbare sets speelde en veel juweeltjes uit zijn oeuvre ongemoeid liet. Maar dat was toen. Dezer dagen komt hij regelmatig met onverwachte maar spannende keuzes aanzetten en deinst hij er niet voor terug obscure nummers uit zijn repertoire op te delven. Wie in Brussel op de hits zat te wachten – bij John Cale sowieso al een relatief begrip- was eraan voor de moeite. In dit stadium van zijn leven doet hij gewoon zijn zin en precies dàt is wat hem zo boeiend maakt.

© Yvo Zels

Net als Iggy Pop betrad Cale vroeger wel eens het podium met en stel gezichtsloze huurlingen achter zich. De jongste jaren laat hij zich gelukkig bijstaan door een uitstekende band, met gitarist Dustin Boyer in een glansrol, en speelt hij weer helemaal op het scherp van de snee. In Brussel opende hij met het zinnenprikkelende Out Your Window, uit zijn vorige lp Mercy en daarbij werden, niet voor het laatst overigens, enkele dissonante noten uit de boom geplukt. 

Ook tijdens de twee songs uit POPtical Illusion trok de zanger, van achter zijn keyboards, een voor artillerie beduchte wall of sound op. Vooral het omineuze Company Commander zat vol ingehouden razernij. De song zou over het extreemrechtse beleid van de Amerikaanse Republikeinen (‘The right wingers burning their libraries down’) en de Orange Man in het Witte Huis (‘Give him give him all he wants / Give him Give him everything’) kunnen gaan. Het was wellicht geen toeval dat de gitaar als een alarmsirene klonk.

Ontspoord

Rosegarden Funeral of Sores (een oud b-kantje uit de Sabotage-periode) werd ingeleid door synthetische strijkers, terwijl abstracte visuals en schaduwspelen als smaakvolle backdrop dienden. De enige keer waarop John Cale in het Koninklijk Circus overschakelde op elektrische gitaar was tijdens Cable Hogue, een flard melodieuze maar licht ontspoorde powerpop. Het gloednieuwe, nog niet uitgebrachte Long Way Out of Pain, diende zich aan als een statig begrafenislied, zij het dan begeleid door een vuurwerk van knetterende beats. Eén keer liet Cales geheugen het afweten, toen hij Chums of Dumpty aankondigde als ‘nieuw’, terwijl het natuurlijk al in 2003 op zijn ep 5 Tracks te horen was.

© Yvo Zels

Een belangrijker vaststelling was dat de songs van John Cale niet bevroren zijn in de tijd. Ze leven en ademen, veranderen van sfeer en kleur waardoor je er op een andere manier naar gaat luisteren. Het springerige Do Not Go Gently Into That Good Night, een op muziek gezet gedicht van Dylan Thomas, zat nu onder een dikke laag elektronica. En ook de songs uit seventiesplaten als Helen of Troy of Fear, toonden onvermoede gezichten. 

In het poppy My Maria, waarin Cale als een bezetene op de toetsen hamerde, liet Dustin Boyer zijn gitaar huilen als een speenvarken dat op het punt stond gekeeld te worden. Het even potige als veerkrachtige Barracuda deed soms denken aan de vroege Roxy Music. Geen wonder, want Phil Manzanera was destijds te horen op de studioversie. Alleen mondde het nummer nu uit in een ietwat jazzy instrumentale improvisatie. ‘This is the Wild West!’, liet Cale herhaaldelijk weten. ‘That’s it’, besloot hij. ‘But We’ll be back’.

Groots

De artiest bracht in Brussel ook een ode aan zijn oude vrienden en strijdmakkers van The Velvet Underground. Het van Nico geleende, repetitieve maar dwarse Frozen Warnings zat vol experimentele klankkleuren en deed de bassist zelfs naar een strijkstok grijpen. De enige bis (Cale: ‘Were back!’), een stuiterend en overweldigend I’m Waiting For the Man, betrok de artiest dan weer bij Lou Reed. Opvallend trouwens hoe goed John Cale de hele avond zong. De tijd bleek op zijn stem duidelijk geen vat te hebben. De Welshman gaf de jongste jaren uitsluitend geweldige concerten en dit was geen uitzondering op die regel. In één woord: groots.

© Yvo Zels

Bij wijze van apertitief mocht zangeres Emmy d’Arc (pseudoniem voor de Limburgse Ine Tiolants) solo en akoestisch een handvol nummers brengen uit haar door Jean Blaute geproducete langspeeldebuut dat later deze maand uitkomt. De combinatie met Cale was een beetje vreemd, maar de jongedame, die intussen al wat ervaring en zelfvertrouwen heeft opgedaan op festivalpodia, hield zich In Brussel moeiteloos staande. Haar soepele stem hield het midden tussen die van Sinéad O’Connor en de jonge Tracy Chapman en in haar persoonlijke nummers, die afwisselend kracht en kwetsbaarheid uitstraalden, maakte ze de toeschouwers deelgenoot van haar mentale worstelingen en de obstakels die ze diende te overwinnen om zichzelf te kunnen zijn. Haar artiestennaam, een verwijzing naar haar heldin Jeanne d’Arc, sprak dusboekdelen. Alleen stak ze voor de gelegenheid zélf het vuur aan de lont.

DE SETLIST: Out Your Window / Setting Fires / Company Commander / Rosegarden Funeral of Sores / Cable Hogue / Frozen Warnings / Long Way Out of Pain / My Maria / Do Not Go Gentle Into That Good Night / Chums of Dumpty / Barracuda // I’m Waiting For the Man.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content