Dit voorjaar bracht Joe Jackson met zijn cd ‘The Duke’ hulde aan jazzgigant Duke Ellington. Dat bracht hem op het idee met een wat uitgebreidere groep de hort op te trekken. In Trix stelden de zanger en The Bigger Band alvast niet teleur. Ze toverden zelfs enkele verbouwde hits uit hun hoed.
DA GIG: Joe Jackson in Trix, Antwerpen op 16/11.
IN EEN ZIN: Jackson en zijn voortreffelijke begeleiders wisselden materiaal van Duke Ellington af met oude bekenden die in een verrassend jasje waren gestopt, waardoor de publieksaandacht nooit verslapte.
HOOGTEPUNTEN: ‘We Can’t Live Together’, ‘Hometown’, ‘Is She Really Going Out With Him?’…
DIEPTEPUNTEN: geen.
BESTE QUOTE: “We eindigen dit concert met het diepzinnigste statement dat we kunnen maken: it don’t mean a thing if it ain’t got that swing.”
Op zijn 58ste blijft Joe Jackson een van de veelzijdigste figuren uit het popmilieu. Je kunt nauwelijks een stijl bedenken die hij in de loop van zijn lange carrière níet heeft aangepakt. Maar of hij nu klassieke symfonieën of filmmuziek schrijft, zich onderdompelt in ska, reggae, salsa of jumpin’ jive, het klinkt onmiskenbaar als Long Tall Joe. Aangezien ook jazz altijd een wezenlijk onderdeel van zijn werk is geweest, was zijn eresaluut aan Duke Ellington geen echte verrassing.
Maar Jackson zou Jackson niet zijn mocht hij de nummers niet resoluut naar zijn hand hebben gezet. Hij voorzag de gekozen songs van een nieuwe groove, loodste ze muzikale tradities binnen die tijdens Ellingtons leven nog niet bestonden en schrapte de voor De Meester zo typische trompetten, trombones en saxofoons genadeloos uit de partituur. Sommige van de oorspronkelijke teksten vond hij zelfs zo gênant, dat hij ze in het Portugees of het Farsi liet vertalen. ‘The Duke werd dus veeleer een creatieve herinterpretatie dan een slaafse hommage.
Wegens een hardnekkige file op de Brusselse ring zagen we het eerste kwartier van het concert aan onze neus voorbijgaan. Maar zodra de eerste klanken van ‘I’m Beginning To See The Light’ onze eustachiusbuizen binnengleden, wisten we dat de avond niet meer stuk kon. Jacksons zeskoppige band, met de befaamde jazzvioliste Regina Carter in een glansrol, speelde soepel en ’to the point’ en wist de ‘Ellingtonia’, zoals de zanger ze noemde, op een uitdagende manier tot leven te wekken.
Schalks
‘Mood Indigo’ werd door Adam Rogers van een grofkorrelige gitaarsolo voorzien, tijdens ‘Rockin’ in Rhythm’ wees contrabassist Jesse Murphy met zijn tuba richting New Orleans en ‘Perdido’ was, dank zij drummer Nate Smith, percussioniste Sue Hadjopoulos en de in het Portugees zingende multi-instrumentaliste Alison Cordell, doordrongen van een Braziliaanse vibe. Ook het door Jackson solo aan het klavier gebrachte ‘Satin Doll’ en de medley van ‘The Mooch’ en ‘Black and Tan Fantasy’ waarin alle muzikanten om beurten even in de schijnwerpers mochten, klonken aanstekelijk. In het laatste zat zelfs een schalkse verwijzing naar Chopins Dodenmars verstopt.
Uiteraard zit Joe Jackson al lang genoeg in het vak om te weten dat je het publiek probleemloos nieuw materiaal kunt doen slikken, zo lang je maar de nodige herkenningspunten in je set stopt. Het sobere ‘Be My Number Two’ werd bijvoorbeeld her en der op verrukte kreetjes onthaald. Maar ook wanneer hij oudere nummers opdiepte, droeg de zanger er zorg voor niet al te voorspelbaar uit de hoek te komen. Niet alleen maakte hij verrassende keuzes uit zijn repertoire, de liedjes kregen doorgaans ook een nieuw jasje aan. Zo werd ‘Invisible Man’, (uit de cd ‘Rain’) door Regina Carter met lyrische vioolfrasen versierd en baadde ‘Hometown’, dank zij het tweestemmige strijkersarrangement (met Cordell op alt), in een klassieke grandeur. Zelf waren we het meest te spreken over het broeierige ‘We Can’t Live Together’, waarin vooral de ritmesectie geweldig uit de verf kwam. Het was één van die vergeten parels, zoals er uit Jacksons discografie nog wel meer op te vissen vallen.
Informeel
Tussen de songs door was de artiest kwistig met geestige anecdotes en ook zelfspot was hem niet vreemd. “Yep, er stonden twéé goeie songs op”, monkelde Jackson, toen hij een tweede nummer uit zijn cd ‘Big World’ lichtte. En toen hij iets uit de jaren twintig aankondigde, sneed hij een grapjas uit het pubiek de pas af met een gedecideerd “Neen, níet uit mijn debuut.” Het zorgde ervoor dat het optreden in een informele, gemoedelijke sfeer verliep. Naar het einde toe diepte Joe Jackson met ‘Another World’, ‘Target’ en ‘Steppin’ Out’ nog enkele met pittige latinkruiden bestrooide classics op, waarbij de piano naar salsa wees en de percussioniste zich van haar vinnigste kant liet zien. In het swingende “It Don’t mean A Thing’ tot slot, hoorden we de gitarist de sluimerende zigeunerziel van Django Reinhardt wakker maken.
Dat het onsterfelijke ‘Is She Really Going Out With Him?’ als bis zou worden opgespaard, lag voor de hand. Alleen: deze versie, met tuba, een halverwege invallende banjo en Joe Jackson op accordeon, hadden we nog nooit eerder gehoord. Er volgden nog een snelle (het springerige ‘Sunday Papers’) en een trage (‘A Slow Song’) en zo kwam een einde aan een hoogst onderhoudend concert van een man die ons in de voorbije vijfendertig jaar (met uitzondering van zijn ‘Heaven & Hell’-tournee) nog nooit heeft teleurgesteld. En neen, er zijn niet veel artiesten die dat kunnen zeggen.
Dirk Steenhaut DE SETLIST (eerste 4 songs onder voorbehoud): It Don’t Mean A Thing / ?It’s Different For Girls / Caravan / You Can’t Get What You Want ?/ I’m Beginning See The Light (Medley) ?/ Mood Indigo ?/ Rockin’ in Rhythm ?/ Invisible Man / Be My Number Two / We Can’t Live Together / ?Home Town / Perdido + Satin Doll / The Mooche + Black and Tan Fantasy / Another World / Target / Steppin’ Out / It Don’t Mean A Thing (If It Ain’t Got That Swing) // Is She Really Going Out With Him? / Sunday Papers / A Slow Song.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier