Eén hit. Méér had Hozier niet nodig om zich comfortabel in het collectieve bewustzijn te nestelen. ‘Take Me to Church’ bracht hem al naar de AB, Pukkelpop en Rock Werchter, maar de herhaling eist zijn tol: in Vorst Nationaal begon de Ierse zanger stilaan een beetje vermoeid te klinken.
DA GIG: Hozier in Vorst Nationaal op 26/1.
IN EEN ZIN: Een muzikaal degelijke, maar weinig spectaculaire, zelfs wat saaie show van een getalenteerde artiest die nog wel een paar goede songs kan gebruiken.
HOOGTEPUNTEN: ‘To Be Alone’, ‘Jackie & Wilson’, ‘Angel of Small Death & The Codeine Scene’, ‘Take Me to Church’, ‘Work Song’.
DIEPTEPUNTEN: geen.
QUOTE: “Het is altijd een eer en een genoegen hier op het podium te mogen staan. Want van alle Europeanen heb ik van jullie Belgen altijd de meeste steun gekregen.”
Als voorprogramma had Hozier zijn Britse generatiegenoot David Rhodes meegebracht. De 25-jarige zanger uit Hertfordshire, die onlangs bij Sony zijn langspeeldebuut ‘Wishes’ uitbracht, stond in zijn eentje op het podium en begeleidde zijn gevoelige ballads uitsluitend op elektrische gitaar. Met zijn getormenteerde stem verkende hij vooral de hogere regionen van het muzikale spectrum, wat de dramatische inhoud van liedjes als ‘Close Your Eyes’, ‘Raise Your Love’ of het samen met Birdie geschreven ‘Let It All Go’ nog aandikte.
Rhodes deed afwisselend denken aan een mannelijke Adele, een van soul gespeende Sam Smith of een soort Coldplay voor minder bedeelden. We hebben geen redenen om aan ’s mans eerlijkheid te twijfelen, alleen: met kwetsbare koorknapen van dit type kun je zo onderhand wel de straten plaveien. Hoe vaak Hozier dus ook benadrukte dat met Rhodes een uitzonderlijk talent was opgestaan, zelf hoorden we alleen maar een songwriter van dertien in een dozijn.
Dan was Andrew Hozier-Byrne, de zanger muzikant uit het Ierse Wicklow (“een plek die enkel in het nieuws komt wanneer er weer eens een lijk is gevonden”) toch van een ander kaliber. Om te beginnen beschikt hij over een breed referentiekader: zijn muziek is doordrongen van delta blues, folk, soul, gospel en rock en zoals zijn in 2014 verschenen eerste langspeler al aangaf is Hozier als liedjesschrijver veelzijdiger dan je uit het overigens uitstekende ‘Take Me to Church’ zou kunnen afleiden. Hij studeerde een poosje muziek aan Trinity College in Dublin, deed ervaring op bij een koor en een groot orkest en speelde intussen in allerlei bandjes. Zo leerde hij wat werkt en wat níet werkt op het podium.
Fab Four
In Vorst liet de zanger zich bijstaan door een zevenkoppige band waarvan de meeste leden -vier van hen waren vrouwen- ook in vocaal opzicht prima hun mannetje konden staan. Naar de reacties in de zaal te oordelen is Hozier vooral een meisjesidool: ieder woord dat hij sprak werd beantwoord met euforische gilletjes. Wie even de ogen sloot, waande zich op een concert van The Beatles in 1964. Dat Hozier met ‘Blackbird’ ook een song van The Fab Four op zijn setlist had staan, zal dus wel geen toeval zijn geweest. Door er het riffje uit ‘I Want You Back’ van The Jackson 5 in te verstoppen, probeerde hij het nummer van een r&b-vibe te voorzien. Toch klonk het resultaat te halfslachtig om van een geslaagde cover te kunnen spreken.
Maar laten we niet op de feiten vooruit lopen. “We’re going to have some fun”, beloofde de zanger bij de aanvang, en dat voornemen leverde enkele aanstekelijke momenten op. Tijdens het tussen folk en blues laverende ‘Angel of Small Death & The Codeine Scene’ trokken de twee backingzangeressen een blik gospel open, ‘From Eden’ neigde naar Caraïbische pop en ‘Jackson & Wilson’ -beetje Motown, beetje Stax- kreeg een kleurig rockjasje aangemeten. Vervolgens greep Hozier, wiens gitaarspel af en toe aan dat van Ry Cooder herinnerde, naar een dobro en voorzag hij ‘To Be Alone’ van een broeierige groove. Het publiek voegde er een woordenloze zangpartij aan toe, terwijl het stemtimbre van de Ier naar Richard Thompson wees.
‘It Will Come Back’ kwam dan weer een beetje hortend op gang. “Ja, we hebben hier een paar technische problemen”, bekende Hozier. “Maar zo merk je tenminste dat we écht live spelen.” Toen hij even later ‘Arsonist’s Lullabye’ aankondigde als “de autobiografie van iemand die je liever niet wil kennen” was het wéér van dattum. “Het is cool als je een effectpedaaltje van het bouwjaar 1975 bezit”, meldde de zanger na een valse start. “Maar vroeg of laat gaat het stuk en sta je, op een avond in Brussel, voor schut voor enkele duizenden toeschouwers”.
Schetsmatig
Het concert bleef gelukkig van verdere calamiteiten gespaard. ‘Someone New’ herinnerde zelfs aan de Celtic souluitstapjes van de jonge Van Morrison. Het folky ‘In A Week’, een duet met celliste Alana Henderson, een dame die er in Ierland ook zelf een carrière als zangeres en liedjesschrijster op na houdt, deed echter iets te schetsmatig aan. Uiteraard had Hozier zijn grootste klassieker tot het einde bewaard. ‘Take Me To Church’, een aanval op de hypocrisie van de katholieke kerk tegenover seksualiteit en bekend van de videoclip waarin fysiek geweld jegens homo’s wordt aangeklaagd, kon dan ook op geestdriftige reacties rekenen. Regels als “Worship in the bedroom” en “There’s no sweeter innocence than our gentle sin” werden in ieder geval uit volle borst meegezongen.
Na een uur zat het er al op, want ondanks zijn populariteit blijft Hozier een debutant met slechts één plaat onder de arm. Zijn repertoire is voorlopig beperkt en niet al zijn nummers kunnen voltreffers worden genoemd. Bovendien leek Vorst voor de man nog een beetje te groot. De afwezigheid van visuals of showelementen siert hem: het betekent dat voor Hozier de muziek primeert. Het leverde een muzikaal degelijk, maar ook een vermoeid en zelfs een beetje saai optreden op. Wat ons betreft wist de artiest afgelopen zomer op het podium van Werchter méér te overtuigen.
Op de bissen -het solo-akoestische ‘Cherry Wine’ en het door handclaps en chain gang-gegrom aangedreven ‘Work Song’- viel volstrekt niets aan te merken. Maar wil Hozier een blijver worden, dan heeft hij dringend méér hoogwaardig materiaal nodig. Er is dus nog werk aan de winkel.
DE SETLIST: Like Real People Do / Angel of Small Death and the Codeine Scene / From Eden / Jackie and Wilson / To Be Alone / Someone New / Blackbird / It Will Come Back / In A Week / Arsonist’s Lullabye / Sedated / Take Me To Church // Cherry Wine / Work Song.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier