Voor zijn recentste project werkte Herbie Hancock samen met artiesten uit de vier windrichtingen. Een op papier interessant idee, maar het viel zaterdag heel erg tegen.
Hoogtepunt: aan het einde ontsteken Hancock en zijn band in een moddervet ‘Chameleon’, en vervolgens shaket hij ongegeneerd zijn zeventigjarige booty op ‘Rockit’ – dat lijkt er al wat meer op
Dieptepunt: het titelnummer van zijn ‘Imagine Project’, een werkelijke gruwelijke uitvoering van het gelijknamige nummer van John Lennon
Beste quote: “On the record, the second part of this song is sung by Oumou Sangare. We don’t have him here. Well, actually we do. I have him on my hard drive. It’s the 21st century right, I might as well use the technology.” (No, you don’t.)
Voor zijn recentste project, ‘The Imagine Project’, trok Herbie Hancock de hele wereld rond, om er met artiesten uit jazz, pop, rock, soul, R&B en tal van funky wereldmuziekgenres een plaat op te nemen. Dat klinkt, op papier, als een razend interessant idee, maar het viel zaterdag heel erg tegen. De uitvoering van de titelsong was exemplarisch. Om te beginnen zouden we niet durven zeggen dat we ooit al een góede jazzuitvoering van die song hebben gehoord: niet alleen is het origineel al zodanig vaak verkracht dat de nochtans uitstekende song er danig onder lijdt, jazzpianisten die op hun toetsen zo maar wat rond de melodie heen dansen doen hem meestal geen recht.
Hancock maakte het echter nog veel erger: hij liet de tekst op ongelooflijk gezwollen wijze in-kelen door Pink en Seal – echt – en liet de song aan het einde dan ook nog eens muteren tot een soort Disneyeske afropop. Werkelijk niet om aan te horen, en dan hebben we het nog niet gehad over de live-uitvoering: de al bij al charismatische en getalenteerde vocalisten van de plaat had hij niet bij natuurlijk, en dus werd in het hikkende vocale drama voorzien door twee veel minder begenadigde huurlingen, die weliswaar met het nodige pathos ontzettend veel lucht uit hun longen wisten te persen, maar verder geen blijk gaven van enige ingetogenheid of betrokkenheid bij de tekst.
Alsof dat niet volstond (zie ook de quote hierboven) werden sommige afwezige vocalisten en instrumenten ‘vervangen’ door de hard drive van Hancock’s laptop, alsof je werkelijk nergens een Afrikaanse zanger met een likembe kan vinden die Sangare en Konono No. 1 wil vervangen (en dan zwijgen we nog zedig over de virtuele bijdrage van The Chieftains aan de futuro-Keltische cover van Dylan’s ‘The Times They Are A-Changin’).
Natuurlijk kregen we tussendoor een aantal breed uitgesmeerde elektrofunkklassiekers (‘Watermelon Man’, ‘Canteloupe Island’,
‘Chameleon’) die ons wél lagen en maakte Hancock ook indruk met zijn contemplatieve pianosolo halverwege, maar dat hadden we allemaal al eens gezien van hem, en beter, want hoewel de sfeer duidelijk zeer goed zat, was de focus (ook tijdens zijn bindteksten overigens) ver te zoeken.
Als dit alles het gevolg is van die Grammy voor ‘River’, dat ze hem die dan maar snel weer afpakken. Wij willen de oude Herbie terug.
Tim Vernimmen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier