Gent Jazz, dag zes: een relatief opgekuiste Pete Doherty en een rauwe Trixie Whitley

Joshua Migneau

Een rockicoon met de bijnaam Potty Pete en een liedschrijfster van de fiere Whitley-familieboom als headliners, het schreeuwt niet bepaald jazz uit. Maar over een festivaldag waarop Peter Doherty recht op zijn benen blijft staan, zal je ons verder niet horen klagen.

Gent Jazz, dag zes: een relatief opgekuiste Pete Doherty en een rauwe Trixie Whitley
© Wouter Van Vaerenbergh

Je hebt van die artiesten die gemakkelijk een glorieus popalbum uit hun mouw zouden kunnen schudden, maar dat nooit doen, want wat is daar nou interessant aan? Fulco Ottervanger, een verdwaalde Nederlander die een thuis vond in Gent, is zo’n artiest. Hij houdt ervan om popsongs binnenstebuiten te keren en dat doet hij misschien het best bij Stadt (***), zo bewees hij op Gent Jazz.

Want hoezeer Ottervanger en zijn drie metgezellen hun nummers kapseisden met borrelende jamsessies en strak gespeelde plotse versnellingen en uitbarstingen, Stadt bleef aanstekelijk. Elk lied had een groove. Die van Catch Or Fall leek uit de psychedelische sixties te komen, die van Human Interference uit de funky seventies en Escalators dan weer uit het Kraftwerk-tijdperk. Ook in het nieuwe materiaal zaten tijdloze melodieën verdoken onder Pink Floydiaanse jams. Schatten in overvloed, je hoefde er alleen maar wat voor te graven.

Wat is me dat hier?

Gent Jazz, dag zes: een relatief opgekuiste Pete Doherty en een rauwe Trixie Whitley
© Wouter Van Vaerenbergh

‘I’ve gotta change things up, you know’, zei Jenny Hval (***) en de Noordse zette een zwarte pruik op haar witte kopje. De dj zette een industriële beat in. Zij haalde haar smartphone boven en begon zichzelf te filmen terwijl ze minutenlang praatte over YouTube, de oppervlakkigheid van Hollywood, naar haar eigen stem luisteren via een hoofdtelefoon en wenen. Waarna ze dan ook luidop op ritme begon te huilen. ‘I want you all to cry with me’, snikte ze. ‘Do I have the right to tell you how to feel just because I’m here on a stage?’

Hval gebruikt muziek om mensen aan het denken te zetten, al zagen we onze buren vooral denken: Wat is me dat hier? Want Jenny Hval heeft twee gezichten: de denkster en de muzikante. Magie ontstond pas wanneer die twee samenkwamen. Zoals in Period Piece, een prachtig lied over menstruatie, in Secret Touch, waar vrijheid en de dood inwisselbaar bleken, of in Conceptual Romance, een abstracte en lieve song over abstracte liefde. Hval bleef zichzelf tot het einde: ‘It was fun to be here with you tonight. It sounds cliché, but hey, so is living.’

Fuck forever

Gent Jazz, dag zes: een relatief opgekuiste Pete Doherty en een rauwe Trixie Whitley
© Wouter Van Vaerenbergh

Ooit annuleerde Peter Doherty (***) een Babyshambles-show op Rock Werchter omdat zijn kat bevallen was. Ja, naast Grace Jones had Gent Jazz nog een tweede risico op het programma staan. Doherty, eerst bekend als co-frontman van de geweldige Londense indierockband The Libertines, dan als Potty Pete vanwege zijn verslaving aan heroïne en drama, is echter aan een derde hoofdstuk bezig: die van de relatief opgekuiste Peter Doherty.

Wat betekent dat hij wat zwalpte op het podium, er weleens naast zong en sommige liedjes een stille dood liet sterven, maar hij er dus ook een heleboel echt afwerkte. Hell To Pay At The Gates Of Heaven van zijn jongste album Hamburg Demonstrations (2016) bijvoorbeeld, waar Doherty zelfs scherp uit de hoek kwam. ‘Come on choose your weapons, J-45 or AK-47’, zong hij over de aanslag in Parijs, waar Doherty de laatste jaren verbleef. Op basis van de vele omhelzingen in het publiek: Gent koos voor hetzelfde wapen als dat van John Lennon, namelijk die beroemde Gibson J-45.

Ook goed: pianoballad You’re My Waterloo en die cover van Hugh “Dr. Gregory House” Lauries Weed Smokers Dream, wat klonk als een sirtaki die maar niet wou versnellen. Alleen jammer dat de fratsen naar het einde toe de bovenhand namen. Doherty goot een pint over de eerste rij, smeet zijn gitaar in de armen van de roadie en vroeg alle ex-gedetineerden om ‘ooh-ooh-ooh’ te zingen. Fantastisch om te zien, maar daardoor had Doherty geen tijd om een Libertines-klassieker of zijn eigen bekendste lied Fuck Forever te spelen. Inderdaad, fuck forever.

Mega-alien

Gent Jazz, dag zes: een relatief opgekuiste Pete Doherty en een rauwe Trixie Whitley
© Wouter Van Vaerenbergh

‘I’m saying stuff with a thick accent, they’re digging it,’ zei Trixie Whitley (****) al lachend tegen Chris Vatacaro, de drummer die ze had meegenomen uit New York. Ze had helemaal gelijk, het publiek hing aan haar lippen. Gent is dan ook de stad waar vader Chris Whitley moeder Hélène Gevaert – zus van dEUS-bassist Alan – ontmoette, waar Trixie geboren werd en waar ze ook haar puberteit doorbracht. ‘Ik voelde me toen een mega-alien, ik kon mij hier niet aarden,’ vertelde Whitley over die periode. ‘Pas toen ik na enkele jaren in New York terugkeerde om op Gent Jazz te spelen, besefte ik: dit is mijn thuis. Bedankt aan jullie, bedankt aan Gent.’ Trixie Whitley op Gent Jazz? Overduidelijk een thuismatch.

Al was er nog een andere reden waarom Trixie Whitley zo beklijfde: ze had haar band gereduceerd tot één begeleidende muzikant. Ze gedijde in die intieme, naakte setup, want haar gouden stem kreeg de ruimte dat het verdient. Die rollende bluesgitaar in Soft Spoken Words klonk al zelden zo rauw en dat ik-kan-nauwelijks-tot-adem-komen-refrein al zelden zo dringend. Hitjes Need Your Love en Breathe You In My Dreams kleurden zwarter dan ooit tevoren. Het kleine pianolied The Visitor kreeg heel de tent stil. En Gent kreeg nog twee nieuwe nummers cadeau.

Tijdens Whitleys alienverhaal riep iemand in het publiek: ‘Wij voelen ons allemaal zo.’ Gent Jazz: een massa aliens, voor even intens verbonden door muziek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content