Gent Jazz, dag 5: Gitaarvirtuozen en Nina Simone-erfgenamen
Dag vijf van Gent Jazz was tweeledig: ’the hottest thing on six strings’ Gary Clark Jr. en de akoestische metalheads Rodrigo y Gabriela goochelden met gitaren, Laura Mvula en Rhiannon Giddens bewaarden de soul.
Inside Rhiannon Giddens (***)
Haar naam doet misschien niet meteen een belletje rinkelen, maar haar cv oogt bepaald indrukwekkend. Rhiannon Giddens, uit Noord Carolina, blies de oeroude Afro-Amerikaanse black string music de afgelopen tien jaar nieuw leven in met haar rootscountryband Carolina Chocolate Drops, mocht de muziek uit de Coens-film Inside Llewyn Davis live mee tot leven wekken in de New York City Town Hall, zong aan de zijde van onder meer Elvis Costello en Jim James een verloren gewaande Dylan-song bij The New Basement Tapes en liet zich dit voorjaar solo opmerken met Tomorrow Is My Turn, in goede banen geleid door sterproducer T Bone Burnett (Costello, Roy Orbison, Tony Bennett).
Net als bij Carolina Chocolate Drops stoft Giddens solo oeroude genres af, zoals banjomuziek uit de jaren 1800. Maar anders dan bij die band trekt ze in haar eentje haar klankenpallet verder open. Niet dat Giddens en haar vijfkoppige backing band de country en folk de rug toekeerden op Gent Jazz – in tegendeel zelfs, er werd rijkelijk geput uit werk van onder anderen Patsy Cline en Cousin Emmy -, maar ze greep ook naar de jazz, blues en soul van Nina Simone en aanverwanten, en gaf er een frisse, eigentijdse draai aan.
Zo veel volk was er niet toen de charismatische en goedlachse Rhiannon Giddens het hoofdpodium van de Bijloke omstreeks half vijf betrad – het eeuwige probleem van de openings-acts op Gent Jazz -, maar hoe meer songs over onder meer cowboys en slaven de revue passeerden, hoe meer mensen er kwamen opdagen. Geef haar nog een plaat of twee, en ze mag hier ongetwijfeld op een hoger schavotje gaan staan. Tomorrow it’s her turn.
De See-Line Woman in Laura Mvula (****)
Nina Simone – alweer zij – waarde ook rond in de tent tijdens het optreden van Laura Mvula, een Britse die in 2013 ij zo na de prestigieuze Mercury Prize in de wacht sleepte voor haar ‘gospeldelica’-debuut Sing To The Moon. Niet alleen is Mvulas stem duidelijk op die van Simone geënt, ze bracht er in Gent ook een frivole cover van: See-Line Woman werd vastgeknoopt aan haar aanstekelijke, uptempo single Green Garden.
Uit hetzelfde hout gesneden waren Is There Anybody Out There?, That’s Alright en Make Me Lovely: allemaal soulvolle popsongs met gevoel voor (Afrikaans) ritme – geen wonder dat Prince een zelfverklaarde fan is. Haar backingvocalisten vormden een beeldig gospelkoortje, en de handclaps die op plaat overvloedig aanwezig zijn, nam het publiek voor haar rekening.
Ook met haar ballads, die een voorliefde voor klassiek etaleerden, wist de Britse te bekoren. Voor Father Father en Human Nature van Michael Jackson (‘Mijn favoriete artiest aller tijden’, dixit Mvula) liet ze zich enkel door piano en cello begeleiden.
Vorig jaar trok de zangeres naar Abbey Road om er variaties op haar songs op te nemen met het Nederlandse Metropole Orkest. Op Gent Jazz had Laura Mvula aan haar vijfkoppige band, en vooral aan haar unieke stemklank, genoeg om te overtuigen.
Gary Clark Jr. (****): Sonische snelweg
‘Give it up now!’, stak Gary Clark Jr. van wal in Ain’t Messin’ Around. Het Gentse publiek kon niet anders dan zich vanaf minuut één over te geven aan de koolzwarte bluesrock van de Amerikaanse snarendrijver – ook wel ’the hottest thing on six strings’ genoemd, geprezen door zowel Jimmy Page als Barack Obama en vorig jaar door Dave Grohl in de studio geroepen om mee te werken aan de Foo Fighters’ Sonic Highways.
U begreep waarom: Clark Jr. – uitgedost met hoed en bloemetjeshemd – reeg de ene snedige solo aan de andere – 18 waren het er, we hebben ze geteld. Gevolg: lang uitgesponnen nummers, iets wat in festivalmiddens wel eens in slechte aarde kan vallen. Maar de Amerikaan legde zo veel gevoel en expressie in zijn gitaarspel – hij sloot zijn ogen en lipte zijn solo’s keurig mee – dat elke mogelijke vorm van verveling in de kiem gesmoord werd.
Bovendien wisselden zijn songs vaak genoeg van tempo en speelde hij met zijn uitstekende falsetto nog een tweede grote troefkaart uit. ‘Jimi Hendrix Jr.’ bewees aan De Bijloke dus meer te kunnen dan enkel rocken. Nieuweling Our Love bevatte zo veel soul dat D’Angelo er een moord voor zou plegen, en de BB King-cover Three O’Clock Blues was een valse trage die het origineel uit de jaren vijftig allesbehalve oneer aandeed.
Het was één lange sonic highway, daar in Gent. Maar dan wel één met voldoende rustige zijweggetjes.
Rodrigo y Gabriela (***): Vrolijke bedoening
Zo furieus als Gary Clark Jr. tekeerging op zijn elektrische gitaar, zo virtuoos tokkelden Rodrigo y Gabriela op hun akoestische gitaren. Het is hallucinant hoe Rodrigo Sanchez en Gabriela Quintero arena’s kunnen doen vollopen – bij ons stonden ze al twee keer op het hoofdpodium van Rock Werchter en in een vol Vorst Nationaal – met hun louter instrumentale smeltkroes van hardrock, flamenco en folk.
De twee gewezen trashmetalheads – ooit een koppel, intussen gewoon beste vrienden – slaagden er ook nu weer als geen ander in een geluidsmuur op te trekken waar geen doordringen aan was. Zelfs op Graspop zouden Rod y Gab uit de voeten kunnen. Gabriela – de meest verlegene van de twee – roffelde op de klankkast van haar gitaar als was het een basdrum, Rodrigo – voortdurend headbangend – zorgde voor het wat verfijndere snarenwerk en liet op een gegeven moment een bierflesje dienst doen als bottleneck.
Iets voor halfweg riep het tweetal twintig festivalgangers bij hen op podium. Zij kregen een knuffel van Gabriela en een high-five van Rodrigo, en mochten ruim een half uur lang mee voor luchtgitarist komen spelen. ’t Was een vrolijke bedoening, daar aan De Bijloke.
Naar verluidt experimenteert Rodrigo voor de volgende plaat met stem en tekst. Niet het beste idee, want toen hij het in de staart van het concert op een zingen begon te zetten – onder meer War Pigs van Black Sabbath kwam langs, gezongen met Spaans haar op -, ging het duo toch wat de mist in. De véél bevlogener klinkende, opnieuw volledig instrumentaal uitgevoerde afsluiter Tamacun maakte niet veel later duidelijk:never change a winning formula.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier