Eefje de Visser, Absynthe Minded en Loverman op Gent Jazz: songschrijven voor dummies

© Bruno Bollaert
Milena Maenhaut
Milena Maenhaut Journalist bij Knack Focus

Op de laatste vrijdag van Gent Jazz ontpopte Loverman zich als crooner, speelde Absynthe Minded een brave maar rake set en hield Eefje de Visser de Bijlokesite een spiegel voor. Dat laatste mag je overigens letterlijk nemen.

Nice to meet you, I’m James -‘, klinkt het in een sappig Engels accent. James de Graef speelde op Gent Jazz zowaar een thuismatch: hij studeert pop (piano) en muziekproductie aan het Gentse KASK & Conservatorium, van wie Gent Jazz even de binnentuin leent. ‘- but you can call me loverman‘. Als Loverman (****) kiest De Graef voor een sobere opstelling: meer dan een gitaar heeft hij niet. De andere projecten van De Graef zien er nochtans ietwat anders uit. Sinds Michiel Renson de groep verliet, is de voormalige bassist de voorman van Gentse spacerockband Shht geworden, ook wel ‘de meest verwarrende band van Vlaanderen’. Samen met Femke Fredrix vormt hij Partners, een al even geschift elektroduo dat nu eens hun kat en de gecorrumpeerde vleesindustrie en dan weer de excessen van de nacht bezingt. Maar als Loverman gaat De Graef de Leonard Cohens van deze wereld achterna. Wie had gedacht dat de voorman van Shht stiekem een crooner was.

‘Schreeuwen, ik vind dat zalig’, liet hij eens optekenen in dit blad, maar van zodra De Graef het podium opstapte wist je: dat wordt het niet. Beginnen deed hij toepasselijk met Call me your loverman, een rasechte liefdesballade gericht aan een zekere Daisy. Daisy Darkpark is niet toevallig het alter ego en soloproject van zijn Partners-kompaan Femke Fredrix, die bovendien de podiumoutfit van De Graef – een lichtgrijs hemd met franjes – ’tot een gat in de nacht’ bij elkaar heeft genaaid. Weinig geschreeuw op Gent Jazz dus, al kan Lovermans warme, diepe stem ook zonder de decibelmeters te doen tiltslaan een hele zaal vullen. Als Loverman bewandelt De Graef zowel dreigende songs à la Nick Cave’s Red Right Hand als blues die niet zou misstaan in een taverne langs de Mississippi.

Loverman
Loverman© Bruno Bollaert

The conversation really matches the music’, klinkt het ergens halverwege de set. Dát is een manier om met geroezemoes in de tent om te gaan. Telkens wanneer Loverman in zijn zorgvuldig opgebouwde songs de spanning en de stilte opzoekt, wordt hij overstemd door het publiek. Maar De Graef laat het allemaal niet aan zijn hart komen en speelt ongestoord verder. Ook als het publiek niet ingaat op het voorstel om zijn bluesy laatste nummer mee te zingen. James de Graef is een naturel op het podium – hij is niet voor niets genoemd naar de beroemdste rol van Sean Connery én mocht de stem inspreken van ’s werelds bekendste oranje vis in de Vlaamse versie van Finding Nemo. ‘Ik beschouw acteren als mijn plan B, voor als het niets wordt met mijn muziek’, zei hij in dit blad. Geloof ons: een plan B heeft Loverman niet nodig.

Al even ongestoord speelde Absynthe Minded (***). Veel show maken was zestien (!) jaar na doorbraakhit My heroics, part one voor de netjes in hemdjes gehulde Bert Ostyn en co niet meer belangrijk: ze wouden gewoon goede nummers brengen. In 2012 nam de band een pauze, Ostyn richtte zich op een solocarrière. Vijf jaar later begon het toch weer te kriebelen: Absynthe Minded kwam terug. Zij het in een andere bezetting. Van de oorspronkelijke formatie bleef alleen bassist Sergej Van Bouwel over. Drumster Isolde Lasoen, toetsenist Laurens Dierickx en gitarist Toon Vlerick kwamen erbij. Het was met name die laatste die – in het sterk ingezette Echo chamber en Surrender bijvoorbeeld – het relatief brave optreden op Gent Jazz die extra schwung gaf.

Absynthe Minded
Absynthe Minded© Bruno Bollaert

Wat doe je als je bekendste nummers al meer dan een decennium oud zijn? Aan Liefde voor Muziek meedoen, moet Ostyn gedacht hebben. En terecht: met zijn deelname leerden mensen die zich Envoi nog ergens vaag herinnerden ‘van op de radio’ de band beter kennen. Een bloemlezing aan jezelf schrijven, werkt echter ook. Eerder dit jaar bracht de groep het compilatie-album Saved along the way – the best of Absynthe Minded uit, een album dat wegluistert als Absynthe Minded voor dummies, plus enkele covers uit Liefde voor Muziek. Dat is ook een accurate beschrijving van hun set op Gent Jazz: een spoedcursus Absynthe Minded, vol oude en nieuwe nummers.

‘Ik denk dat jullie het leuk vinden’, zei Ostyn voorzichtig. Een publiek op stoeltjes ziet er dan ook nooit écht enthousiast uit. Maar het format werkte wel degelijk: recente nummers als Beam, wat ons betreft het beste nummer van hun comebackplaat Jungle eyes, en het psychedelische Mixing the medicine uit Riddle of the Sphinx (2020) – die intro – bewezen dat die nieuwe bezetting geen slecht idee was. In het obscuurdere Who’s on first uit ep Mr. Doom (2018) spatte het spelplezier van het podium. Fijn dat in die corona-opstelling toch iemand kan springen. Publiektreffers als My heroics, part one, Space en immer beklijvende lovesong Moodswing baby waren dan weer een trip down memory lane naar tijden zonder virussen, oranje presidenten en dijkbreuken. Geef Absynthe Minded gerust nog eens zestien jaar.

Absynthe Minded
Absynthe Minded© Bruno Bollaert

Het is wat gek om twee headliners op één avond te hebben. Absynthe Minded had deze laatste vrijdag van Gent Jazz net zo goed kunnen afsluiten, maar die eer viel Eefje de Visser (****) te beurt. In januari 2020 lanceerde de naar Gent uitgeweken Nederlandse haar vierde plaat Bitterzoet, een album waarmee ze zich voorgoed op de kaart zette. Die release werd uiteraard overschaduwd door overlegcomité’s, toiletpapierhamsteraars en een bevolking die zich plots de lessen statistiek uit de middelbare school wel heel goed herinnerde. Met een concertfilm slaagde de Visser er wél in om het momentum van haar puike plaat te verlengen.

Op Gent Jazz werden er dus vooral nummers uit Bitterzoet gespeeld, een album dat live een visueel luik krijgt. De Visser kijkt op naar artiesten met een sterk visueel profiel zoals Christine and the Queens, en dat merkte je. Boven het podium hing een spiegel van lichtkunstenaar Nick Verstand, die het lichtspel en de zilveren jurk van De Visser het publiek in joeg. Samen met choreografe Sandra Hilaerts stippelde De Visser een choreografie uit voor zangeressen Wieteke Wijte en Aysha de Groot – die laatste is overigens de kleindochter van Boudewijn de Groot en doet het ook solo als Meis. Eerlijk: die visuele uitwerking is leuk, maar hoefde niet. Een rustig gebracht Controle en een beklijvend Zwarte zon bewezen: De Visser krijgt je zelfs mee als ze helemaal alleen in een veld zou staan, en dat heeft ze aan haar allesomvattende stem te danken. Maar goed, wat zwaaiende armen voegen iets toe aan de ervaring.

Eefje de Visser
Eefje de Visser© Bruno Bollaert

En een ‘ervaring als één grote, bezwerende roes’ is wat De Visser met haar muziek wil bereiken. ‘Ik wil dat het aanvoelt alsof je een droom binnenstapt’, tekende ze op in dit blad. ‘Binnenstappen’ dekte echter de lading niet. De deur werd meteen hard ingetrapt met het nieuwe Storm, titelsong Bitterzoet – met dat heerlijke refrein -, en het al vijf jaar oude Scheef, met een glansrol voor Klaas de Somer op de drums. Eefje de Visser was vertrokken.

Een hele set lang deed Eefje de Visser het publiek de strikte coronaregels vervloeken. Op een netjes opgebouwd Parade veerde menig toeschouwer recht. Met teksten die net suggestief genoeg zijn, laat de Nederlandse je heupwiegend verzinken in bitterzoete mijmeringen. Eefje de Visser houdt je – letterlijk, in dit geval – een spiegel voor. Enige minpunt? Dat het bisnummer (Groen, evenwel de laatste song op Bitterzoet) niet harder daverde. Maar Eefje de Visser stuurt je liever dromend dan bezweet naar huis. De ogen wild en groen.

Eefje de Visser
Eefje de Visser© Bruno Bollaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content