De beste vijf concerten van Couleur Café 2015

© Wouter Van Vaerenbergh

Het programma van de jongste editie van Couleur Café, was, wegens de overdaad van hiphop en reggae, niet het meest geïnspireerde ooit. Maar de zon was van de partij, het publiek evenzeer, en wie in het bezit was van een pen en een blocnote kon zelfs enkele hoogtepunten noteren. Dit waren de onze.

1. MODESTEP (zaterdag, Univers)

Mocht je Rage Against the Machine en Skrillex samen in één kamer opsluiten, dan zou er wellicht iets ontstaan dat op de dubstepmetal van Modestep zou lijken. Met evenveel maten metal als knarsende elektronica brouwde het gezelschap uit Londen een explosief mengsel dat menige potentiële terrorist op onzalige ideeën bracht. De Britten speelden repetitieve, minimalistische en, vooral, staalharde muziek die de schelpen van je oren deed vallen. Modestep had de power van een pletwals, raasde op orkaankracht door de tent en liet het publiek verbouwereerd achter. Of hoe Couleur Café zich een uur lang een filiaal van Pukkelpop waande.

2. SHANTEL & HIS BUCOVINA ORKESTAR (vrijdag, Move)

Wie vertrouwd is met de films van Emir Kusturica, weet hoe rauw, opzwepend en losbandig Balkanmuziek kan zijn. Disko Partizani? Geholpen door een strak spelend orkest, demonstreerde de Duitse DJ, producer en zanger-gitarist Shantel op een zinnenprikkelende manier wat hij precies met die term bedoelde. De groep gooide alle remmen los en zette met haar op punkleest geschoeide zigeunermuziek het podium in vuur en vlam. Het publiek reageerde met een kolkende gypsy pogo, die nog net geen tussenkomst van de brandweer veroorzaakte.

3. STUFF. (zondag, Dance Club)

De Belgische band overbrugde schijnbaar moeiteloos én met veel speelplezier de tegenstelling tussen avantgardistisch en toegankelijk, tussen nerveus en loom, tussen ijl en tastbaar. Bij STUFF. verscholen future jazz, mathrock, lounge en elektronica zich onder hetzelfde hoedje en waren de muzikanten, qua inventiviteit, aan elkaar gewaagd. Of ze nu speels en kwajongensachtig of abstract en intellectualistisch uit de hoek kwamen, de interactie tussen de groepsleden bleef boeiend van de eerste tot de laatste noot.

4. JUPITER & OKWESS INTERNATIONAL (zondag, Move)

Jupiter Bokondij, al jaren een luis in de pels van de Congolese machthebbers, gebruikt zijn muziek niet alleen om het publiek aan het dansen te krijgen, maar ook om een maatschappijkritische boodschap over te brengen. Zijn groep Okwess International toonde zich een goed geoliede Afrofunkmachine die in haar songs corruptie, hypocrisie en uitbuiting aan de kaak stelde. Dat leverde het gezelschap uit Kinshasa eerder al schouderklopjes op van Damon Albarn. En sinds ons jongste Cafébezoek nu ook van ons.

5. ETIENNE DE CRECY (zaterdag, Univers)

Goed, zijn passage had meer weg van een party dan van een echt concert. Maar geposteerd achter een batterij synths en machines, slaagden Etienne de Crécy en zijn twee anonieme helpers er moeiteloos in de Univers-tent in een zweterige discotheek te transformeren. Dat deden de pioniers van de ‘French touch’ met een onweerstaanbare mix van disco, house en funk zoals die te horen was op de eerder dit jaar verschenen cd ‘Super Discount 3’. De visuele aankleding was vrij sober gehouden, maar de ontlading was er niet minder om. Danskriebels gegarandeerd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content