Een ex-Talking Head, een artrocksirene en een tienkoppige koperblazersband: geen voor de hand liggende combinatie. Het concert van David Byrne en St. Vincent was dan ook geen onverdeeld succes.
DA GIG: David Byrne & St. Vincent in Bozar, Brussel op 24/8.
IN EEN ZIN: Op papier zag dit concert er veelbelovend uit, maar de maximalistische aanpak leidde vooral tot geforceerde uniformiteit, overwoekerde te vaak de melodieën en haalde de zuurstof uit de songs.
HOOGTEPUNTEN: ‘Optimist’, ‘Cheerleader’, ”Outside of Space and Time’, ‘Cruel’.
DIEPTEPUNT: ‘Lazy’, normaal gezien een aanstekelijk dansnummer, dat zich in Brussel op lemen voeten voortbewoog.
BESTE QUOTE, naar aanleiding van ‘Lazy’: St. Vincent: “Zei je net niet dat dit een hitje is geweest in Groot-Brittannië?” Byrne: “O, het stond zelfs nummer één in Damascus. En kijk wat het teweeg heeft gebracht.”
Een gewezen Talking Head, een artrocksirene en een tienkoppige band die haast volledig uit koperblazers bestaat: het is geen voor de hand liggende combinatie. Het concert van David Byrne en St. Vincent, ter promotie van hun jongste cd ‘Love This Giant’, was dan ook geen onverdeeld succes.
Als het optreden van het duo in Bozar al één ding bewees, dan was het wel dat één plus één niet altijd gelijk is aan twee. Begrijp ons niet verkeerd: wij hebben het grootste respect voor David Byrne, de 61-jarige New Yorker die de wereld in de voorbije 35 jaar al heel veel baanbrekende muziek heeft geschonken en met zijn Luaka Bop-label velen de oren heeft geopend voor klanken en ritmen uit zowat alle werelddelen.
Het siert hem bovendien dat hij voortdurend naar nieuwe artistieke uitdagingen op zoek gaat en het vertikt altijd hetzelfde kunstje te herhalen. Alleen waren de platen die hij uitbracht sinds het uit 2004 daterende ‘Grown Backwards’ niet bepaald hoogtepunten uit zijn oeuvre. Het sterkt ons vermoeden dat hij het dezer dagen misschien net iets te ver gaat zoeken.
Ook over de Texaanse Annie Clark, beter bekend als St. Vincent, hoort u van ons doorgaans geen onvertogen woord. De beslagen avant-popzangeres en -gitariste was ooit lid van The Polyphonic Spree, werkte samen met Glenn Branca en Sufjan Stevens en bracht sinds 2007 drie uitstekende langspelers uit met songs vol onverwachte wendingen en grillige contrasten.
Byrne en de 31 jaar jongere Clark ontmoetten elkaar tijdens een aidsbenefiet, wisselden twee jaar digitale bestanden uit en kwamen zo tot de twaalf songs die uiteindelijk hun bestemming vonden op het vorig jaar verschenen ‘Love This Giant’. Ook het soulrevivalcollectief The Dap Kings en de afrobeatband Antibalas waren op dat werkstuk te te horen.
Potsierlijk
In Brussel waren die laatste twee er niet bij. Wel liet het duo zich assisteren door een big band, waarin, naast een drummer en een toetsenspeler, niet minder dan acht toeters figureerden. St. Vincent -geblondeerd, donker minijurkje, stiletto’s- speelde het hele optreden lang elektrische gitaar en schrok er niet voor terug daarbij regelmatig buiten de lijntjes te kleuren. Byrne -zilveren haardos, wit hemd en dito pantalon met zwarte bretels- beroerde slechts af en toe de snaren, zodat hij vaak een beetje doelloos rondstruinde op het podium.
Goed, tijdens het stuiterende ‘I am Ape’ demonstreerde hij zijn vaardigheden als tapdanser, en in ‘This Must Be The Place’ probeerde hij enkele tai chi-oefeningen uit. Geen wonder dat we in ons notitieboekje achteraf meer dan eens het woord ‘potsierlijk’ aantroffen.
Het materiaal uit ‘Love This Giant’ was goed voor zowat de helft van de setlist. Alleen bevat die cd zeker niet de meest catchy nummers die Byrne en Clark al uit hun pen hebben geknepen. Ons leek het veeleer een poging van het duo om na te gaan hoeveel vierkanten er zoal in een cirkel passen. Voorts zijn we de mening toegedaan dat de stemmen van beide artiesten onderling zo verschillend zijn dat ze zich moeilijk laten combineren.
Aanvankelijk zorgden de trompetten, saxen, hoorns, trombones en de sousafoon nog voor een imposante sound: de ene keer funky (‘Weekend in the Dust’), de andere keer herinnerend aan een klassiek georiënteerde blaaskapel (‘The Forest Awakes’) of een begrafenisstoet uit New Orleans (‘Outside of Space and Time’).
De brassband bracht swing in ‘Like Humans Do’ en droeg bij tot een aanstekelijke latin vibe in ‘The One Who Broke Your Heart’. Alleen begingen David Byrne en St. Vincent, die tijdens de set ook regelmatig putten uit hun respectieve soloplaten, de grote fout ál hun nummers per se in dat koperen keurslijf te willen dwingen en waren de songs met die uniforme verpakking niet altijd gebaat. Dat viel vooral op tijdens ‘Lazy’, een restant van Byrnes samenwerking met X-Press 2, en St. Vincents ‘Marrow’.
Kniezwengels
Dat bekende liedjes van nieuwe arrangementen werden voorzien, vonden we geen probleem. Niets zo leuk als tijdens een concert verrast te worden. Alleen droeg die maximalistische aanpak niets wezenlijks bij en leidde hij nooit tot een verbetering van de originelen. Tot overmaat van ramp haalde hij het reliëf uit de set. Het is niet omdat je over acht blazers beschikt, dat je ze met alle geweld iedere melodie moet laten overwoekeren.
Daarnaast dienden David Byrne en St. Vincent alle zeilen bij te zetten om niet door het geweld van hun blazerskorps te worden weggeblazen, wat hun vocale prestaties niet ten goede kwam. Zo werd ‘Northern Lights’, ondanks de spectaculaire thereminsolo, een even chaotisch als ondoordringbaar zootje.
Ook konden we ons niet van de indruk ontdoen dat de vier Talking Heads-hits op de setlist vooral dienden om de boel een beetje verteerbaarder te maken. Dat lukte maar half, want ‘Wild Wild Life’ of ‘Burning Down the house’ waren dit keer geen hoogtepunten. Al bij al kwamen de songs van St. Vincent (‘Optimist’, het poppy ‘Cheerleader’, het veerkrachtige ‘Cruel’) nog het best uit de verf.
Het optreden had, met zijn strak geregisseerde choreografietjes en kitscherige danspasjes, overigens een hoog Broadwaygehalte. De keurig ingestudeerde kniezwengels en robotachtige armbewegingen stonden elke spontane interactie in de weg, zodat de show meer weg had van, godbetert, een musical dan van een echt concert.
Eerlijkheidshalve moeten we toegeven dat de toeschouwers in Bozar, die Byrne & Co al geestdriftig toejuichten nog voor er één noot was gespeeld, de groep na afloop op een staande ovatie trakteerden en dat er, tijdens de bissen, tussen de pluchen zitjes zelfs werd gedanst. Zelf werden we van het gebeuren echter warm noch koud. Dat de avond eindigde met ‘Road to Nowhere’ sprak, wat ons betreft, boekdelen. We kunnen dus alleen maar hopen dat onze favoriete Talking Head dra zijn kompas terugvindt.
Dirk Steenhaut
DE SETLIST: Who / Weekend in the Dust / Save Me From What I Want / Strange Overtones / I Am an Ape / Marrow / This Must Be The Place (Naive Melody) / The Forest Awakes / Optimist / Like Humans Do / Lightning / Wild Wild Life / Cheerleader / Lazy / I Should Watch TV / Northern Lights / The One Who Broke Your Heart / Outside of Space and Time // Cruel / Burning Down the House // The Party / Road to Nowhere.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier