Daniel Norgren @ ABClub: Sinistere slaapliedjes uit een vervlogen tijdperk

© Yvo Zels

Soms moet een artiest jaren rijpen voor hij door de buitenwereld wordt omarmd. Maar dank zij zijn nieuwe cd ‘Alabursy’ lijkt dat moment voor Daniel Norgren nu wel definitief aangebroken. In de ABClub maakte de Zweedse singer-songwriter indruk met een ronduit magisch concert.

DA GIG: Daniel Norgren in ABClub, Brussel op 6/5.

IN EEN ZIN: De archaïsche ballads, meditatieve hymnes en intense bluessongs van Daniel Norgren lieten het publiek gehypnotiseerd achter.

HOOGTEPUNTEN: ‘Lonely Girl’, ‘As Long As We Last’, ‘Why May I Not Go Out And Climb The Trees?’, ‘Black Vultures’, ‘Moonshine Got Me’…

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTE: Norgren was zozeer uit zijn lood geslagen door de geestdriftige reacties van de toeschouwers, dat hij nauwelijks meer een woord wist uit te brengen.

Norgren, afkomstig uit het landelijke Boras, maakt muziek die het midden houdt tussen rustieke Americana, deltablues, fifties rockabilly, Southern soul, country en swamprock. En ook al kon je op zijn eerste drie langspelers de geest van Tom Waits, Captain Beefheart, Van Morrison, Slim Harpo en Junior Kimbrough horen rondwaren, Daniel Norgren voegde aan zijn sound altijd een persoonlijke toets toe, waardoor hij de gebruikelijke rootsclichés moeiteloos oversteeg.

‘Kerosene Dreams’, zijn debuut-cd uit 2007, maakte hij zelfs uitsluitend met zelfgemaakte instrumenten. Toen we hem, een jaar of drie geleden, voor het eerst aan het werk zagen tijdens het Deense Spotfestival, manifesteerde de nu 31-jarige Zweed zich nog als een uit de kluiten gewassen onemanband, die erin slaagde tegelijk een gitaar, een harmonica en een drumstel te bespelen en deze merkwaardige vorm van multitasking ook nog eens wist te combineren met een rauwe, gruizige zangstijl.

Daniel Norgren put zijn inspiratie meestal uit nachtelijk autoritten door het Zweedse landschap. De man doorspekt zijn verhaaltjes met beelden die je langdurig blijven achtervolgen en is vooral live een echte belevenis. Hij speelt zijn songs nooit tweemaal op dezelfde manier, maar geeft zich over aan de emotie van het moment. Norgren soleert en improviseert, kneedt en herkneedt zijn nummers alsof ze van klei waren en het resultaat klinkt rauw, ongepolijst en indringend.

Afgekloven

Op zijn vijfde cd ‘Alabursy’, die bij ons pas vanaf 1 juni in de winkel ligt, slaat de artiest echter een andere richting in. De plaat, met een primitieve viersporenrecorder opgenomen in zijn huis, diep in de Zweedse bossen, klinkt melodieuzer, persoonlijker en kwetsbaarder dan zijn oudere werk, een evolutie die in 2013 al enigszins was ingezet op ‘Buck’. De nadruk ligt nu vaker op de keyboards dan op de gitaren, terwijl de bluesstompers van weleer plaats hebben geruimd voor spookachtige, afgekloven ballads. Eén en ander leidt tot een geluid dat zowel liefhebbers van Sufjan Stevens als Daniel Johnston zal aanspreken. ‘Alabursy’ heeft iets van een oude zwart-witfilm, met eenzaamheid en dood als hoofdrolspelers.

In de AB liet Daniel Norgren zich begeleiden door een drummer die occasioneel een gitaar beroerde en een toetsenman die dubbelde als contrabassist. Na een instrumentale introductie, waarbij Norgren, bovenop een aangehouden synthdrone, aan de vleugelpiano dromerige, Satie-achtig motiefjes speelde, volgden het in isolement en tristesse gedompelde ‘Lonely Girl’ en het als oude spiritual vermomde ‘If You Look At The Picture Too Long’. De teneur was uitgesproken archaïsch, alsof de songs dateerden uit een tijdperk lang vóór de rock-‘n-roll, toen de mensen nog geen radio’s hadden en er in bijna iedere Amerikaanse huiskamer een piano stond die tijdens familiebijeenkomsten aanleiding gaf tot spontane zangstonden.

Toen Norgren met het oog op ‘Everything You Know Melts Away Like Snow’ overschakelde op accordeon, kreeg het nummer iets van een meditatieve kerkhymne. ‘The Fox Chase’ versierde de artiest dan weer met een twangy elektrische gitaar waar hij enkele welsprekende solo’s uit perste. Maar hij had nog méér in zijn mars: het bevreemdend hoog gezongen ‘Why May I Not Go Out and Climb the Trees’, was een sinister slaapliedje, verpakt als Appalachenfolk, en met ‘Worthless’ en het funky wiegende ‘Highbird’ toverde hij twee geslaagde Memphis soulballads uit zijn honkbalpet.

Trance

Zijn bedrevenheid op de snaren toonde hij vooral in ‘Black Vultures’, een song die qua vibe een beetje aansloot bij het werk van Daniel Lanois, en vooral in het tot epische proporties uitgesponnen ‘Moonshine Got Me’, gebouwd op een machtige riff die net zo lang werd herhaald tot de trance erop volgde. Daniel Norgren speelde hier doorlopend op het scherp van de snee en had er geen enkele moeite mee de toeschouwers een klein kwartier lang mee te tronen op een geestverruimende trip. Tussendoor diepte de Zweed ook nog enkele organische folkrockparels op, zoals ‘As Long As We Last’ en ‘Putting My Tomorrows Behind’, die met hun driestemmige harmonieën aan de hoogdagen van The Band herinnerden.

Voor de bissen nam Daniel Norgren weer plaats aan het klavier. Het desolate, maar berustende ‘Once A Queen’ zou in het oeuvre van Neil Young niet hebben misstaan en met ‘Alabursy’ eindigde het concert zoals het begonnen was: met een sfeerrijke instrumental. Het publiek vond het duidelijk fantastisch: wanneer vrijwel iedere aanwezige na een optreden ter plekke de volledige discografie van de artiest aanschaft, weet je dat er iets bijzonders aan de hand is. En ‘bijzonder’ wàs de eerste Brusselse passage van Daniel Norgren zonder enige twijfel. Een memorabele avond.

DE SETLIST: The Summer Chafer / Lonely Girl / If You Look At The Picture Too Long / Everything You Know Melts Away Like Snow / The Fox Chase / As Long As We last / Like There Was A Door / Why May I Not Go out And Climb The Trees?/ Worthless / Highbird / Black Vultures / Moonshine Got Me / Putting My Tomorrows Behind / Everlasting Friend // Once A Queen / Alabursy.

Daniel Norgren is op zaterdag 20 juni nog te zien in de N9 in Eeklo.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content