Clock Opera @ ABClub: beginnelingen die dromen van de grote festivals

De nieuwste hype uit Engeland heet Clock Opera en maakt collage-achtige elektropop die nu al schaamteloos naar de grote stadions lonkt. Het kwartet, kwam zichzelf introduceren in een uitverkochte ABClub.

DA GIG: Clock Opera en Believo! in ABClub, Brussel op 9/10.

IN EEN ZIN: Clock Opera had enkele catchy popsongs in de aanbieding en bewees het digitale knip- en plakprincipe prima onder de knie te hebben, maar wist zijn ideeën nog niet altijd op de juiste manier te doseren en bleek evenmin gespeend van pathos.

HOOGTEPUNTEN: ‘Let Go the Lifeboats’, ‘Belongings’, ‘Lesson No. 7’.

DIEPTEPUNTEN: nummers als ‘Man Made’, ‘The Lost Buoys’ en ‘Once and For All’ waarin de zanger een irritante Coldplay-tic etaleerde en iets te luidop van meebrullende massa’s op volle festivalweides stond te dromen.

BESTE QUOTE van Guy Connelly: “Als ik zie hoe jullie hier allemaal drie tot vijf talen spreken, schaam ik me diep een domme Brit te zijn, die zich alleen maar in het Engels kan uitdrukken. Aanvaard dus mijn nederige excuses.”

De nieuwste hype uit Engeland heet Clock Opera en maakt gelaagde, collage-achtige elektropop die nu al schaamteloos naar de grote stadions lonkt. Het kwartet, zopas bevallen van zijn ambitieuze debuut-cd ‘Ways to Forget’, kwam zichzelf introduceren in een uitverkochte ABClub.

Het aperitief werd geserveerd door Believo!, een gitaarrocktrio uit het Antwerpse dat bij het Leuvense kwaliteitslabel Zeal Records onlangs zijn tweede cd ‘Hard to Find’ uitbracht. De heren hebben hun naam ontleend aan een plaat van Enon en grossieren in puntige, heftige en gebalde postpunkliedjes, waar je de erfenis van bands als Hüsker Dü, Dinosaur Jr, de Pixies en The Eastern Dark in door hoort klinken.

Ook live weet de groep probleemloos haar mannetje te staan: bassist Fik Dries en gitarist Dirk Thielemans zijn allebei bekwame zangers die zich met appetijt in hun nummers vastbijten, terwijl drummer Ben Van der Moeren ruim voldoende energie produceert om enkele honderden Vlaamse gezinnen van elektrische stroom te voorzien.

Songs als ‘It’s Now’ en ‘Summertime Sometimes’ klonken even bruisend als aanstekelijk, botsten weldadig tegen je middenrif aan en gaven aan dat je met bouwstenen uit de jaren tachtig en negentig ook vandaag nog relevante muziek kunt maken.

Bullshitmeter

De spontaneïteit van Believo! contrasteerde hevig met de sound van Clock Opera, een groep geluidsperfectionisten die in de studio eindeloos bleef schaven aan de sampledelische nummers die sinds kort te horen zijn op ‘Ways to Forget’. Dat voorman Guy Connelly de muziek van het kwartet als ‘chop pop’ omschrijft, is geen toeval. Clock Opera verzamelt omgevingsgeluiden die vervolgens met de laptop worden verknipt, gemanipuleerd, geloopt en in laagjes op elkaar gestapeld. Nu eens dienen ze als ritmetrack, dan weer vormen ze de ruggengraat van hun op zich opvallend toegankelijke indie-elektrosound.

Een en ander leidt tot songs die, op hun beste momenten, herinneren aan de jonge Talk Talk, The Blue Nile, Elbow en The Associates van wijlen Billy MacKenzie, maar vaak dermate volgepropt worden met ideeën dat ze in ademnood dreigen te komen. Enige pretentie is Clock Opera trouwens niet vreemd: een jonge groep die haar debuut vergezeld laat gaan van een vijf (!) pagina’s tellende persbio, waarin driftig met namen als Philip Glass en Steve Reich wordt gestrooid, jaagt onze ingebouwde bullshitmeter vanzelf in het rood.

Concertopener ‘White Noise’ begon nog vrij rustig, werd door Dan Armstrong van bubbelende synths voorzien en won gaandeweg aan veerkracht. Ook het pulserende ‘A Piece of String’, dat werd ingezet met geloopte afropopgitaartjes en door de groep van aanstekelijke potten- en pannenpercussie werd voorzien, stuiterde een eind weg. De bebaarde Connelly bleek zelfs over een prima falset te beschikken, maar tijdens ‘Man Made’, ‘The Lost Buoys’ en de hit-in-wording ‘Once and For All’ etaleerde hij helaas ook een kanjer van een Chris Martintic.

De euforische ‘oh-ho-ho’s’ waren dus niet van de lucht en hoewel we ons kunnen voorstellen dat die tegen volgende zomer door duizenden festivalgangers zullen worden meegebruld, brachten ze ons zodanig aan het knarsetanden dat ons gebit, na afloop, aan een grondige onderhoudsbeurt toe was.

Subtiliteit

Gelukkig vielen er ook enkele positieve indrukken te noteren. Zo trok Andy West een sierlijke baslijn onder het dansvloergerichte ’11th Hour’ (Cold Opera prijkte vorig jaar nog op een compilatie van het Kitsuné-label), ‘Move the Mountain’ werd ingeleid door klaterende keyboards en af en toe was er zelfs sprake van enige subtiliteit. ‘Let Go the Lifeboats’, helaas niet op de cd, groeide in al zijn soberheid uit tot een hoogtepunt. In ‘Lesson No.7’, waarin Connely gitaar speelde en ook drummer Che Albrighton zich niet onbetuigd liet, werd een veelkleurige ‘wall of sound’ opgetrokken en ‘Belongings’, dat begon als een gevoelige Elbowballad, mondde uit in een spectaculaire climax die de toeschouwers prompt in feeststemming bracht.

Clock Opera is een getalenteerde groep, zoveel was wel duidelijk. Alleen weet ze haar ideeën nog niet altijd even goed te doseren, flirt ze iets te vaak met pathos en bombast en zet ze haar zinnen misschien wel iets te nadrukkelijk op een massapubliek. Maar de vele jonge meisjes in de zaal lustten er wel pap van en beschouwden de heren duidelijk al als popsterren-in-wording. Wedden dat ze volgende zomer op Rock Werchter staan?

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: White Noise / Man Made / A Piece of String / The Lost Buoys / 11th Hour / Let Go The Lifeboats / Move The Mountains / Once and For All / Belongings / Lesson No. 7 // Fail Better.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content