Afghan Whigs @ Cactus Club: Intens en verschroeiend
In 2012 zijn Afghan Whigs, na een lange periode van inactiviteit, uit hun as verrezen en sindsdien is er geen houden meer aan. Amper acht maanden nadat ze het Cactusfestival plat hebben gespeeld, zijn Greg Dulli en zijn soulgrunge-gezellen weer voor twee uitverkochte concerten in ons land.
DA GIG: Afghan Whigs in Cactus Club/Magdalenazaal, Brugge, op 6/2.
IN EEN ZIN: Greg Dulli en de zijnen maken nog altijd muziek op leven en dood en ook dit keer gunden ze het publiek geen enkele adempauze.
HOOGTEPUNTEN: Teveel om op te noemen.
DIEPTEPUNTEN: geen, maar ‘Lost in the Woods’ wist dit keer maar half te overtuigen.
BESTE QUOTE van Greg Dulli: “Het is flink wat kouder in Brugge dan de laatste keer toen we hier waren. Maar ik had toen ook geen kleren aan, meen ik mij te herinneren. Of wacht eens, verwar ik nu niet met dat nudistenfeestje in… Charleroi?” Even later roept een fan: “I really like you, Greg’. Waarop de zanger gevat: “I like you too. Misschien moesten we maar eens samen naar Charleroi gaan?”
Niet dat de groep in Brugge haar toevlucht zocht tot routine, want haar setlist was alweer ingrijpend veranderd. Het materiaal uit de vorig jaar verschenen reünieplaat ‘Do to the Beast’, haar eerste teken van leven sinds 1998, vormde de ruggengraat van de show. En hoewel je bij een eerste kennismaking met de nieuwe songs nog het gevoel had dat ze in kwalitatief opzicht niet konden wedijveren met die uit ‘Gentlemen’ of ‘Black Love’, klonken ze ons intussen haast allemaal als geheide klassiekers in de oren. Ook de oudere fans werden niet teleurgesteld: met uitzondering van ‘Big Top Halloween’ kwamen alle langspelers van Afghan Whigs aan bod. Daarbij werden zelfs enkele verrassende oldies opgegraven, zoals ‘Turn on the Water’ (uit ‘Congregation’) en het bluesy ‘Son of the South’ (uit het ruim 25 jaar oude ‘Up In It’).
Van de oorspronkelijke bandbezetting bleven alleen nog frontman Greg Dulli en bassist John Curley over. Wel herkenden we op het podium drie leden van The Twilight Singers -de gitaristen Dave Rosser en Jon Skibic, en drummer Cully Symington- en de van Polyphonic Spree bekende multi-instrumentalist Rick Nelson, die afwisselend instond voor de viool-, cello- en toetsenpartijen. Volgens Dulli staat Afghan Whigs echter vooral voor een specifiek gevoel en met zijn ‘nieuwe’ gezellen maakt hij nog altijd muziek op leven en dood: intens en verschroeiend, donker en bevlogen. Zijn songs vertonen neurotische, soms zelfs claustrofobische trekjes en spelen zich af in een wereld waar goed en kwaad, leugen en waarheid, liefde en lust haast niet van elkaar te onderscheiden vallen. Tegelijk blijft Afghan Whigs een band die, als geen andere, aantoont dat gitaarmuziek ook sexy kan zijn, door explosieve rock te combineren met ingrediënten uit de soultraditie van Motown en Stax.
Stomp in de maag
Dat de heren scherp stonden, was al duidelijk vanaf de eerste nummers. Als uitgehongerde wolven stortten ze zich op hun oude en nieuwe repertoire en daarbij vloeide meer bloed dan tijdens een doorsnee werkdag in het slachthuis. Opener ‘Parked Outside’ gaf je meteen een venijnige stomp in de maag en het botergeile ‘Somethin’ Hot’ deed je zoveel sterretjes zien dat zelfs een doorgewinterde astronoom er euforisch van zou zijn geworden. Het licht ontvlambare ‘The Lottery’ deed evenwichtsoefeningen op een betonnen wall of sound, terwijl Rosser in het beklemmende ‘Matamoros’ (over een reeks satanistische moorden in het Mexico van de eighties) bevreemdende oriëntaalse motiefjes binnensmokkelde.
De muzikanten blaakten van de energie en lieten geen enkele adempauze tussen de nummers. Verzet bieden tegen de dodelijke wurggreep van The Whigs was dus zinloos. ‘Crime Scene, Part One’ knaagde aan je gemoed als een bever die een boom neerhaalt: langzaam, maar trefzeker. ‘Debonair’, over het onverzadigbare monster dat liefde heet, klonk messcherp en stuiterend, in het vicieuze ‘Royal Cream’ imiteerden de gitaren de paringsdans van een stel ratelslangen, het kolkende ‘My Enemy’ werd op gang geholpen door een schrapende cello en in het aan Roy Orbison en Phil Spector schatplichtige ‘Algiers’ weerklonken zowaar elektronisch opgewekte castagnetten.
Zoals bekend is Afghan Whigs een band die regelmatig op de proppen komt met verrassende covers. Greg Dulli heeft al jaren de gewoonte in zijn songs naar flarden uit andermans nummers te verwijzen. Voor hem is dat niet alleen een manier om zich in te schakelen in een bredere traditie, het zegt ook iets over zijn inspiratiebronnen en muzikale voorkeuren. Zo wordt ieder optreden een zoekplaatje waar iedere verstokte muziekquizzer zijn hart aan op kan halen. Zelf herkenden we in Brugge alvast stukjes uit ‘Coffee’ van Sylvan Esso, ‘Tusk’ van Fleetwood Mac, ‘It’s Getting Better’ van The Beatles en ‘Across 110th Street’ van Bobby Womack. Tijdens de introductie tot ‘It Kills’, waarvoor hij zijn gitaar even opzij schoof en plaats nam aan de piano, zong Greg Duli dan weer een flinke hap uit ‘Morning Theft’ van de betreurde Jeff Buckley.
Vampier
Ook op de momenten dat de opper-Whig geen instrument bespeelde, zorgde hij er altijd wel voor dat er iets gebeurde op het podium. Tijdens het boeierige ‘I Am Fire’ mepte hij bijvoorbeeld op een drum en tijdens het omineuze ‘Lost in the Woods’ ving hij het licht van een rode schijnwerper, wat een luguber effect opleverde. Even dacht je dat Dulli ter plekke in een vampier zou veranderen.
“Do you want some more?”, informeerde de man treiterig, maar voor het publiek was het een overbodige vraag. “Do you get a sense of anticipation? Something is about to happen”, beloofde Dulli. En inderdaad: er stak een storm op die ‘Summer Kiss’ en het van The Twilight Singers geleende ‘Teenage Wristband’ met windkracht negen de zaal inblies. Met het majestueuze ‘Faded’ werd een sierlijke streep getrokken onder een bijna twee uur durend concert, dat zonder meer uitstekend was, maar niet zo briljant als sommige andere shows die we al van Afghan Whigs hadden meegemaakt. Al geven we toe dat de groep in de loop der jaren de lat bijzonder hoog heeft gelegd.
Wat ons in de Cactusclub wél aan het knarsetanden kreeg, was de reliëfloze, soms modderige klank waarin het behoorlijk moeilijk was de afzonderlijke instrumenten te onderscheiden. Ook bestaan de huidige Whigs voornamelijk uit -superieure- huurlingen, waardoor het ‘een voor allen’-gevoel van een echte band ontbrak. Dulli trok, als motor van het gebeuren, weliswaar de aandacht naar zich toe, maar de anderen deden plichtsbewust hun werk, wat op visueel vlak niet altijd even opwindend uitpakte. Voorts betreurden we het dat de geweldige Police-cover, ‘Every Litle Thing She Dies Is Magic’ in Brugge van het menu was geschrapt. Maar niet gekniesd: Cincinnati’s finest trakteerde op een rockconcert van een niveau dat je per jaar hooguit twee à drie keer meemaakt. We hielden dus nog altijd veel meer plussen dan minnen over.
Dirk Steenhaut
DE SETLIST: Parked Outside / Matamoros / Somethin’ Hot / The Lottery / Crime Scene, Part One / Turn On the Water + Coffee / Debonair / Algiers / Royal Cream / I Am Fire + Tusk / Gentlemen / Morning Theft + It Kills / Can Rova / My Enemy / Son of the South / Lost In the Woods + Getting Better // Summer’s Kiss / Teenage Wristband / Across 110th Street + Faded.
Afghan Whigs zijn vanavond nog te zien in het Koninklijk Circus in Brussel. Dit concert is uitverkocht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier