Sydney Minskey Sargeant evolueert van boos naar bucolisch op ‘Lunga’

3,5 / 5
Sydney Minskey Sargeant
3,5 / 5

Titel - Sydney Minsky Sargeant

Artiest - Lunga

Genre - Psychpop/folk

Label - Domino

Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

We leerden Sydney Minsky Sargeant kennen als blaffend jonk dat om zich heen beet met ravesynths en postpunk. Zijn eerste soloalbum is zachtere koek.  

Lieten zich door corona geenszins hinderen om uit te breken: Working Men’s Club, opgericht door frontman Sydney Minsky Sargeant in Manchester. Amper achttien was hij, toen hun titelloze debuut verscheen in 2020. De originele bezetting lag al in duigen toen de inkt op hun platencontract nog nat was, maar Sargeant liet zich in zijn missie om bijtende ravesynths en acid house te rijmen met postpunk en synthpop niet van de wijs brengen. Tijdens interviews haalde hij gifpijlen uit zijn koker. Sam Fender en Lewis Capaldi? ‘Massamoord op kunst en cultuur’, tekende DIY op. Noel Gallagher? ‘Al die opgeblazen mannen met hun neus vol cocaïne, dat is mijn wereldje niet’, klonk het in dit blad, waarin hij ook fulmineerde tegen het muzikale zwaktebod in Londen (‘pretentious posing cunts’), de teloorgang van de muziekpers, en het kapitalisme an sich. Een jongen naar ons hart, quoi.     

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

We zijn vijf jaar later, en Sydney Minsky Sargeant is nog steeds maar 23. In juni speelde hij met Working Men’s Club in de O2 Academy Brixton vier keer het voorprogramma van LCD Soundsystem. Hij en James Murphy delen een liefde voor The Fall, nerveuze bleeps en krautrockmotorieken. Maar niks daarvan op Lunga, een verzameling songs die Sargeant pende vanuit ‘een zoektocht naar betekenis en begrip’. Een coming-of-ageplaat dus, waarop hij zijn luide, boze conflictmodel inruilt voor bucolische sfeerschepping met akoestische gitaar, cello en toetsen.  

‘I like to reminisce / about the bridges and the bliss / we’ve shared’, klinkt het, haast vertederend, in het psychedelisch getinte I Don’t Wanna. Het blaffende jonk is ook lid van de lyrische troubadourclub, zo blijkt verder uit For Your Hand en het nostalgisch wegmijmerende Lisboa. Dat hij door de bril van Echo & The Bunnymen wel eens The Byrds heeft zien vliegen, horen we aan de dromerige spacerock van Summer Song.  

In de studio is Working Men’s Club een eenmansbedrijf. Enkel live dult Sargeant luitenants naast zich, dus ook op dit soloalbum houdt hij alles zelf in handen. In dat despotische trekje schuilt een beperking. Een op kosmische folk tuk zijnde gitarist als Ryley Walker had Long Roads een niveau hoger kunnen tillen, en die etherische achtergrondzang in How It Once Was kan een vleugje droompopnimf à la Julee Cruise gebruiken. De ontbolstering van angry young man tot artiest? Ja, daar gaan we voor.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise