Op ‘Cowboy Carter’ ruilt Beyoncé de dansvloer in voor countrymuziek, zonder haar artistieke eigenheid te verliezen
Titel - Cowboy Carter
Artiest - Beyoncé
Streamtips - Riiverdance
Genre - Countrypop
Label - Sony
Cowboy Carter, Beyoncés achtste album, maakt indruk, door de thematiek én door de muzikale durf.
Aan het eind van de jaren zeventig, tijdens een countryawardshow, geeft Charley Pride, een van die zeldzame zwarte countryzangers, een kus aan Dolly Parton terwijl ze haar prijs in ontvangst neemt. De verrukte Parton laat het zich welgevallen. Het komt haar op brandende kruisen voor haar woonst te staan.
Bijna vijftig jaar later is de iconische Parton een van de (vele) stemmen op Cowboy Carter, het tweede deel van de trilogie die Beyoncé met Renaissance begon. Op Instagram legde ze de ontstaansgeschiedenis van de plaat uit: ‘Geboren uit een ervaring van een paar jaar geleden, waarbij ik me niet welkom voelde…’ Een verwijzing naar de Country Music Association-awardshow van 2016, toen ze met The Chicks (voorheen de Dixie Chicks) haar eigen nummer Daddy Lessons speelde. De verontwaardigde commentaren daarop deden niet eens de moeite om hun racisme te maskeren.
Na het discobalpaard van Renaissance berijdt Beyoncé nu dus een witte knol. Hillbillygitaren vervangen elektronische beats, om ons te herinneren aan de bijdrage van zwarte artiesten aan een genre dat vaak wordt gereduceerd tot muziek voor rednecks. ‘If that ain’t country, tell me, what is it?’ klinkt het al in opener Ameriican Requiem. Vervolgens covert ze Blackbird van The Beatles, dat Paul McCartney in 1968 schreef, verwijzend naar de burgerrechtenstrijd. Ze laat zich daarbij vergezellen door de jonge zwarte countryzangeres Tanner Adell. Hoe je van een cover – perfect uitgevoerd, zonder het origineel te verstoren – een discussie op zich maakt.
Zoals Renaissance een licht wierp op de al te vaak gewhitewashte zwarte helden van de dance, frunnikt Cowboy Carter nu aan de grenzen van een genre dat gecrispeerd is over zijn witheid. Fles whisky in het handschoenenkastje, pistool achterin, Beyoncé zet de stetson op voor een squaredance.
Cowboy Carter is tegelijk een van haar persoonlijkste albums: Beyoncé grijpt het countrygenre ook aan om wat meer over zichzelf te vertellen. Als kind ging ze regelmatig naar countryshows. En bij haar versie van Partons klassieker Jolene is het moeilijk om niet aan het vermeende overspel van haar man Jay-Z te denken – ‘Reminded me of someone I know back then’, zegt Parton in de intro.
Politiek of persoonlijk, uiteindelijk is het op Cowboy Carter nog steeds de muziek die je pakt. Country is de rode draad, maar niet de enige kleur. Het is een album dat aan zowel The Beatles als Chuck Berry (Oh Louisiana) refereert, aan The Beach Boys en Nancy Sinatra (Ya Ya). Beyoncé mikt op een softrockhit met Bodyguard (jup, zelfde titel als die film waarin de zwarte vrouw Whitney Houston van Partons I Will Always Love You een interplanetaire hit maakte). Daughter knipoogt naar de spaghettiwestern, Spaghettii is dan weer net meer rap dan honky-tonk. Riiverdance en Sweet Honey Buckiin’ leggen de link met de dansvloer van Renaissance. Andermaal geeft Beyoncé blijk van een waanzinnig grote vrijheid voor sterren van haar kaliber.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier