Op ‘Big Sigh’ versmelt Marika Hackman elektronica en koperblazers met vocaal prachtige tokkelfolk

4 / 5
© National
4 / 5

Titel - Big Sigh

Artiest - Marika Hackman

Streamtips - Slime

Genre - Indiepop

Label - Chrysalis

Elke artiest vindt zijn of haar nieuwe plaat de beste die ze al voor elkaar hebben gekregen. Bij Big Sigh van Marika Hackman gaan we volmondig akkoord.

Sinds haar ep-debuut elf jaar geleden vervelde Marika Hackman van het folky singer-songwriteridioom naar indierock met eightiesbestuiving. Corona veroorzaakte een writer’s block, die de Engelse bestreed door zich favoriete liedjes van anderen eigen te maken: op Covers (2020) drukte ze Radiohead, Beyoncé, The Shins en Grimes aan de boezem.

De grote zucht die het tot titel van Hackmans vierde lp heeft geschopt, is er dan ook eentje van opluchting: ze bleek het songschrijven toch niet verleerd. De bij haar ouders in het Zuid-Engelse Hampshire doorgebrachte lockdown deed haar idyllische jeugdherinneringen naar boven woelen, die ze afzette tegen haar volwassen jaren, waarin ze met angstaanvallen te kampen kreeg. Ook over liefde en lust, zowel vroeger als nu, vielen gedachten te formuleren. Het verklaart waarom Big Sigh een plaat vol verbeeldingskracht en catharsis is geworden, met een contrastrijke schikking van songs en pakkende melodieën.

© National

Indierock, eighties: daar waren we dus gebleven. Die termen zijn evenwel niet van toepassing op introsong The Ground, met zijn twinkelende pianospel, cinematische strijkers die snel naar symfonische stootkracht doorgroeien, en dan dat klompje distortion op het einde. Het is een treffende demonstratie van hoe Hackman songschrijven aanziet: als puzzelen met stukjes die niet vanzelf in elkaar schuiven.

Ook sterk is No Caffeine, een suggestielijst van wat te doen wanneer de paniek toeslaat (‘Make a herbal tea/ Don’t throw up’) tegen een achtergrond van een fors ritme en dartele strijkers. Zo valt er in elke daaropvolgende song wel iets te ontdekken: een klapwiekend refrein, akoestische intimiteit, gevleugelde indierock of een instrumentaal pianowolkje.

Het koortsdromerige Vitamins hinkt op een omineuze, ritmische metaalklank naar een mistbank van synths die je zowel bevrijdend als beangstigend kunt noemen. Misschien door het inzicht dat Hackman met ons deelt: ‘I could be up in the hall of fame/ But if we’re all special than we’re all the same.’

Big Sigh landt na een biologerende vlucht in een versmelting van elektronica en koperblazers (Please Don’t Be So Kind) en vocaal prachtige tokkelfolk à la Sufjan Stevens (The Yellow Mile). Eind goed én ál goed.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content