Lucrecia Dalt gelooft niet in lineaire tijdslijnen of afgebakende hokjes. Wel in zwalpen tussen mystiek en verleiding, tussen traditie en experiment.
‘No obedezco a tu verdad lineal’, zingt Lucrecia Dalt op haar vorige album, ¡Ay!. Ik gehoorzaam jouw lineaire waarheid niet. En verder: ‘Romperé tu narrativa/ Y alteraré tu paisaje aplanado’. Ik zal je narratief doorbreken. En jouw afgevlakte landschap verstoren.
De Colombiaanse zingt het over een mythische berg, El Galatzó in Mallorca, ‘een kosmologisch elektromagnetisch fossiel’, maar ook een beetje over zichzelf, een klankenalchemist die de grenzen tussen folklore en avant-garde corrumpeert en hertekent.
Met z’n broeierige mix van nostalgie en futurisme, zwalpend tussen traditionele, Latijns-Amerikaanse muziekgenres als bolero, son, en merengue enerzijds, en hypnotische electronica anderzijds, betekende ¡Ay! in 2022 een doorbraak voor Lucrecia Dalt. Op die eigenzinnige methodiek van manipulatie en mutatie boet Dalt niks in met de tweetalige opvolger A Danger to Ourselves. De grillige collages van onwereldse texturen en een potpourri van percussie in tracks als Caes en No Death No Danger herinneren onvermijdelijk aan de louche hybriden van verbasterde jazz, postrock, en primitieve blues die Tom Waits patenteerde op albums als Swordfishtrombones en Rain Dogs. Zie ook de elastische contrabas en de als scharnieren snerpende gitaar in The Common Readers, een duet met de Argentijnse Juana Molina, nog zo’n zangeres die magisch-realisme hoog in het vaandel draagt.
A Danger to Ourselves werd overigens mee geproducet door David Sylvian, na David Bowie zowat de meest gevierde Britse artrocker, die eveneens hoog inzette op textuur en atmosfeer, en daarmee evenmin inleverde op secuur gestroomlijnde songs. Je hoort de stem van Sylvian tijdens het in dub wentelende einde van Cosa Rara, in een parlando over de destructieve symptomen van de liefde. ‘We are a danger to ourselves’, jawel.
Mystiek en verleiding, ze zijn de twee polen op dit album. ‘You are the only one I can fool death with in this world’ klinkt het in Divina, een sensuele torch song die maar twee, drie stoorzendertjes verwijderd is van Kali Uchis. Hasta el final is jazzy, over glossy synths uitgerolde droompop die uitmondt in theatrale orkestraties, Acéphale zindert en zwiept alsof Tinseltown voor één nacht in Bogota ligt. Platen die een nieuwe, magische dimensie openen, we kunnen ze niet genoeg aanbevelen.