‘I know I look funny, but I’m in pain’, zingt Liesa Van der Aa op haar nieuwe album. Dat vat de veelzijdigheid van Caramel perfect samen.
Met haar doorleefde vertolking van junkiemoeder Anaïs in Putain, de bejubelde tv-reeks van Zwangere Guy en Frederik Daem, bleef Liesa Van der Aa het voorbije jaar al op het netvlies branden. Met haar nieuwe album slaagt de multidisciplinaire artieste er nu ook in om het trommelvlies te verhitten.
Manusje-van-alles is een understatement voor Liesa Van der Aa. De zelfverklaarde workaholic acteert, componeert, maakt films, theater en muziek, en overschrijdt daarbij vaak verschillende grenzen en genres. Eerder dit jaar ging in Berlijn de voorstelling Hunter in première: muziektheater waarvoor Van der Aa polyfonie verweefde met elektronica, opera met basketbal, en songs uit het album Homogenic van Björk met die van haarzelf. Zó eclectisch gaat het er niet aan toe op Caramel, maar voor een prikkelarme, rechtlijnige ervaring bent u evenmin aan het juiste adres.
De openingszet heet toepasselijk First Move, waarin Van der Aa met een gedempt, laag timbre in harmonie met de piano van Niels Broos meteen verstilde aandacht opeist. De manier waarop de geschrankte, soulvolle stemmenweelde uitvloeit in symfonische pop landt ergens tussen Elliot Smith en James Blake. To Do Doing Done begint met een dartel streepje barok en eindigt vier minuten en verschillende stemmingswissels later met een slome jazzriedel uit de vingers van Stuff-bassist Dries Laheye. De betreurde d’Angelo is weer even dichtbij. Ook Dove en Control It dollen met de parameters van de r&b. Een keer door rond te dolen in een asymmetrisch spiegelpaleis van stemmen en verknipte funkritmes, dan weer door de gestroomlijnde samenzang van meidentrio’s uit de nineties te rijmen met de zwoele cool van Marvin Gaye uit de seventies.

Durven is belangrijker dan kiezen voor Liesa Van der Aa. Als Don’t Talk zich na anderhalve minuut vanaf enkele beslissende toetsen op de piano richting een refrein lijkt te lanceren, dan schiet de song steil een dromerige soundscape in, om even later opnieuw bij de jazzy intro neer te ploffen. Caramel balanceert constant op het randje. Tussen jazz en pop, intiem en uitdagend, minimaal en overvloedig. Als een slak op een scheermes, zoals Van der Aa het zelf benoemt. Het is het tedere én smeuïge eindejaarstoetje waarvan u zelf niet wist dat u er zin in had.