‘Eels Time!’ van Eels is spectaculair noch slecht, gewoon Eels

3 / 5
3 / 5

Titel - Eels Time!

Artiest - Eels

Genre - Pop/rock

Label - E Works/PIAS

Naar eigen zeggen houdt de 61-jarige Mark Everett van Eels zich tegenwoordig op in een parallel universum: eentje waarin hij nog leeft.

Omdat Everetts vader op zijn 51e aan een hartaanval is gestorven, is een jaarlijkse medische check-up voor de ­Californische zanger-liedjesmaker (zelf ondertussen 61) ­vaste prik. Toen na de vorige Eels-tournee bleek dat zijn aorta gevaarlijk was uitgedijd, moest onze held een openhartoperatie ondergaan. ­Waardoor hij op recente promofoto’s een Frank Raeske doet: het aanzienlijke litteken op zijn blote bast met de wereld delen.

Wanneer je Everett de vijftiende Eels-plaat hoort inleiden met ‘Time, it’s all about time now’, verwacht je dan ook drie kwartier gefilosofeer over sterfelijkheid. Een typisch onderwerp tenslotte voor een artiest die ons in zijn liedjes evenveel toevertrouwt over zijn angst, spijt en verdriet als hij zijn therapeut laat optekenen.


Time is een pakkende song: sober van een akoestische gitaar geplukt, viooltje erbij, uitmondend in ­existentiële dankbaarheid. Maar uit de thematische ­potpourri die ­daarop volgt, blijkt dat de meeste songs al waren ­geschreven vooraleer E zijn ziekenhuisafspraak had vastgelegd. De helft ervan is zelfs het resultaat van een-tweetjes met collega-songschrijver en LA-wijkgenoot Tyson Ritter (ooit frontman van rockgroep The All-American Rejects). Alleen in het afsluitende Let’s Be Lucky komt Everett terug op de vergankelijkheid én de verrukking van het zootje dat we het leven noemen.


Heel persoonlijk gaat het er tussen in- en uitgang van Eels Time! dus niet aan toe. Als je weet dat Mark Everett de liefhebbende vader van een zevenjarig zoontje is, vermoed je dat hij in een personage kruipt om met songs als het nogal sprankelloze Goldy of het ­barokke Lay with the Lambs over eenzaamheid en ­cynisme te schrijven.


We Won’t See Her Like Again en Sweet ­Smile zijn mijmeringen over de overrompeling van een onbereik­bare liefde, in I Can’t Believe It’s True blijkt Cupido dan ­misschien toch weer raak te hebben geschoten voor de tweemaal gescheiden Everett. De montere belletjes in dat uptemponummer en de slome, spookachtige hartslag van If I’m Gonna Go Anywhere bieden trouwens de ­grootste ­reliëfverschillen op deze laconieke, serene plaat. Geen ­geroer in electronica of garagerock deze keer, maar het ­gebruikelijke beetje Beatles hier en schepje Beach Boys daar. Spectaculair noch slecht, gewoon Eels.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content