Papa was een Sex Pistol, Hollie Cook maakt reggaepop (het had ook trapeze kunnen worden)

© National

En haar vader is niet de enige muzikale royalty in haar omgeving. Haar moeder zong bij Culture Club, Boy George is haar peetvader en Slits-frontvrouw Ari Up was haar mentor. Maar Hollie Cooks podium had dus ook dat van een circus kunnen zijn.

‘Ik heb itchy feet’, lacht Hollie Cook meteen. Ze is geboren en getogen in Hammersmith, de West-Londense wijk waar ook haar vader, Sex Pistols-drummer Paul Cook, opgroeide. ‘Ik ben enig kind en mijn ouders waren nog jong toen ze mij kregen. Dat er plots een baby bij kwam, was voor hen geen reden om hun leventje drastisch te veranderen. Dus ging ik overal met hen mee. Het was als opgroeien in een nomadenstam. Toen ik later, op mijn negentiende, tot The Slits toetrad, was ik zelf voortdurend op tournee. Sindsdien is reizen een gewoonte en zelfs een drang.’

Kort na de dood van Slits-frontvrouw Ari Up, in 2010, verscheen Hollie Cooks eerste titelloze soloplaat. Na Twice (2014) en Vessel of Love (2018) is er nu Happy Hour, andermaal een bekoorlijke melange van sixtiesmeidenpop en zoete, harmonieuze lovers rock, de romantische reggaevariant die meer zangeressen op het voorplan schoof.

Zelf noem je je stijl graag ‘tropical pop’.

Hollie Cook: Mijn muziek is opbeurend en positief, maar het is geen upbeat partymuziek. Ik hou vooral van die warme, geruststellende vibe. Thuis werd er constant muziek gedraaid. Daar ben ik zo aan gewend geraakt dat ik stilte nog steeds haat. Er kwamen constant mensen over de vloer, mijn grootvader zette de televisie heel luid, er was altijd geroezemoes… Ik luisterde zelfs naar audioboeken voor ik ging slapen. Ik hou van het gevoel omringd te zijn door gezelschap, al zijn het maar stemmen op de radio.

Wat was de eerste plaat die je met je eigen centen kocht?

Cook: Spice Girls, waarschijnlijk. Ik was tien en die groep was het opwindendste wat me in mijn leven al was overkomen. Voor meisjes van mijn leeftijd toen hebben ze de wereld veranderd. Ik herinner me nog glashelder de eerste keer dat ik de clip van Wannabe zag. Ik was met twee vriendinnetjes bij een van hen thuis en we deden het zowat in onze broek terwijl we het uitriepen en op de zetel sprongen. (lacht)

Heb je altijd al zangeres willen worden?

Cook: Neen. Ik had wel vroeg oor voor muziek. Naar verluidt vormde ik al melodische geluiden voor ik kon praten, en als kind zong ik altijd samen met mijn moeder. Toch maakte ik in mijn tienerjaren vooral van acteren en dansen mijn doel. Bizar, want voor acteren was ik veel te verlegen. Omdat ik zoveel van filmmusicals en muziektheater hield – The Sound of Music, Mary Poppins en mijn favoriet Bugsy Malone – ben ik dat ook gaan doen. Zingen, acteren en dansen, ik kon van alles proeven. Ik was zó kwaad op het vriendinnetje dat mij buiten mijn weten had ingeschreven bij het schoolkoor. (lacht) Maar na een tijdje werd ik uitgekozen om tijdens het kerstconcert solo te zingen en zo wende ik eraan. Door te zingen kon ik me als introvert persoon uitdrukken zonder uit te hoeven blinken in woordkeuze of zo. Zingen is iets wat je onbewuster doet.

Ik hield altijd al van Bond-songs, dus heb ik geprobeerd er zelf eentje te schrijven. Een door Rihanna gezongen Bond-song met reggaeinvloeden, dat moest Gold Girl worden.

Je moeder Jeni was een schoolvriendin van Boy George en is zo als achtergrondzangeres bij Culture Club beland.

Cook: Ja. Maar toen ze voelde hoe gigantisch populair de groep aan het worden was, is ze eruit gestapt. Gek eigenlijk, want ze is zo levendig en glamoureus en grappig dat ze zélf een diva lijkt. (lacht) Net als ik heeft ze ook een teruggetrokken kant. In de pers wordt George altijd mijn peetvader genoemd en dat klopt, maar Steve Jones (gitarist van de Sex Pistols en boezemvriend van haar vader Paul Cook, nvdr.) is dat ook. Met Steve – of oom Steve, zoals ik hem noem – heb ik altijd een veel hechtere band gehad. Hij woont al lang in LA en als ik daar ben, laat ik me graag door hem mee uit eten nemen. George zie ik ook, maar veel sporadischer. We hebben vooral een grote liefde voor reggae gemeen. Hij heeft me in 2014 uitgenodigd als een van zijn gasten op dat briljante radioconcert waarbij hij met het BBC Philharmonic Orchestra Culture Clubs lp Colour by Numbers volledig heeft gebracht, en ik It’s a Miracle heb gezongen.

Over orkesten gesproken: Gold Girl, een van je nieuwe nummers, is een openlijke hommage aan James Bond.

Cook: Ik heb altijd van Bond-songs gehouden dus heb ik met mijn partner, een klassiek geschoold pianist, geprobeerd er zelf eentje te schrijven. Weet je, ongelofelijk dat ze Rihanna nog nooit hebben gevraagd. Een door Rihanna gezongen Bond-song met reggaeinvloeden, dat moest Gold Girl worden. (glimlacht) Met die dramatische strijkersarrangementen is het een buitenbeentje op de plaat, maar ik heb nu eenmaal een zwak voor overweldigende sixtiesproducties. Dusty Springfield, Burt Bacharach, Phil Spector, The Ronettes… Heerlijk.

Rond 2010 heb je een tijd in Californië gewoond onder een schuilnaam.

Cook: (lacht) Sylvia Innocent! Al van kindsbeen af ging ik vaak met mijn ouders naar Californië, omdat zo veel van hun vrienden in de eighties naar daar verhuisd waren. Ik kreeg een emotionele band met die plek en vond het altijd jammer als we weer moesten vertrekken. De meeste tijd heb ik er doorgebracht als prille twintiger, toen ik in The Slits zat. Ari’s zonen, die ongeveer mijn leeftijd hebben, woonden in LA. Zo ken ik daar een hoop mensen bij wie ik altijd mocht aankloppen en logeren, wat ik steevast zo lang mogelijk deed. (lacht) Tot ik een man uit San Diego leerde kennen en nog langer bleef.

Dat was Charles Rowell oftewel Dorian Wartime, met wie je het donkere, dubby synthpopgroepje Psychic Dancehall vormde.

Cook:(glimlacht) Een lief labour of love-project. We hadden een langeafstandsrelatie waarbij we af en toe samenwoonden in zijn studiootje in San Diego, met weinig meer dan een enkel bed en een kleerkast die dienstdeed als opnameruimte en vocal booth. (lacht) Heel leuk allemaal.

Dat is de plaat, Dreamers uit 2011, ook.

Cook: Dank je! Ik heb ze onlangs nog eens gehoord en er kwamen niets dan fijne herinneringen bovendrijven. Hij was de eerste liefde van mijn leven, we zijn zesenhalf jaar samen geweest. Ondertussen woon ik weer in Hammersmith, waar mijn vaders familie vandaan komt. De cirkel is rond. Ongeveer acht jaar lang ben ik nooit langer dan een maand op dezelfde plek gebleven. Het was altijd leuk om weer thuis te komen, met vrienden rond te hangen, te repeteren, te drinken. Maar ik vroeg me een beetje bang af of ik me wel permanent in Hammersmith kon vestigen. Zorgen voor niks, weet ik intussen. Liep ik vroeger over de markt in Portobello Road naar vintage kleren te zoeken, dan bekijk ik nu oud zilveren bestek en deurkloppers. (lacht)

© National

Je honkvastheid mogen we ook afleiden uit Move My Way, een song op je nieuwe plaat over het Londense Notting Hill Carnival.

Cook: Dat is een weekend lang feest op het einde van augustus, waarbij ik wakker word met het gevoel dat het kerstdag is. (lacht) Twee dagen vrijheid en plezier en zo veel te doen dat het tegelijk vermoeiend en opwindend is. Soundsystems op elke straathoek, steelbands, optochten, van alles. De straten die vollopen met vrolijke mensen, de geur van rum en gebraden kip, je vrienden kwijtraken in het gewoel en elkaar dan op miraculeuze wijze weer tegen het lijf lopen…. Dat gevoel, die energie wilde ik in die song vatten. Het is de ultieme viering van Caribische cultuur in Londen. Iets positiefs waarop je altijd terug kunt vallen.

We moeten het nog over The Slits hebben, de notoire vrouwelijke postpunkgroep die in 1982 was gesplit en in 2005 heropgericht werd. Je hebt er als het ware je universiteitsjaren beleefd.

Cook: Honderd procent waar. De ironie was dat ik muziek studeerde toen Ari mij bij de band vroeg. Ik heb de twee een tijdlang gecombineerd, tot ik besefte dat mijn studies me voorbereidden op wat ik al aan het dóén was. Vanaf dan zat ik gewoon in The Slits, punt. (lacht) Ik heb nog enkele jeugdherinneringen aan hoe Ari (stiefdochter van een andere Sex Pistol, zanger John Lydon, nvdr.) af en toe ons huis binnenzwiepte, als een wervelwind uit Jamaica, waar ze woonde, om net zo snel weer te verdwijnen. Op een dag was ze in Londen om nieuwe songs op te nemen met The Slits en belde ze naar mijn moeder: of ik niet naar de studio wilde komen. Het was de eerste keer dat ik met een groepje repeteerde en het was meteen in The Slits! (lacht) Ik zong en speelde toetsen, Ari vroeg me mee voor enkele optredens en voor ik het besefte, deden we shows in Amerika, namen we een plaat op en kwam ik nooit meer thuis. Ari was mijn mentor. Hoe je functioneert in een band, hoe je optreedt: gewoon door haar bezig te zien, leerde ik hoe je dat doet. Ze wist dat ik van lovers rock hield en moedigde me aan om zelf songs te schrijven. Cry, dat op mijn eerste plaat stond, was oorspronkelijk voor The Slits bedoeld. Dat ik zangeres en muzikante ben geworden, komt door alle duwtjes die ik van haar heb gekregen.

Heb je niet ooit beweerd dat je net zo graag bij het circus was gegaan?

Cook: (lacht) Voor de romantiek, de saamhorigheid van zo’n groep mensen die in staat is overal een thuis te creëren, hoe ver van huis ook. Ik zou perfect gelukkig zijn geweest als trapezewerker, ja. (lacht)

Toen Ari Up in oktober 2010 aan de gevolgen van borstkanker overleed, had je net je eerste plaat opgenomen.

Cook: Haar dood heeft een enorm gat in mijn leven achtergelaten. Ik wist pas enkele maanden ervoor hoe ziek ze was, dus het is allemaal heel snel gegaan.

Jouw muziek straalt zorgeloosheid uit, met vrolijke blazerpartijen en dobberende ritmes. Toch geef je ook lucht aan de angst en beklemming die je soms overvallen.

Cook: Een schaduw van melancholie, ja. (lacht) Muziek is een geschikt kanaal om dingen mee te verwerken, maar ik wil er ook niet mee te koop lopen. Ik hou ervan als het inhoudelijk ambigu blijft, open voor interpretatie. Uit voorzichtigheid, want je geeft toch een stukje van je diepste zelf bloot. De enige uitzondering is Ari Up, het liedje waarmee mijn tweede plaat begon. Dat moest een puur eerbetoon worden, een uiting van dankbaarheid voor alles wat ze voor mij heeft betekend. Jammer dat Ari mijn eerste plaat nooit gehoord heeft. Die kwam pas uit in 2011, een half jaar na haar dood. Nogal symbolisch, eigenlijk. Ik denk nog vaak aan haar. Wat zij in mijn plaats zou doen en zo. Als ik me onzeker voel, helpt het te weten dat Ari didn’t give a shit. (lacht)

Happy Hour

Uit op 24/6 uit bij Merge.

Hollie Cook speelt op 29/10 in de Botanique.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hollie Cook

Geboren in Londen in 1987.

Dochter van Paul Cook (Sex Pistols) en Jeni Cook (Culture Club).

Treedt op haar negentiende toe tot de heropgerichte postpunkgroep The Slits.

Werkt samen met Ian Brown, Jamie T., The Orb en Boy George.

Maakt als soloartieste ‘tropical pop’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content