Op zijn nieuwe plaat laat Warhaus zich eindelijk in volle glorie zien: ‘Er is plaats voor meer kwetsbaarheid’

© National
Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

Op zijn nieuwe plaat Ha Ha Heartbreak is Warhaus zijn eigen muze.

Wanneer we om negen uur ’s ochtends als allereerste klanten van de dag een koffiebar vlak bij het station Gent-Dampoort binnenwandelen, oogt Maarten Devoldere verdacht fris en monter. De frontman van Warhaus en Balthazar blijkt al enkele uren uit de veren. Hij heeft er zelfs al een uurtje meditatie opzitten, een nieuwe gewoonte sinds hij het voorbije jaar een rustiger, meer spiritueel, alcohol- en drugsvrij bestaan heeft omarmd. Daarvoor moest Devoldere wel eerst door een diep dal na een confronterende relatiebreuk die hij van zich afschreef op het album Ha Ha Heartbreak. Na ons gesprek trekt hij richting Utrecht, om er de eerste nieuwe Warhausplaat in vijf jaar tijd in première voor te stellen aan een livepubliek. De dagen nadien volgen trips naar Parijs en Londen, komende zondag is zijn thuisstad aan de beurt.

Sta je anders op een podium nu je meer innerlijke rust hebt gevonden?

Maarten Devoldere: Zeker. Optreden is weer een avontuur. Vroeger was ik soms aan het aftellen: ‘Wanneer is ’t hier gedaan?’ Nu voel ik me veel vrijer, ik zit minder vast in een pose. Het schild dat ik soms nodig had om donkere muziek te kunnen brengen, is er niet meer. Ik dans nu zelfs al eens op het podium. (glimlacht) Niet dat ik daar veel talent voor heb, maar het is wel tekenend. Vroeger, toen ik nog veel dronk, danste ik nooit op feestjes omdat ik daar te zelfbewust voor was. ‘We zien Maarten nu eindelijk in zijn volle glorie’, zei een goede vriend. De warrior zit dus nog in mij, maar er is ook plaats voor meer kwetsbaarheid. Iets wat volop in de plaat zit, natuurlijk.

Sinds mijn bioritme is veranderd, ben ik een echte ochtendmens.

Tegelijk is het ook een heel sexy plaat. Zwoeler dan de eerste twee langspelers van Warhaus. Dat is best ironisch, omdat je toen net vaak zong over de meer rekbare, vrije kwaliteiten van de liefde.

Devoldere:Tja, de nieuwe plaat gaat in de eerste plaats over verlangen. Ik dacht zelfs even dat ik mijn ex er als het ware mee terug kon schrijven. (lachje) Dat naïeve enthousiasme is erin doorgesijpeld. Ik trek soms wel het boetekleed aan, maar wentel me nergens in klaagzangen of zelfmedelijden.

Er zit ook meer soul in. Waren je luistergewoontes anders toen je in een dip zat?

Devoldere: Nee. Ik luisterde niet eens naar muziek, ik kon zelfs niet naar films kijken. Wandelen was het enige wat ik kon doen. Maar die soulinvloed is de laatste jaren wel belangrijker geworden. Als je twintig bent, vind je dat grote, oprechte kunst zwaar en donker moet zijn. Dan is het zogezegd edgy. Als je ouder wordt, word je wat minzamer. En mannen als Curtis Mayfield en Marvin Gaye bewijzen dat iets smooth en groovy kan zijn en dat er tegelijk veel gevoel kan in zitten. Met deze plaat durfde ik voor het eerst iets ‘moois’ te maken. Toegankelijk gearrangeerd en zo. Maar die tweestrijd tussen zeemzoete kitsch en bezwerende donkerte zat al in Warhaus. Het zal altijd een ietwat schizofreen project blijven.

‘Zoiets als “the corners of my soul”, uit The Man Who Owns the Place van Balthazar, dat krijg ik niet meer op papier’, zei je zes jaar geleden over de teksten op je debuut We Fucked a Flame into Being. En toch zing je in het nieuwe nummer Shadow Play: ‘There’s a corner of the soul in which to descend.’

Devoldere:Lap, ik wist dat ik die vraag minstens één keer zou krijgen. Eerlijk: ik heb het zelf pas rijkelijk laat beseft. We hebben voor de zang op de plaat alle originele demo-opnames gebruikt. Die ongefilterde kwetsbaarheid contrasteerde erg goed met de zelfverzekerde flair van de muziek. Het was oorspronkelijk de bedoeling om sommige teksten later nog bij te schaven, maar dat kon dus niet. Ik heb die zin dus niet kunnen schrappen. Bon, het is wel heel eerlijk. Ik schaam me er zeker niet voor.

In diezelfde periode, toen je ex Sylvie Kreusch nog deel uitmaakte van Warhaus, zei je: ‘Ik weet pas dat een song werkt als ik Sylvie erop heb zien dansen.’ Hoe zit dat nu?

Devoldere: Ik zei toch dat ik tegenwoordig zelf meer beweeg op mijn muziek? (glimlacht) Voor alle duidelijkheid: deze plaat gaat níét over mijn breuk met Sylvie. En ik had het ook niet moeilijk met de songs op haar album Montbray waarin ze me de volle lading geeft, zoals sommige mensen denken. Integendeel, ik vond dat gezond en was juist heel erg trots op haar, want het is een zeer straffe plaat. Ik was misschien niet altijd een goed lief in die periode, maar ik heb wel altijd keihard geloofd in haar talent. Ik heb zelfs even met het idee gespeeld om er haar weer bij te vragen voor Ha Ha Heartbreak. Maar ze vond het geen goed plan omdat ik met deze songs net loskom van de vrouwen in mijn leven. En ze had gelijk. Ik moest zelf mijn boontjes doppen. Ik moest de muze eens vanbinnen zoeken.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ha Ha Heartbreak
Uit via PIAS.

Warhaus
Op 27.11 in de Handelsbeurs, Gent. Het concert is uitverkocht.

Warhaus

Echte naam: Maarten Devoldere.

Geboren in 1988 in Kortrijk.

Start in 2004 met onder meer Jinte Deprez de band Balthazar en brengt er vijf albums mee uit.

Gaat in 2016 solo als Warhaus met het album We Fucked a Flame into Being, gevolgd door Warhaus in 2017 en eerder deze maand Ha Ha Heartbreak.

Vormde op en naast het podium een koppel met zangeres Sylvie Kreusch, die hun relatie en de breuk verwerkte op haar debuutalbum Montbray (2021).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content