Ooit werd ze ‘Sensual Temptress’ genoemd. Nu kent iedereen haar als Kate Tempest
Geen betere soundtrack bij deze woelige tijden dan die van Kate Tempest. Aan de vooravond van het door haar gecureerde Focus Music Festival: een gesprek over haar vormingsjaren, haar niet-aflatende engagement en hoe ze van een outsider tot het geweten van de Britse hiphop en spoken-wordscene evolueerde. ‘Mag ik mijn antwoord nog veranderen?’
‘Het lijkt wel Glastonbury in de parken van Londen!’ zo steekt Kate Tempest (34) van wal. ‘Er wordt stevig gefeest, fucking crazy. In mijn lokaal park kom ik plots mensen tegen die ik nog nooit heb gezien. Eigenlijk vind ik het wel mooi, hoe iedereen nu in hetzelfde schuitje zit en zo massaal gebruik begint te maken van de publieke ruimte. En ik begrijp ze ook wel, hoor, de jonge kids die zeggen: fuck it, het is zomer, wij willen voetballen, dronken worden met vrienden, stoom aflaten. Ik geloof dat we hier inmiddels zes mensen van twee verschillende huishoudens mogen zien in de openlucht, maar wie weet het eigenlijk nog? Elke dag komt er zeer onduidelijk, nee: totaal waardeloos advies. Daar is onze eerste minister heel goed in. (lacht)‘
Jullie denken dat de supermarkten al leeg zijn? Dan moet je ónze schappen eens zien”, zeiden ze me in mijn lokale voedselbank. It’s hardcore, man.
Tempest geeft interviews zoals ze optredens geeft. Niet zelden zijn haar antwoorden halve monologen – alleen haar bezwerende cadans en pulserende hiphopbeats moet je er zelf bij denken. Ze gesticuleert druk met haar handen, belegert je met woorden en zuigt je helemaal mee in haar vurige pleidooien voor empathie en verbondenheid. En zo buigt Tempest, sinds kort ontdaan van de haar kenmerkende, weelderige krullen, iets inherent afstandelijks als een Zoom-call toch nog om in iets persoonlijks.
***
Het zijn drukke tijden voor de meest geëngageerde rapster, schrijfster en dichteres van het Verenigd Koninkrijk. Vanuit haar kot in Ladywell, Zuidoost-Londen werkt ze aan een nieuw boek (‘iets non-fictiefs in opdracht’) en een nieuw album (‘geen idee wanneer dat klaar zal zijn, want producer Dan Carey en ik zitten niet bij elkaar en dat bemoeilijkt de zaak’). Daarnaast schreef ze een gedicht om het personeel van de Britse Nationale Gezondheidsdienst een hart onder de riem te steken (‘nooit zal ik de NHS iets weigeren’) en bezon ze zich op Blackout Tuesday samen met de gehele muziekindustrie over racisme (‘al doe ik dat op andere dagen evenzeer’). En dan stelde ze tussendoor óók nog een dijk van een affiche samen voor ons Focus Music Festival, waarvan ze headliner en curator is.
De in jouw thuisland nog altijd behoorlijk strenge lockdown lijkt je creativiteit allerminst te beknotten, maar je mist het podium blijkbaar zo hard dat je koste wat het kost een onlinefestival op poten wilde zetten?
Kate Tempest: Ik mis het én ik ben blij dat ik er een tijdje weg van kan zijn. Mijn performances zijn heel fysiek, ik drijf op de connectie met mijn band en mijn publiek. Optreden bevredigt een deel van mij dat op geen enkele andere manier bevredigd kan worden. Maar tegelijkertijd ben ik al zeven, acht, negen jaar aan het touren – als het niet nóg langer is. Dan is zo’n verplichte pauze eigenlijk best welkom. Het touren geeft me evenveel voldoening als dat het me uitput. Maar één ding is nu al zeker: tegen dat we er opnieuw aan beginnen, zullen de shows een heel nieuwe energie hebben, waarmee we al die verloren tijd in één klap inhalen.
Charlotte Adigéry ken ik tot mijn grote schaamte nog niet lang, maar ik werd door haar wel al bij de eerste luisterbeurt omvergeblazen.
Het Focus Music Festival zal gratis te bezoeken zijn via Facebook, maar mensen zullen ook naar eigen goeddunken een gift kunnen achterlaten. Op jouw initiatief gaan die donaties integraal naar de Belgische Federatie van Voedselbanken. Waarom?
Tempest: Voedselbanken zijn altijd al van vitaal belang geweest, maar in pandemische tijden is het werk dat ze doen nóg crucialer. Er zijn, tenminste in het Verenigd Koninkrijk, veel gezinnen die zonder job zijn gevallen. In normale omstandigheden krijgen hun kinderen op school te eten, maar ook dat is weggevallen, waardoor ze plots twee tot drie extra maaltijden per dag moeten voorzien. Dat zorgt voor problemen. Ook bij de voedselbanken zelf, die met serieuze tekorten kampen. ‘Jullie denken dat de supermarkten al leeg zijn, dan moet je ónze schappen eens zien’, zeiden ze me toen ik op bezoek was in mijn lokale voedselbank in Zuid-Londen. It’s hardcore, man. Dus als muziek aan iets kan bijdragen, laat het dan aan iets substantieels als voeding zijn. Want zo zie ik muziek uiteindelijk ook: als iets dat voedt.
Je zult zelf optreden op ons virtuele podium. Daarnaast staan er met Lianne La Havas en Georgia twee van je dichte vriendinnen op de affiche. Met Fontaines D.C. deel je dan weer een managementkantoor. Dat je die drie zou vragen, was een no-brainer?
Tempest: Absoluut. Toen ik mijn jongste album The Books of Traps and Lessons aan het maken was met Dan, zat hij ook met de mannen van Fontaines aan hun debuut Dogrel te werken. Ik heb er toen al het een en ander van gehoord en had meteen door: they’re the real deal. Ik hou van hun energie, en frontman Grian Chatten is een fenomenale songschrijver. Georgia ken ik al van toen ik nog een baby was – mijn ma en haar tante waren collega’s. Ze is briljant. Haar spelplezier en haar vitaliteit zijn alles waar je in lockdowntijden naar op zoek bent. En Lianne? Tja. Zij is gewoon… Een engel. Ze zingt als God en doet het nog makkelijk lijken ook. (lacht)
En wat met je Belgische keuze Charlotte Adigéry?
Tempest: Charlotte Adigéry ken ik tot mijn grote schaamte nog niet lang, maar ik werd door haar wél al bij de eerste luisterbeurt omvergeblazen.
De surprise van de chef is Speakers Corner Quartet. Blijkbaar is dat de vaste huisband van de openpodiumavonden in de Londense wijk Brixton waar jij vroeger weleens over de vloer kwam.
Tempest:Ik kwam er toen ik negentien was of zo. Dat waren memorabele avonden, er passeerden altijd geweldige rappers de revue. Het Speakers Corner Quartet lijkt een traditioneel kwartet met drums, viool, fluit en bas, maar wat zij doen, is far out, man. Iets tussen klassiek, jazz, hiphop, jungle en drum-‘n-bass in. Nee, eigenlijk is het soul, of alleszins good for the soul.
Hoe kijk jij terug op die open mics en rap battles waar je je carrière bent begonnen?
Tempest:Dat waren mijn vormingsjaren. I was cutting my teeth.
Voordien, tussen je veertiende en je achttiende, werkte je al in een platenwinkel. Is het daar dat je aan muziek, aan hiphop verslingerd bent geraakt?
Tempest: Ja, en aan garage, techno, raga, soca, noem maar op. De gekke collectioneurs die daar de deur platliepen, wisten werkelijk álles over die genres. En ik nam het allemaal geduldig in me op. Dat was een waardevolle vorm van educatie, zeker en vast. Raar wel om nu over platenwinkels te praten. ‘Dus voor het internet waren er winkels waar je naartoe moest om de albums die je wilde fysiek op de kop te tikken.’ (lacht)
Hoe heette jouw platenwinkel?
Tempest: Ik heb in verschillende vinylshops gewerkt. Eén ervan, die nu omgeturnd is tot een cocktailbar met streetfood, bevond zich nabij de Lewisham Market en heette Morps Music. Een andere heette Buy or Die Records. Het is die geworden, want ook die bestaat niet meer.
En wanneer heb je je eerste William Blake of James Joyce, jouw twee absolute go-to schrijvers, ter hand genomen?
Tempest: Goh, dat weet ik niet meer precies. Ik heb vaak moeten proberen met James Joyce. Portrait of the Artist as a Young Man, Dubliners… Ik snapte er geen snars van, maar ik wist: ik ben er gewoon nog niet rijp voor. Uiteindelijk is het me jaren later toch gelukt, nota bene met Ulysses. Ik moet negentien zijn geweest toen mijn brein er plots klaar voor was. En dan heb ik me maar meteen he-le-maal overgegeven aan die monolieten van de literatuur.
En leek het je wel een snugger idee om literatuur met muziek te gaan verenigen?
Tempest: Ik was toen al jaren met muziek bezig, het wilde gewoon niet echt lukken. Ik kreeg maar geen platendeal, en telkens ik demo’s wilde opnemen, begaf mijn materiaal het wel weer. Tot ik op een zeker moment door een vriend attent werd gemaakt op een spoken-wordavond. Hij vond dat ik moest deelnemen, je kon er honderd pond mee winnen. Ik wist niet eens wat spoken word was. Toch ben ik gegaan, en ik mocht nog met het prijzengeld naar huis ook. Daarna ben ik steeds meer van die optredens gaan doen, waarbij ik mijn teksten opzegde zonder muziek. Het gaf me… Ruimte. Het deed me inzien dat ik niet per se over gitaren hoefde te schreeuwen om muzikaal te zijn. Het echte keerpunt kwam er in 2013 met Wasted, mijn eerste theatertekst. Toen heb ik beseft dat ik me op nieuwe manieren wilde uitdrukken, dat ik schrijfster wilde zijn. Maar wat ik schreef, moest wel ritmisch en muzikaal gebracht worden, want muziek was mijn ruggengraat, mijn fundering.
De naam Tempest was er al veel langer, hoor. Al van in mijn tienerjaren. Aanvankelijk was het zelfs Excentral Tempest.
Beschouw je Wasted als het moment waarop Kate Calvert, zoals je echt heet, Kate Tempest is geworden?
Tempest: Nee. De naam Tempest was er al veel langer, hoor. Al van in mijn tienerjaren. Aanvankelijk was het zelfs Excentral Tempest.
Excentral Tempest?
Tempest: Juist, daarom heb ik het dus gedropt. (lacht)
Nog eens: Excentral Tempest?
Tempest: ‘Het centrum van een aangeschreven cirkel’, dat is wat Excentral betekent. Whatever, it’s fucking abstract. Niemand begreep het. Meer nog: veel mensen dachten dat mijn naam ‘Sensual Temptress’ was. (hilariteit)
***
‘Mag ik mijn antwoord nog veranderen?’ vraagt Kate Tempest halverwege ons gesprek. ‘Mijn vriendin, die hier net buiten beeld zit, keek me nogal fronsend aan’, lacht ze.
De vraag was of ze zich ooit een outsider, een buitenbeetje heeft gevoeld, zoals de sekswerkers, drugdealers en andere aan de rand van de maatschappij vertoevende personages uit haar debuutalbum Everybody Down (2014) en haar roman The Bricks That Built the Houses (2016). Haar diplomatische antwoord was dat ze ’tegenwoordig meer geïnteresseerd is in wat we gemeen hebben dan in wat ons van elkaar scheidt’. Volgens haar vriendin mocht dat dus gerust wat eerlijker.
Tempest: Ik moet daar allicht nog bij zeggen dat de heersende, heteronormatieve cultuur me heeft vervreemd, maar dat ik inmiddels in het reine ben met wie ik ben en waar ik vandaan kom. Dat ik de tegencultuur heb omarmd, en me heb kunnen vinden in andere mensen die zich op een soortgelijke manier buitengesloten voelden – op het gebied van seksualiteit en gender, maar net zo goed van sociale klasse of ras. Het mainstreamnarratief is gewoon niet mijn narratief, dus heb ik een nieuw narratief geschreven. Wacht, laat me even checken of ik het zo goed heb uitgelegd. (kijkt in de richting van haar vriendin en steekt dan haar duim op). Het is oké!
Ik ben best socially awkward. Op het podium verkondig ik dan wel grootsprakerige boodschappen, maar in gezelschap dat ik niet ken, zeg ik meestal geen woord.
In The Bricks That Built the Houses diep je het verhaal van Everybody Down – over Londenaars-op-de-vlucht Becky, Harry en Leon – verder uit. Het frappante is dat Harry op de plaat een man is en in het boek een vrouw. Een vrouw die overhoop ligt met haar moeder omdat die niet wil accepteren dat haar dochter gay is. Herken je die situatie?
Tempest:Ja, ik heb evenzeer geworsteld met mijn gender en seksualiteit. There, I said it. Ik denk dat dat alles is wat ik erover kan vertellen.
Roep je die personages in het leven om jezelf erachter te kunnen verstoppen?
Tempest:Nee, want ik geef mezelf in The Bricks That Built the Houses even hard bloot als in The Book of Traps and Lessons, dat geschreven is vanuit de eerste persoon. Er zijn zelfs mensen uit mijn omgeving die The Bricks niet uitgelezen krijgen omdat ze er te véél van mij in herkennen.
Personages zijn gewoon leuk, man. Plots zijn ze daar, kruipen ze in je hoofd en je lichaam en vraag je je af: ‘Hé, wie ben jij? Waarom ben je hier? Wat wil je dat ik doe?’ (lacht)
En toch wilde uitvoerend producent Rick Rubin, de superproducer achter iedereen van Beastie Boys en Kanye West tot Johnny Cash, dat je op The Book of Traps and Lessons in de ik-vorm zong. Waarom precies?
Tempest: Gewoon, omdat hij het meest door die directe aanpak geraakt werd. Het bracht hem op de een of andere manier dichter bij de woorden. Hij had nog veel gekkere ideeën, hoor. Zo mocht ik bijvoorbeeld niet rappen, en mochten de teksten de muziek niet dienen en omgekeerd. Die twee moesten los van elkaar staan, hun eigen integriteit behouden. Wat hij wilde, waren songgerichte gedichten, die weliswaar op muziek gezet werden, maar de muziek toch moesten negeren. (lacht) Zalige vent wel, Rick. I really love him, en ik ben blij dat ik zijn aandacht heb kunnen wekken. Om te vermijden dat zijn oren vermoeid zouden raken bracht hij slechts een uur of twee per dag met ons door. Dan luisterde hij naar wat we gemaakt hadden, zei hij zijn gedacht, en de rest van de dag zag je hem niet meer.
Klopt het dat je de overeenkomst tussen jou en Rubin in je lokale Londense pub The Birds Nest hebt ondertekend, en ze diezelfde avond in datzelfde café ook weer bent kwijtgespeeld?
Tempest:(lacht hard)Ja! We hebben het contract opnieuw moeten tekenen. Ik hoef je niet te vertellen wat voor een geweldige avond dat was.
Je output van de voorbije tien jaar strekt zich uit over drie albums, drie theaterteksten, vier dichtbundels en een roman. Zit jij dan nooit eens zónder woorden?
Tempest: O, jawel. Er zijn momenten waarop ik vergeet voor het plezier te schrijven. Dan zit ik een of andere deadline voor een of ander project achterna te hollen en heb ik mezélf over het hoofd gezien. Het gebeurt weleens dat ik dan depressief, angstig of gewoon boos word. Mijn gemoedstoestanden kunnen heel erg wisselen. Want ik schrijf om met het leven te kunnen omgaan, weet je wel. Ik heb dat nodig.
Soms doe ik mijn stinkende best om iets te schrijven, maar wil het voor geen meter lukken. Dan heb ik het gevoel dat ik mijn taal heb teleurgesteld of zelfs verraden, en kan het best lang duren eer ik er weer toegang toe krijg. Alsof ik een code moet kraken en weer moet leren schrijven.
Verder ben ik ook best socially awkward. Op het podium verkondig ik dan wel al die grootsprakerige boodschappen, in gezelschap voel ik heus niet de behoefte om 57 minuten langover mijzelf te praten. In gezelschap dat ik niet ken, zeg ik meestal zelfs helemaal geen woord. Ik hou ook gewoon van stilte, van een wandeling in de natuur waarbij er eens niet geschreven of gepraat moet worden.
Wat is voor jou de ultieme vorm van erkenning? Prijzen als je Ted Hughes Award en je nominaties voor de Mercury Prize en de Brit Awards? Of toch eerder complimenten van Phoebe Waller-Bridge, die naar eigen zeggen tot tranen toe bewogen was door een optreden van jou, of Jay-Z, die jouw laatste plaat een openbaring vond?
Tempest:Hoe een werk wordt gemaakt en hoe het wordt onthaald, dat zijn twee heel verschillende dingen. Of het nu om een album, een boek of een theatertekst gaat: het proces ernaartoe is zo intensief dat alles wat er daarna mee gebeurt volstrekt abstract wordt. Ik zal niet liegen: prijzen en nominaties zijn fantastisch, ze kunnen je carrière een enorme boost geven. Ik was op een luchthaven toen ik hoorde dat mijn tweede album Let Them Eat Chaos genomineerd was voor de Mercury Prize, en ik heb de boel daar danig bij elkaar geschreeuwd. (lacht) Ook als ik van iemand te horen krijg dat hij of zij mijn werk geweldig vindt, raakt mij dat zeer diep – of het nu komt van Phoebe Waller-Bridge, Jay-Z of een willekeurige fan die naar een show is komen kijken. Maar je mag die erkenning niet alles laten bepalen, dat is gevaarlijk. Als je je laat leiden door de lof, dan heb je geen andere keuze dan je ook te laten leiden door de negativiteit, door de mensen die zeggen hoe shit je wel bent. Als je dat toelaat, ga je eraan aan kapot. Het heeft dus geen zin om muziek te maken die geënt is op hoe ze ontvangen zal worden. Tenzij je een popmuzikant bent en het je enige drijfveer is om mensen te pleasen.
De heersende, heteronormatieve cultuur heeft me vervreemd, maar inmiddels ben ik in het reine met wie ik ben en waar ik vandaan kom.
Je hebt het niet zo voor poprap, heb ik begrepen uit je boek.
Tempest:Haha. Alles heeft zijn plaats, want mensen rekenen op muziek om heel verschillende redenen: voor bevrijding of spiritualiteit, maar evengoed gewoon ter afleiding. Ik heb respect voor eender welke artiest die iets creëert, maar zelf voel ik me het meest verwant met muziek die over echte gevoelens gaat, van een diepere plek komt, authentiek is. Én muziek die tot actie aanzet, die ook.
Zoals jij doet in All Humans Too Late, het spoken-wordnummer over racisme op The Book of Traps and Lessons dat dezer dagen wel heel actueel aanvoelt? ‘What can be done to stay human?’ vraag je je daarin af.
Tempest: Precies. Ik probeer mensen ertoe te bewegen een bijdrage te leveren, door op een dag als Blackout Tuesday via mijn sociale media op te roepen om in te loggen op de pagina van Black Lives Matter, een petitie te ondertekenen, een protestactie te steunen of aan een antiracistische non-profit als The Bail Project, die armen helpt de borg van hun naasten in de gevangenis te betalen, te doneren. Maar ook met mijn muziek zelf wil ik bewustwording creëren. Hiphop kan, móét een sociale tool zijn. De pas verschenen nieuwe van Killer Mike en Run the Jewels is daar een goed voorbeeld van, net als de nieuwe Freddie Gibbs. Die muziek galvaniseert, geeft energie, en dat is in deze tijden levensnoodzakelijk. Rappers are leaders, you know. Ze zijn belangrijk. Vooral nu, vooral ginder in de States.
Kate Tempest
Speelt op zaterdagavond 20/6, naast onder meer Lianne La Havas, Georgia, Fontaines D.C. en Charlotte Adigéry, op het Focus Music Festival. Alle info: knackfocus.be/focusmusicfestival en facebook.com/knackfocus.
Kate Tempest
Echte naam Kate Esther Calvert.
Geboren in 1985 in Zuidoost-Londen, waar ze nog steeds woont.
Maakt aanvankelijk deel uit van de band Sound of Rum, waarmee ze in 2011 het album Balance uitbrengt.
Rapt als Excentral Tempest en later Kate Tempest.
Heeft poëziebundels, theaterstukken en een roman geschreven.
Bezig aan een nieuw album, een non-fictieboek, en de dit najaar te verwachten theatertekst Paradise, over de Griekse tragedie van Philoctetes.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier