Qua ambacht en songschrijverschap hoeft Neil Diamond niet onder te doen voor artiesten als Leonard Cohen. Dat vond zelfs David Bowie, die Diamond ooit coverde. Dat Neils concerten desondanks niet het brede, gemengde publiek aantrekken dat ze verdienen, heeft veel te maken met zijn onbedwingbare neiging tot schmalz en camp. En dat was ook gisteren in het Sportpaleis niet anders.
Neil Diamond werd al te vaak, lacherig, gemakzuchtig en vooral ten onrechte, weggezet als ’the Jewish Elvis’. Rick Rubin gaf de lachers lik op stuk met zijn productie van het hele mooie 12 Songs uit 2005. In 2008 deden Diamond en Rubin – met die familienamen moésten ze wel ooit samenwerken – dat kunstje later nog eens over met Home before Dark. Van die kwetsbaarheid of uitgepuurde rauwheid was in Antwerpen te weinig te merken. Diamonds twaalfkoppige band bestond voor het grootste deel uit muzikanten waar hij al meer dan de helft van zijn leven mee samenwerkt. Dat Neil op veilig speelde op zijn vierenzeventigste, kan niemand hem kwalijk nemen, maar zijn band – met nochtans de zusjes Julia en Maxine Waters, die met Carole King werkten en onder meer op Michael Jacksons Thriller zongen – musiceerde al te vaak té routineus.
Diamond zelf stond er wél. De stem mag dan al aan kracht hebben ingeboet – opvallend genoeg waren het vooral de láge noten die hij soms niet haalde – maar de man is nog altijd een indrukwekkende zanger, met een van de meest unieke stemmen uit de business. De zanger leek zich ook niet te generen voor een licht overslagje hier of daar, en maakte ook daardoor indruk. Don’t go there, Pretty Amazing Grace en Home before Dark deden het Sportpaleis even een kleine club in Greenwich Village lijken. En ook Dry your eyes – ook terug te vinden op The Bands The Last Waltz – , dat af en toe aanschurkte tegen Bob Marleys Redemption song klonk ons ronduit glorieus in de oren.
Neil Diamond is een man van records, maar in Antwerpen werden er gu0026#xE9;u0026#xE9;n gebroken. Of het zou dat van ‘de langste liveshow van een 74-jarige zanger’ moeten zijn. Gelukkig vlogen ze voorbij, die twee uur en vijftien minuten.
Diamond was bijwijlen ook erg grappig. Toen hij in het publiek op zoek ging naar zijn vrouw, nam hij tussen neus en lippen een mannelijke fan op de korrel: ‘I’m looking form my wife. Is that you … no, I’m sorry, sir.’ You can take the kid out of Brooklyn (Diamond woont tegenwoordig het grootste deel van de tijd in Malibu), but you can’t take Brooklyn out of the kid.
De gemiddelde leeftijd in het Sportpaleis was van die aard dat wij ei zo na om onze identiteitskaart werden gevraagd wanneer we een pint gingen bestellen. ‘Moogde gij wel al pinten drinken, manneken’, lag op de lippen van de barman bestorven, toen wij even een pauze namen tijdens Song Sung Blue, herleid tot een klef walsje en het zwakste moment van de hele set.
Gelukkig volgden er nadien nog parels als Cracklin’ Rose, Brooklyn Roads en I am I Said, met een als vanouds passsionele en smachtende zanger.
Neil Diamond is een man van records. Een van de bestverkopende recording artists uit de geschiedenis, een record settlement van naar verluidt 150 miljoen dollar bij zijn eerste scheiding, de oudste artiest ooit met een Amerikaanse nummer-eenhit. In Antwerpen werden géén records gebroken. Of het zou dat van de langste liveshow van een 74-jarige zanger moeten zijn. De twee uur en vijftien minuten dat Neil Diamond in Antwerpen op het podium stond, hadden van ons een half uur korter en snediger gemogen. Maar ze vlógen wel voorbij. En we hadden ons mama in tijden niet meer zo blij gezien.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier