Miles Kane doet het zonder Alex Turner maar met Lana Del Rey: ‘Ik kan het niet in mijn eentje rooien’

© .

Miles Kane, de helft van Last Shadow Puppets die niet in Arctic Monkeys speelt, heeft een nieuwe, derde soloplaat te verdedigen, Coup de Grace. Een losse babbel met de lad uit La La Land over Lana Del Rey, Rod Stewarts rode leren pak en ongepaste kussen op de wang. ‘Ik draag het hart op de tong.’

Kane is een zoon van de Noord-Engelse Merseyside maar vertoefde de voorbije drie jaar in Los Angeles. ‘Ik heb daar twee platen gemaakt, veel vrienden gemaakt en me te pletter geamuseerd. Het was iets wat ik uit mijn systeem wilde krijgen. Verandering. Zon. Ooit ga ik nog terug, dat staat vast.’

In LA stampte Kane de Beatles-coversband Dr. Pepper’s Jaded Hearts Club Band uit de grond, waarin ook Matt Bellamy van Muse en leden van Nine Inch Nails, The Zutons en Jet het bont maken. ‘Bored musicians havin’ a bit of a laugh’, grinnikt hij. ‘Een beetje zoals huiswerk doen, oefening om je stem in vorm te houden. Want Beatlessongs zijn best moeilijk om te zingen, hoor.’

Ik ben niet bang om toe te geven dat ik het niet in mijn eentje kan rooien. Ik ben geen Bob Dylan, eerder een Rod Stewart.

Over naar de orde van de dag. Toen Alex Turner en Miles Kane twee jaar geleden hun tweede Last Shadow Puppets-plaat Everything You’ve Come to Expect de grond in heiden, veroorzaakte dat een breuklijn die in twee richtingen vertrok. Turner vond in de bedaagde croonsongs een blauwdruk voor Tranquility Base Hotel + Casino, het eerder dit jaar geboren twijfelgeval van Arctic Monkeys. Kane sprong dan weer op zijn stokpaardje: snedige, balorige modpunk waarin een halve eeuw Britse songschrijverij resoneert, van The Kinks en T. Rex tot The Jam en The Damned. Punky, snel, luid. ‘Zo ben ik nu eenmaal’, schokschoudert hij. ‘Toen we met de Puppets Bad Habits schreven en live Totally Wired van The Fall speelden, wist ik meteen hoe mijn volgende plaat zou klinken.’

Alleen raakte die visie danig vertroebeld toen Kane en zijn toenmalige vriendin uit elkaar gingen. Pas toen de eveneens Engelse singer-songwriter Jamie T hem ervan overtuigde dat de demo’s voor songs zoals Silverscreen, Coup de Grace en Shavambacu potentie hadden, vond Kane zijn vuur terug.

De rest van de songs schreven Kane en Jamie T samen in LA. Want with a little help from his friends, dat blijft toch de rode draad doorheen Miles Kanes carrière. Op Colour of the Trap (2011) en Don’t Forget Who You Are (2013) sprongen naast Alex Turner ook al Paul Weller, Gruff Rhys, Kid Harpoon, Andy Partridge en Ian Broudie bij. ‘Ik ben niet bang om toe te geven dat ik het niet in mijn eentje kan rooien. Ik ben geen Bob Dylan, eerder een Rod Stewart. Mijn kick is optreden, singing me tunes live.’

Ook in LA liepen Kane en Jamie T Lana Del Rey tegen het lijf, wier vrouwelijke instinct uit Kanes beteuterde smoel meteen afleidde dat er girl trouble in het spel was. De volgende dag stond ze bij Kane aan de voordeur om de song Loaded te helpen schrijven en zingen. ‘Ik hou ook van trage songs, dat is een kant van mezelf die ik ook altijd heb laten zien’, aldus Kane. ‘Zoals Killing the Joke op de nieuwe plaat. Lana en ik hebben een reeks nummers in die sfeer geschreven, maar Loaded was het enige dat perfect op de plaat paste. Het heeft attitude genoeg om naast de punky songs overeind te blijven. De andere songs waren meer duetten. Ze begreep hoe ik me voelde. Ik denk dat ze me wilde troosten, ja. Anyway, die songs liggen nu op de plank. Of we een beetje Nancy Sinatra en Lee Hazlewood gespeeld hebben? Ja hoor. Ik was Nancy. (lacht)

Ik hou ook van trage songs, dat is een kant van mezelf die ik ook altijd heb laten zien

Het hoge break-up-gehalte van Coup de Grace bracht Miles Kane, nooit om een zwans verlegen, ertoe het zijn Adele-plaat te noemen, ‘but done in a fuckin’ rock ‘n’ roll way uiteraard’. Over die way gesproken: net als de eerdervermelde Rod Stewart heeft Kane een ferme boon voor kledij. Alles wat hij draagt is custom made. Bovendien komt in december zijn derde reeks poloshirts uit bij het oer-Britse merk Fred Perry. ‘Een fijne uitlaatklep voor een fascinatie die ik sowieso heb. In een opslagplaats bewaar ik alle kleren die ik sinds mijn eerste soloplaat voor het podium heb aangetrokken. De kerel die mijn kleren maakt, heet Ray Brown. Ik wil dingen dragen die niemand anders draagt.’

Uitzondering: dat rode leren pak waarmee – alweer – Rod Stewart op de hoes van Body Wishes uit 1983 de parmantige eighties staat uit te stralen. ‘Hij had me beloofd dat ik dat pak mocht hebben, maar later beweerde hij dat hij het niet meer terugvond! (sarcastisch) Alsof een Schot ooit iets zou weggeven, haha. Zou ik het ook dragen? Ik had het vandaag aan kunnen hebben! (mijmert) Ik moet echt nog eens een hoes doen met rood leer.’

Tot slot nog één keer terugkomen op de ongepaste avances die Miles Kane twee jaar geleden – gelukkig voor hem net vóór #MeToo – uitte tegenover een journaliste van het Amerikaanse blad Spin, tijdens een Last Shadow Puppets-interview in een Manhattans hotel. Nadat Kane de juffrouw lachend had voorgesteld ‘om naar boven te gaan’, kuste hij haar op het eind van het gesprek ongevraagd op de wang. Een voorval dat hij, ondanks excuses, nog niet helemaal heeft kunnen doen vergeten. ‘Dat heeft me echt gekwetst. Ik vond het asilly misunderstanding over een gevoel van humor. Sindsdien is de grens tussen wat je wel en niet mag zeggen nog veel dunner geworden. Of ik nu beter op mijn woorden let? (geeuwt) Onbewust misschien wel, ja. Maar voor de rest blijf ik gewoon mezelf. Ik draag het hart op de tong. Take it or leave it.’

Coup de Grace

Uit bij Virgin EMI. Miles Kane speelt op vrijdag 31/8 op Crammerock in Stekene. Alle info: crammerock.be

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content