Matadi Blues (28 mei)
Vertrek uit Kinshasa om iets voor tien uur ’s morgens, de bus zit overvol doordat ook de band van Owel meerijdt, de groep waarmee we overmorgen de affiche delen.
Vertrek uit Kinshasa om iets voor tien uur ’s morgens, de bus zit overvol doordat ook de band van Owel meerijdt, de groep waarmee we overmorgen de affiche delen.
Na meer dan twee uur rijden, verlaten we de streek rond Kinshasa en komen we aan in wat voor mij een van de minst bekende, maar ook een van de mooiste regio’s van Congo is. De dichtbegroeide en erg imposante savanne omzoomt er de randen van de rijksweg die in erg goede staat is. Het berglandschap contrasteert met de smeltkroes die Kinshasa is en versterkt het gevoel van vervreemding. Laag-Congo, dat is het binnenland met de voeten in de oceaan.
We zegden tegen onszelf dat de tournee nu echt begonnen was… Maar na negen uur onderweg te zijn om 350 kilometer af te leggen, met een erg korte lunchpauze en meer dan twee uur wachten, konden we het safarigevoel en de indrukwekkende ligging van Matadi, een stad die midden in de heuvels ligt, al wat minder waarderen…
We ontdekten pas bij het ontwaken hoe hoog het terras van onze herberg wel is.
De stad bestaat vooral uit tentenkampen waarboven af en toe koloniale huizen in verschoten kleuren uittorenen, getuigen van een andere tijd die weigeren veld te ruimen voor de nieuwe gebouwen. Dat zijn meestal kerken of andere religieuze oorden die uitsteken boven de heuveltoppen en zo de haven aan het oog onttrekken.
En nog zoveel meer…
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier