Lokerse Feesten – dag 5 : In de naam van de riff
Tijdens de vijfde festivaldag stond het feest op de Lokerse Grote Kaai helemaal in het teken van de elektrisch versterkte gitaarriff. Wat de organisatoren bezielde om daar een danceact als The Subs aan vast te plakken, blijft ons een raadsel.
DA GIG: Airbourne, 20u00
IN EEN ZIN: De ongewenste kakkernestjes van AC/DC
HOOGTEPUNTEN: Oké, ‘Cheap Wine & Cheaper Women’ had wel iets. Even toch.
BESTE QUOTE: Waarschijnlijk een van die met ‘Belgium’ en ‘rock-‘n-rawl’ erin?
EN U? Ja, u daar meneer. Trek dat t-shirt maar snel weer aan, want het is écht geen gezicht.
Gibson Explorers en vettig lang haar. Ontblote bast. Hectoliters rondspattend zweet en bier. Het zouden de ingrediënten kunnen zijn van een perfecte rockshow. Zoúden. In het geval van het Australische combo Airbourne blijkt die formule echter niet aan te slaan. Zij bijten op dinsdag de spits af met een set die bol staat van de schaamteloos gejatte gitaarriffs. ‘Chewin’ The Fat’, ‘No Way But The Hard Way’ en ‘Too Much, Too Young, Too Fast’… nagenoeg elk nummer klinkt als een afleggertje van de grote broertjes Young. Bovendien beschikt zanger-gitarist Joel O’Keeffe — net als, o verrassing, Brian Johnson — over het timbre van een gillende keukenmeid. En laat dat nu net onze minst favoriete AC/DC-zanger zijn.
Hoe hard ze ook hun best doen, de band overstijgt zelden het niveau van een novelty act. Zelfs de demonstratie kijk-eens-hoe-ik-al-headbangend-twee-blikjes-bier-open en de traditionele klim van O’Keeffe in de podiummast tijdens ‘Runnin’ Wild’ mogen niet baten. Het kalf is al lang verzopen in een zee van verschaald bier.
DA GIG: Kyuss Lives!, 21u30
IN EEN ZIN: Operation Desert Storm op toon gezet
HOOGTEPUNTEN: ‘Gardenia’, ‘One Inch Man’, ‘Green Machine’
BESTE QUOTE: ‘Twee pintjes en een plat waterke.’ De Feesten serveren ook drank vanuit de frontstage. Quel service!
EN U? U vergat misschien heel even hoe goed ze vóór 1995 geweest moeten zijn.
Dat oerstonerband Kyuss zijn cultstatus inmiddels helemaal is ontstegen, mocht al blijken uit de meermaals uitverkochte passages van driekwartsreünieband Kyuss Lives! in Brussel en Gent. Omdat bassist Nick Oliveri momenteel in de States mag brommen voor huiselijk geweld, is de groep noodgedwongen toe aan zijn derde incarnatie. Exit Oliveri. Enter Scott Reeder, basbeul van dienst op ‘Welcome To Sky Valley’, het magnum opus van Kyuss uit 1994. Hiermee waren we in Lokeren meteen verzekerd van de meest solide ritmesectie die de band ooit gekend heeft.
Vanaf de verschroeiende opener ‘Gardenia’ wordt er gegrooved dat het een lieve lust is, met Reeder als primus inter pares aan de Geezer Butler School of Bass. Drummer Brant Bjork mept vakkundig elke twijfel weg: we staan alweer een stapje dichter bij het origineel. Heus wel, tot spijt van de scepticus-nostalgicus die ’t benijdt (Ja, ik vond ze live óók beter in de nineties. En nee, ik vind óók dat Josh Homme niet te vervangen is. Maar ik leef ermee.)
Frontman John Garcia lijkt aanvankelijk in non-communicatiemodus. Maar tijdens ‘Thumb’ moet de zonnebril eraan geloven en halverwege ‘Supa Scoopa and Mighty Scoop’ mag zelfs het haar los. En warempel: er wordt al eens gegekscheerd met het publiek. Wanneer de geluidstechnicus eindelijk de laatste zandkorrels van de knoppen blaast, worden we getrakteerd op topzware, maar loepzuivere versies van ‘One Inch Man’, ‘Freedom Run’ en ‘El Rodeo’. Bruno Fevery, genaturaliseerd tot Belgische woestijnzoon ad interim, heeft het gruizige gitaarspel van zijn illustere voorganger inmiddels helemaal in de vingers (Rustig, rustig: Homme was nét iets beter, OK? ). De krijgslust waarmee hij de antikapitalistische oorlogshymne ‘Green Machine’ naar een apotheose drijft, treft bikkelhard doel. Dus: wat ons betreft het sterkste post-Kyussconcert tot nog toe.
DA GIG: Triggerfinger, 23u15
IN EEN ZIN: Straf triootje in gestripte versie
HOOGTEPUNTEN: ‘I’m Coming For You’, ‘On My Knees’, ‘My Baby’s Got a Gun’
SLECHTSTE QUOTE: ‘Triggerfinger is één Block testosteron’ op de festivalflyer. I kid you not.
EN U? U bent allemààl fan, zo blijkt.
Geen slecht woord over Triggerfinger. Maar inmiddels zijn we boutades over de ongekunstelde coolness van Ruben Block, de drumcapaciteiten van Mario Goossens en de je-ne-sais-quoi van Monsieur Paul hartsgrondig beu. Zal allemaal best, maar wat de Antwerpse festivaldarlings in Lokeren presteerden, behoeft eigenlijk geen krans.
We geven het toe: Triggerfinger klinkt ons op platen als ‘All This Dancin’ Around’ en ‘What Grabs Ya?’ toch wat gladjes. Maar live schaaft de band alle verhullende productielaagjes weg en legt ze haar ware aard bloot: rauwe, rechttoe rechtaan rock-‘n-roll met een succulent vetrandje. The Jon Spencer Blues Explosion, iemand?
De welgemikte dubbele kopstoot van ‘I’m Coming For You’ en ‘On My Knees’ zet meteen de toon op de Grote Kaai. Of om het met Blockiaanse woorden te zeggen: “this band means mean business, beste mensen”. ‘My Baby’s Got A Gun’ is een blues zoals wij ‘m graag horen: heerlijk zompig en doordrongen met de constante dreiging van een ultieme wanhoopsdaad. Verrassendste wending in de set: de radiohit ‘All This Dancin’ Around’ wordt omgeturnd tot een brok briesende hardrock, annex drumsolo. Doorgaans bijzonder efficiënt om de vaart uit een goed concert te halen, maar wat Goossens presteert is puur slagwerkexpressionisme. Boem, mokerslag. De meute laat zich gedwee murw meppen. Met het aan Kyuss Lives! opgedragen ‘First Taste’ en afsluiter ‘Is It’ wordt nog een laatste keer snoeihard van leer getrokken.
Conclusie: Triggerfinger bewijst andermaal de opwindendste, eerlijkste en coolste Belgische liveband van dit moment te zijn. Hè, zijn we nu toch in boutades hervallen?
Chris Dexters
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier