Zanger Jan De Smet, Bob Dylanfan van het eerste uur, vindt de Nobelprijs voor Dylan meer dan terecht. ‘Hij heeft een hele generatie songwriters de weg gewezen.’
‘Natuurlijk ben ik blij’, reageert Jan De Smet, voormalig frontman van De Nieuwe Snaar. ‘Als iemand die je al jaren volgt en je zoveel plezier heeft bezorgd de hoogst mogelijke literaire onderscheiding krijgt, doet dat deugd.’
Wat vind je van de timing van de prijs? Komt hij te laat?
Jan De Smet: ‘Nee, ik ben vooral blij dat hij nog leeft en de Nobelprijs dus kán ontvangen. Hij komt dus zeker niet te laat, maar ook niet te vroeg. Dylan is nooit uit de spotlights verdwenen en maakt ook nu nog goede muziek. Ik kan me niet voorstellen dat het Nobelcomité Dylan bekroont voor slechts één tekst of enkele teksten. Het is echt een oeuvreprijs.’
Waar ligt Dylans creatieve hoogtepunt?
De Smet: ‘Rond 1966. In dat jaar brengt Dylan een triumviraat aan albums uit dat vandaag nog steeds staat als een huis: Bringing It All Back Home, Highway 61 Revisited en natuurlijk de dubbel-elpee Blonde on Blonde, met onder meer I Want You.
Met die platen gooide Dylan het juk van de protestzanger van zich af, hoewel hij daar ook fans mee verloor. Hij begint dan heel poëtische en surrealistisch te schrijven. Zijn teksten worden steeds associatiever, echte woordenstromen die steeds minder betekenen en puur drijven op de rijmklanken. Hij sluit daarmee aan bij de beat poets uit de jaren vijftig.’
Welke thema’s en stijlfiguren kenmerken het literaire werk van Bob Dylan?
De Smet: ‘Tijdens zijn hele carrière, niet alleen in zijn ‘religieuze periode’ in de jaren zeventig, plooide Dylan vaak terug op de Heilige Schrift. Verder was variatie bij hem belangrijk. Hij heeft me geleerd dat je over alles een interessant lied kan schrijven, zolang je er maar hard genoeg aan schaaft.
Zo heeft hij alle singer-songwriters de weg gewezen en nieuwe inzichten aangeboden over hoe ze goede songs konden schrijven: hoe de tekst ten dienste kan staan van de muziek, hoe de muziek ten dienste van de tekst en hoe allerhande variaties tussen die twee uitersten mogelijk zijn. Zijn eigen invloeden, zoals Woody Guthrie, geeft hij ook gul door aan de jongere generaties.’
Krijgt Dylan snel een opvolger als songschrijvende Nobelprijswinnaar?
De Smet: ‘De eerstvolgende vijftig jaar zie ik dat niet gebeuren. Dylan kan geen hogere onderscheiding meer krijgen, maar het Nobelcomité kan ook geen grotere singer-songwriter bekronen dan Dylan.
