Hoe overleef je een hype? Het Britse kwartet Black Midi doet gewoon voort

© GF YIS KID
Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

Wat na een instantheiligverklaring? ‘Geen idee. Gewoon voortdoen, zeker?’ zegt Geordie Greep van Black Midi, twee jaar later.

Het echte antwoord op die hype is het nieuwe album Cavalcade, de plaat waarmee Black Midi bevestigt, twee jaar nadat het Britse viertal met zijn kronkelende progrock en postpunk werd ingehaald als de nieuwe heilanden van de gitaarmuziek. Op Cavalcade bewijst Black Midi middels violen, piano en akoestische gitaar dat het meer in zijn mars heeft dan freewheelende improvisaties en splijtende riffs.

Geordie Greep: Door de lockdown zijn de meeste songs op deze plaat op een vrij traditionele manier tot stand gekomen. Met uitzondering van John L en Chondromalacia Patella, die ontstaan zijn tijdens het touren in 2019, is bijna alles geschreven of uitgewerkt terwijl we apart thuis zaten. We begonnen dus niet met een wit blad toen we de studio in gingen. Eerlijk gezegd, dat voelde als een verademing. Want het is verbazend, hoe snel vrijheid kan omslaan in iets héél saais. Ze is gevaarlijk, die hele mythe van improvisatie, van zogezegde spontaniteit. Voor je het weet, loop je in cirkeltjes, gebruik je telkens dezelfde trucs en klinkt alles hetzelfde.

Heb je de indruk dat Black Midi als groep soms gemythologiseerd wordt?

Greep: Een beetje. ‘De piepjonge, avontuurlijke jamband’, weet je wel? Nu ja, dat is hoe het systeem werkt, het hoort erbij wanneer je een plaat uitbrengt. Net zoals de vele vergelijkingen met bands waar je eigenlijk zelf nooit naar luistert. (glimlacht)

Zoals King Crimson, een naam die wel heel vaak valt wanneer het over Black Midi gaat.

Greep: Daar kan ik niet over klagen. Great band.

Ik vind het een vreemde trend dat voor veel mensen alles het liefst zo ‘herkenbaar’ mogelijk moet zijn.

Stichtend King Crimson-lid Peter Sinfield gaf ooit toe dat de groep expres zoveel ingewikkelde maatsoorten gebruikte om uit te pakken met haar technische bagage: ‘Als het ook maar enigszins populair klonk, vloog het eruit.’ Herkenbaar?

Greep: Dwarsliggen om dwars te liggen, daar doen we niet aan mee. Maar een beetje pronken met complexe ritmes is blijkbaar onvermijdelijk. (grijnst) Ach, zolang het maar een doel dient. Jezelf pushen, ambitieus zijn, risico’s nemen: zo houd je het fris en interessant. En als het geëxperimenteer té onnozel wordt, dan trekken we op tijd aan de noodrem. Deze plaat is al een pak melodieuzer dan de vorige. We hebben dus geen schrik om een beetje toegankelijk te zijn.

Met de song Marlene Dietrich brengen jullie een ode aan het Duitse filmicoon. Wat vind je zo fascinerend aan haar?

Greep: Voor mij is ze een symbool van verbeeldingskracht. Ze was niet de allerbeste zangeres of actrice, ze was al de dertig voorbij toen ze een grote ster werd, maar je kon een speld horen vallen in elke kamer waar ze binnenkwam. Pure présence, een soort bovenaards magnetisme, hoe artificieel ook. En dat is het mooiste, vind ik, de kracht om uit het niets iets te creëren dat voorbij ons alledaagse begrip van de wereld ligt. Een soort magie.

Een magie die je tegenwoordig mist in de wereld?

Greep: Ik vind het een vreemde trend dat voor veel mensen alles het liefst zo ‘herkenbaar’ mogelijk moet zijn. Niks op tegen, hè, representatie en zo, maar eigenlijk is dat toch fucking saai? De beste kunst is toch net iets dat het herkenbare en tastbare overstijgt? Iets waarvan je je geen beeld kunt vormen hoe het precies gemaakt werd. Met onze muziek proberen we dat in elk geval te bereiken.

Probeer je je ooit voor te stellen wie het publiek is dat naar jullie platen luistert?

Greep: Mensen zoals mijn vader? Hij was erbij op onze allereerste show en hij is nog steeds fan, dus dan moet hij wel een goede doorsnede vormen. (lacht) En anders zou ik het wel tof vinden mochten we bijvoorbeeld populair zijn in de gevangenis. How cool would that be? Gebeurt dat nog, touren in gevangenissen, zoals Johnny Cash vroeger deed? Ik ben in elk geval kandidaat.

Een jaar geleden brachten jullie via Bandcamp Tales of Suspense and Revenge uit, een soort anthologiealbum waarop jullie verhalen van Ernest Hemingway en Edgar Allan Poe voorlezen. Welk boek kampeert er momenteel op je nachtkastje?

Greep: J R, een satirische roman van William Gaddis uit de jaren zeventig. Hij gaat over een schooljongen die zich op slinkse wijze verrijkt door anoniem aandelen op te kopen, maar is vooral geschreven in een compleet geflipte stijl, bijna integraal in dialoogvorm en met weinig interpunctie. Niet altijd gemakkelijk om te volgen, maar blijkbaar was het Gaddis’ bedoeling om je zo helemaal mee te trekken in het verhaal. Goed gevonden, want het werkt.

Nog een keer: herkenbaar?

Greep: Wel, nu je het zegt, ja. Interpunctie wordt sowieso gigantisch overschat. (grijnst) Evolueren tot een band zonder punten en komma’s? Daar teken ik verdorie onmiddellijk voor!

Cavalcades

Uit op 28/5 via Rough Trade.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Black Midi

Line-up (vlnr. op de foto) Morgan Simpson (drums) Geordie Greep (zang, gitaar) en Cameron Picton (zang, bas). Vierde lid Matt Kwasniewski-Kelvin (zang, gitaar) kondigde begin dit jaar een break aan.

Debuteert in juni 2019 met het album Schlagenheim.

Vorig jaar genomineerd voor de Mercury Prize.

Beste maatjes met Black Country, New Road, een groep waarmee Black Midi eind vorig jaar in een livestream hits van onder meer Bruce Springsteen en Coldplay coverde.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content