Hoe James Blake tegen de stroom van de Dance Hall in zwom op Pukkelpop

James Blake op Pukkelpop 2019.
Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

Was het een goed idee om James Blake om 1 uur ’s nachts tot headliner te bombarderen? In de Dance Hall dan nog? Die uithoek van het festival waar het testosteron het hardst door de vernauwde bloedvaten giert?

Hij heeft zijn status in elk geval dubbel en dik verdiend. Wie namen als Beyoncé, Jay Z, Kanye West en Kendrick Lamar op zijn cv heeft staan is geen kleine speler meer. Het miezerige Londen ruilde de nog steeds maar 30-jarige Blake al lang in voor vitaminewalhalla Los Angeles. ‘Hij is de man met wie ze daar allemaal willen samenwerken. Iedereen wil zijn stem op zijn of haar plaat’, werd ons twee jaar geleden verteld door Dominic Maker van Mount Kimbie, zijn oude kameraden uit het post-dubstep-tijdperk waarin hij groot werd, maar die hij al lang achter zich heeft gelaten, qua impact en bekendheid.

Toch is Blake – ook al werkt hij tegenwoordig samen met de hipste rappers en producers – met zijn teergevoelige bleekschetensoul en breekbare zielenroerselen altijd een vreemde eend gebleven. Een stijve, wat onthechte hark, gehuld in een blauwe, soortement toga, die zich op Pukkelpop zoals gewoonlijk liet bijstaan door vaste krachten Ben Assiter, op drums, en Rob McAndrews, op toetsen, knoppen en gitaar.

Met Life Round Here en vooral het minimale, maar meeslepende, steeds dieper in een uitwijkende bocht hellende Timeless nam hij het publiek meteen bij het nekvel. Of toch het segment dat zich een weg naar voren had gewurmd. Heel veel smachtende, glazige oogjes op de eerste rijen, als hertenreeën gevangen in naderende koplampen gefixeerd door de sobere lichtshow en die onaardse stem. Op Mile High, uit zijn recentste album Assume Form (2019), wordt die normaal gezien gecounterd door de digitaal gladstreken toonladders van Travis Scott, maar in diens afwezigheid kreeg de melancholische croon van Blake vrij spel. En Bambi zag dat het goed was.

James Blake op Pukkelpop 2019.
James Blake op Pukkelpop 2019.© Wouter Van Vaerenbergh

Een nieuwe song, Loathe To Roam, koppelde sacrale gospelharmonieën aan de industriële synthpunk van Suicide. Nooit gedacht dat we díe naam zouden linken aan James Blake, maar we noteren het moment sowieso als een persoonlijk hoogtepuntje op dag één. Limit To Your Love, de cover van Feist waarmee Blake zich in 2010 tot ertebreker van het jaar kroonde, werd na een half uur gedropt, pal in het midden van de set. En die fameuze drop, die is bijna tien jaar na datum nog altijd even efficiënt.

‘So carelessly there, is it truth or dare?’. James Blake wil of kan nog steeds niet kiezen tussen waarheid of durven. Verstilling het ene moment, McAndrews die zijn gitaar laat zoemen als een jumbojet in een elektrische winterstorm het andere. De raps van André 3000 in Where’s The Catch? kwamen uit een doosje, en daarmee leek het moment aangebroken om ook de achterst rijen van de tent wat te gunnen. Voyeur, uit zijn tweede album Overgrown (2013), ging de technotoer op, maar ook dan blijft Blake zingen als een engel met geknakte vleugels.

Het vrijelijk en ongegeneerd taterende publiek halverwege de Dance Hall ging er gewoon wat luider bij staan lallen. Tijdens Retrograde overstemde het geroezemoes zelfs bijna de toegestane decibels die op het podium werden geproduceerd. En zo werd James Blake tegelijk vreemde eend en stervende zwaan, dapper zwemmend tegen de stroom van passief gebeukte en verzopen hersencellen in. Zo zouden er meer moeten zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content