Hoe drie jongeren als K.I.A. per abuis rapgeschiedenis schreven met nummers over pinten pakken
Op 16 december 1996 debuteerde het Aarschotse raptrio K.I.A. met Zaterdag, een semi-autobiografisch nummer over het verloop van een gemiddelde krapoelekesdag dat uitgroeide tot een commerciële raphit. Vijfentwintig jaar later blikt K.I.A. terug op het nummer dat onbedoeld pioniers van hen maakte. ‘Bij Tien om te zien dachten ze: wat smijten ze nu binnen?’
1991. Cliff ‘Cliffke’ Vrancken ontmoet Jan ‘Jakke’ Wouters en Olivier ‘Vjee’ Hennes bij toeval in een Chirolokaal. Niet veel later beginnen ze het raptrio K.I.A.
Jan ‘Jakke’ Wouters: Vjee en ik hadden elkaar een jaar eerder leren kennen. Hij was me al een paar keer opgevallen. Je moet weten, we waren de enige rappers in Aarschot en liepen erbij alsof we de lokale De La Soul waren, met trainingspakken, brede broeken en gouden kettingen. Op een dag zijn we aan de praat geraakt. Hij bleek een plaat van Eric B. & Rakim te hebben die ik graag wilde, en hij had interesse in mijn exemplaar van Power van Ice-T. Die ruilhandel was het begin van onze vriendschap. En van De Diversen, het hiphopcollectief dat we met wat maten hebben opgericht.
Cliff ‘Cliffke’ Vrancken: Ik was vijf jaar jonger en zot van Yo! MTV Raps, Public Enemy en Beastie Boys. Bij toeval ben ik het Chirolokaal waar De Diversen samenkwam binnengestapt. Ik was geïntrigeerd en niet veel later zijn we beginnen samen te werken.
Olivier ‘Vjee’ Hennes: Uiteindelijk bleven we met z’n drieën over en doopten we onszelf K.I.A., kort voor Krapoel In Axe en een knipoog naar N.W.A.
Cliffke: Dat automerk bestond nog niet. Jammer, anders hadden we een sponsordeal kunnen fiksen. (lacht) Ambities hadden we niet. K.I.A. was een excuus om elke woensdag en zaterdag pinten te drinken en jointjes te roken in de garage van mijn ouders.
Jakke: Onze vrienden gingen voetballen of naar de Chiro, wij hadden een rapgroep. Al zouden ze ons tegenwoordig hangjongeren noemen. (lacht)
Cliffke: Op een gegeven moment hadden we wel een bescheiden culthit met het nummer Ma, ’t is weekend, strijkt menne Bonzai-T-shirt. Ik weet nog steeds niet hoe die cassette ooit het daglicht heeft gezien, maar er gingen zelfs kopieën rond op het atheneum van Keerbergen.
Vjee: Ik kreeg aan mijn omgeving niet uitgelegd wat we in die garage deden. Dat we vooral rapten over bier en vrouwen hielp niet. Mijn bomma vond het verschrikkelijk. Ik was een schande voor de familie.
Cliffke: Er was nauwelijks een Vlaamse rapscene, en al zeker niet in Aarschot. In Frankrijk had je MC Solaar en in Nederland Osdorp Posse, maar bij ons was het al house en grunge wat de klok sloeg. In Aarschot kon je zelfs geen hiphopplaten kopen. Daarvoor moest je naar Antwerpen of Brussel.
Jakke: We wisten ook niet hoe je hiphop maakte. Ik had een gettoblaster met een cassettedeck waarmee ik beats aan elkaar plakte en Cliff had wat afgedankte instrumenten van zijn pa. Dat was het. Héél DIY. Daarna zijn we geüpgraded naar een Atari waarmee je 8-bitsamples kon opnemen. Een hele verbetering, ook al gebruikten we een oude televisie als monitor.
Vjee: Als er een kabeltje kapot ging, zaten we maandenlang in de puree.
Lente 1995: K.I.A. treedt voor het eerst op tijdens een verjaardagsfeestje in het Aarschotse café D’Elf Ure Mis, waar het trio repeteert.
Vjee: Een héél memorabele avond. Zij het om de verkeerde redenen.
Jakke: Wim Tattoo, een lokale kunstenaar die ons nog nooit had horen rappen, vroeg ons om op te treden op zijn verjaardagsfeestje in ruil voor 1500 Belgische frank. Gene vette, maar je kon er toch een paar pinten voor pakken.
Cliffke: We waren totaal onvoorbereid. Het podium bestond uit bierbakken en houten platen en we gebruikten nog steeds een tv als monitor, waar we ook onze pinten op zetten. Tijdens ons eerste nummer begonnen we te springen, vielen de pinten om en kwam er rook uit de tv. Waarna we op goed geluk ‘Is er nog ne televies in de zaal?’ riepen en iemand thuis zijn tv ging halen. (lacht)
Jakke: Dat optreden was een ramp, maar ook een eye-opener: nadien begon ik discosamples te gebruiken om het toegankelijker te maken. Niet veel later organiseerde D’Elf Ure Mis een Battle of the Bands in Gelrode. Het cruciale optreden.
Vjee: De organisatie had op voorhand een plan bedacht: ze zouden ons de prijs van slechtste groep geven. We stonden tussen allemaal bands die Nirvana wilden zijn, maar tot ieders verbazing kregen we het publiek deze keer wél mee. Voor het eerst dachten we: tiens, misschien zit hier toch iets in. En dus hebben we gespaard om een demo op te nemen, op aanraden van een kennis die promo deed bij ARS Entertainment in Kontich. Ik zal het nooit vergeten: Patrick Busschots, de baas van dat label, luisterde naar onze demo en riep: ‘Lydia, maak de contracten op!’
Patrick Busschots: Dat herinner ik me nog, ja. (lacht) Grappige teksten, goeie beats, een catchy refrein: zoiets had ik nog nooit gehoord. Toch niet in het Vlaams. Ik ben heel hard beginnen te lachen toen ik die demo beluisterde, maar ik hoorde ook hitpotentieel. Al moesten ze me wel wat uitleg geven, want ik verstond niet alles van hun Osschots.
Cliffke: Ik zie ons nog zitten in zijn kantoor, tussen de gouden platen van Technotronic. Ik dacht dat hij met onze voeten aan het spelen was. Tot we dat contract onder onze neus kregen. We zijn even gaan overleggen in een café wat verderop. Ik was achttien. We kenden niets van de muziekindustrie. We hadden niemand om ons te begeleiden. ‘Moet dat contract niet worden nagelezen?’ vroeg een van ons nog. Maar we kenden niemand, dus hebben we het gewoon getekend.
Zomer 1996: K.I.A. neemt met de hulp van de Antwerpse hiphopproducer en -dj Sake Zaterdag op, hun debuutsingle.
Jakke: Sake was een pionier uit de Antwerpse scene, die al veel verder stond. Die gast kwam toe met bakken vol vinyl. Voor ons was dat de grot van Ali Baba. Zoiets hadden wij nog nooit gezien.
Dj Sake (producer): Hun ogen werden zo groot als die van mangapersonages. (lacht) Busschots had me gevraagd om naar hun demo’s te luisteren. Technisch waren die van slechte kwaliteit, maar ik was gecharmeerd. Het herinnerde me aan de begindagen van hiphop, toen alles nog heel DIY was. Bovendien vond ik hun attitude leutig. Hiphop ging vaak over geld, snelle auto’s en chique villa’s. K.I.A. deed net het tegenovergestelde: drie jongens uit de quartier van Aarschot die rapten over pinten pakken. Enig probleem: er stond niks op die demo dat als single kon verschijnen. En dus heb ik Zaterdag in elkaar gestoken, geïnspireerd op Get Down Saturday Night van Oliver Cheatham.
Vjee: Daarna spraken Cliff en ik af in café Klokhuis in Nieuwrode, waar Jakke tapte, om de tekst te schrijven. ‘Schrijf maar iets over een zaterdagnacht’, luidde onze briefing. Moeilijk was dat niet: we beschreven ons weekend en dikten dat wat aan. Eigenlijk waren onze nummers veredelde toogpraat. Ik denk dat we Zaterdag op twintig minuten geschreven hebben. Op bierviltjes, zoals al onze nummers. Alleen die ‘jupilerajee’ in het refrein, daar waren we niet meteen uit. We beseften totaal niet dat het een uitzonderlijk nummer was. Wat wisten wij daar nu van?
Cliffke: Ik ben die nacht met een stapel bierviltjes naar huis gegaan, die ik de volgende dag terug bij elkaar heb gepuzzeld.
Dj Sake: Die gasten hadden niet helemaal door dat er in steden als Brussel, Gent, Antwerpen, Parijs en Londen wél een scene was. In Brussel had Benny B een hit gescoord met Vous êtes fous. In Gent had je TLP. Zelf draai ik al hiphop sinds 1987. K.I.A. en ik hebben niks uitgevonden.
Flip Kowlier (’t Hof van Commerce): Ik was toen ook al bezig met hiphop, maar Vlaanderen liep wel achter. Je had De Puta Madre, Rhyme Cut Core en Will Tura met Moa ven toh, maar de meeste artiesten waren vooral beïnvloed door Angelsaksische hiphop en rapten in het Engels. Ik denk dat de Vlaming niet zo chauvinistisch is op dat vlak. Je zou je ook kunnen afvragen of de Nederlandse taal zich wel leent tot rap. Het is allicht geen toeval dat vooral dialectrap scoort.
16 december 1996: Zaterdag verschijnt en wordt opgepikt door Radio Donna. Op 11 januari 1997 komt de single binnen in de Ultratop, waar hij twintig weken verblijft en op nummer twee piekt. In de Vlaamse top 10 belandt hij op één, in de VRT Top 30 moet hij op een gegeven moment enkel onderdoen voor Don’t Speak van No Doubt. Er worden 30.000 exemplaren van Zaterdag verkocht.
Jakke: Zaterdag is door een samenloop van omstandigheden een hit geworden. Vlaamse media waren niet mee op het vlak van hiphop. Humo nam enkel rock serieus. Op StuBru hoorde je haast uitsluitend gitaren, en sporadisch een Beastie Boys. Aanvankelijk betoonde dan ook niemand interesse voor drie Aarschotse rappers met aangebrande teksten. Tot het nummer op Radio Donna werd gedraaid, nota bene in een uitzending met René Froger als speciale gast. Die lag in een deuk, ook al verstond hij er waarschijnlijk niks van.
Marc Deschuyter (muziekverantwoordelijke Radio Donna): Dat was in De Donna-club, waarin de luisteraar elke zaterdagochtend tien nieuwe releases te horen kreeg en mocht stemmen op zijn favoriet, die vervolgens een week lang gedraaid werd. Toen ik het cd’tje van K.I.A. beluisterde, dacht ik: die gasten durven iets. Het klonk fris, catchy en goed gemaakt. Dat vond de luisteraar blijkbaar ook: Zaterdag werd verkozen.
Jakke: Ik was aan het tappen toen ik Zaterdag voor het eerst op de radio hoorde. ‘Nu zijn ze helemaal zot geworden’, dacht ik. De rebellie van het volk heeft Zaterdag verkozen, want bij Donna waren ze not amused. Michel Follet weigerde zelfs het nummer te draaien. Zaterdag was er een beetje het monster van Frankenstein.
Deschuyter: Er was discussie op de redactie, ja. Sommige presentatoren vonden het nummer onfatsoenlijk. Het zou aanzetten tot drinken en was vrouwonvriendelijk. Ik moet zeggen: vandaag zou ik ook twijfelen. Maar het was een goede single en het publiek was mee. Als de directie er een probleem mee had, zouden we het niet gedraaid hebben. Later werd hun nummer Siliconentetten bijvoorbeeld wél verboden.
Jakke: Daarna is het snel gegaan. Plots stonden we bovenaan in de hitparade. In de Joepie werden onze lyrics vertaald naar het AN. De platenwinkels konden niet meer volgen. Iedereen had een mening over ons. Op een dag moesten we drie concerten geven: eentje in de Molecule in Vichte en twee in Leuven. Toen had ik door: dit is een bom aan het worden.
11 februari 1997: K.I.A. staat met Zaterdag in een Tien om te zien-special in het Sportpaleis, in het bijzijn van 14.000 fans. Na hun optreden mogen ze een gouden plaat in ontvangst nemen.
Cliffke: Bij Tien om te zien vonden ze ons nochtans eerst te grof, maar op den duur konden ze niet meer om ons heen. We hebben ook getwijfeld. Dat was toen niet bepaald onze leefwereld.
Jakke: In enkele maanden tijd gingen we van lokale optredens naar Tien om te zien en goud. We kwamen terecht in een wereld waartegen we ons altijd hadden verzet. Eigenlijk zaten we tussen twee vuren. Het alternatieve circuit zag ons als verraders en in de commerciële wereld waren we een zootje ongeregeld. Dat was ook zo: we waren altijd zat en grofgebekt. (lacht)
Vjee: Ik stond altijd zat op een podium. Anders durfde ik niet. Zeker bij Tien om te zien zag je iedereen denken: wat smijten ze nu binnen? Een generale repetitie: dat hadden we nog nooit gedaan. We rapten ook altijd live. Niet uit principe, maar omdat we niet konden playbacken. (lacht)
Kowlier: Hiphop en Tien om te zien: die werelden lagen heel ver uit elkaar. Tegenwoordig durf ik toe te geven dat Zaterdag een prima single is, maar destijds paste K.I.A. niet in mijn kraam. Ze waren niet stoer, niet ‘hiphop’ genoeg. Je zou kunnen zeggen dat er een lichte beef heerste tussen ABN, K.I.A. en ’t Hof van Commerce. Al stelde dat achteraf gezien weinig voor. (lacht)
Jakke: De eerste die we bij Tien om te zien tegenkwamen, was Johan Verminnen. Die zei tenminste goeiedag, wat niet van iedereen gezegd kon worden. Met Sam Gooris en Sergio kwamen we goed overeen, maar veel artiesten gunden ons geen blik. De portiers, de technici, de cameramensen: dat waren onze maten.
Jos Van Oosterwyck (muzieksamensteller Tien om te zien): Dat herinneren ze zich verkeerd, denk ik. Als je een nieuwe wereld binnenstapt, voel je je altijd bekeken. Of dat nu terecht is of niet. Ik was meteen zot van Zaterdag, en ik ben later naar de presentatie van hun debuutplaat gegaan in Nieuwrode. Ik had niet de indruk dat er op hen werd neergekeken.
Cliffke: Dat programma gaf Zaterdag een serieuze boost. Ik studeerde politieke en sociale wetenschappen in Leuven, Vjee werkte als reclameschilder en Jakke had zijn eigen café. Op den duur viel dat niet meer te combineren. Bovendien waren we toegankelijke BV’s: wij waren gasten uit het café, geen sterren. Dat zorgde voor vreemde situaties. Dan kletste er op straat een wildvreemde vrouw op mijn achterwerk terwijl ze ‘hier se, ons Cliffke’ riep.
Vjee: Zelfs rustig boodschappen doen kon niet meer. Verschrikkelijk. Ik heb dat nooit kunnen vatten: mensen die na Tien om te zien tot een kot in de nacht aanschuiven voor een handtekening.
Jakke: Die hele periode was surreëel. We wisten niet wat ons overkwam. Op onze rider stond alleen een plateau bier en zes sandwichen met kaas en hesp, terwijl andere artiesten champagne en een koud buffet vroegen. Maar wij waren daar content mee.
14 april 1997: K.I.A. brengt zijn debuutplaat Zonder boe of ba uit, die 15.000 keer over de toonbank gaat en met Zomer en 1 2 3 4 5 6 7 nog twee hitjes voortbrengt.
Cliffke: We kregen van het label drie weken om dat album te maken. Totaal absurd. Het succes van Zaterdag was ons gewoon overkomen, maar plots waren we big business. We hadden het zelf niet meer in de hand. Als ik nu naar Zonder boe of ba luister, begrijp ik ergens wel dat we nooit serieus zijn genomen.
Busschots: Drie weken is snel, maar dat was de normale gang van zaken. Zaterdag was een gimmickhit. Hadden we een jaar gewacht, had misschien niemand K.I.A. nog gekend. Het was niet de opzet van de groep om een langetermijnplan uit te werken.
Jakke: We waren een koe die uitgemolken moest worden. Of zo voelde het toch. Daarom ben ik in 1998 gestopt. Het voelde niet juist. In die zin is Zaterdag een zegen en een vloek geweest. Achteraf gezien zou ik het helemaal anders aangepakt hebben. Neem nu ’t Hof van Commerce: die hadden wél een visie en hebben het veel langer volgehouden.
Vjee: Na Jakkes vertrek hadden we nog een paar kleine hits en brachten we in eigen beheer Ongecensureerd uit, maar daarna was het op. Niet dat ik spijt heb van Zaterdag. Zoveel mensen dromen ervan om in het Sportpaleis te staan. En wij, drie clowns uit Aarschot, stonden er. Ik word nog vaak aangesproken op Zaterdag. Onlangs kwamen we in het archiefprogramma Tien om te zien: de zomer van 199X, waarin iedereen heel lovend was.
Cliffke: Terwijl wij gewoon pinten wilden pakken. Zaterdag heeft mijn leven veranderd. Mijn job als muziekredacteur bij VRT is er een rechtstreeks gevolg van en ik heb ondertussen samengewerkt met onder anderen Willy Sommers, Ian Thomas en De Romeo’s. Davy Vrancken, oftewel Gilles, is trouwens mijn neef.
Jakke: We hadden geen steun, geen geld en geen begrijpende ouders. En toch hebben we Vlaamse rap naar een groter publiek gebracht. Daar ben ik nog steeds trots op.
Cliffke: En vooral: we namen onszelf niet te serieus. Dat mis ik wat in de huidige scene. De Stikstoffen en Zwangere Guy’s: absoluut top, maar wel vrij ernstig. Er is volgens mij nog plaats voor een rapact met de nodige zelfrelativering en humor, net als wij indertijd.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier