Hoe de Gentse steenmarters het muzikale proces van Bolt Ruin inspireerden
‘Ik vergelijk mijn proces graag met een speurtocht in een bos of stad die je niet kent,’ zegt Bolt Ruin over zijn nieuwe mini-album Ehkta. Kan u tijdens die zoektocht aantreffen: een fietsketting, korrelige B-films en de dieren die ’s nachts door Gent sluipen.
Mocht u de afgelopen maanden een nachtelijke wandeling in het Gentse gemaakt hebben, dan bestaat de kans dat u Brecht Linden tegen het lijf bent gelopen. Tijdens de opnames van Ehkta, zijn nieuwe mini-album onder de naam Bolt Ruin, kwam de producer er namelijk regelmatig de stilte absorberen als pauze.
Wie Bolt Ruins eerste release hoorde, is wellicht niet verrast dat Linden het liefst in het donker opneemt. De titelloze ep verscheen op het Belgische Consouling Sounds, een thuishaven voor allerhande zwartgallige muziekstijlen. Zo bracht het label u bijvoorbeeld al de black metal van Wiegedood, de angstaanjagende drone van Sum of R en de loodzware sludge metal van Hundred Year Old Man.
Bolt Ruins geluid, een mengeling van griezelige grootstadsambient en industriële ritmes, paste perfect in de akelige stal van Consouling Sounds. Toch verhuisde hij voor Ehkta naar het Mexicaanse label Infinite Machine. ‘Ik hou ervan wanneer dingen niet eenduidig zijn. Consouling Sounds wordt voornamelijk met metal geassocieerd, daarom vond ik het interessant om mijn volgende release ter afwisseling bij een elektronischer label te brengen. Tegelijk komt Charlie (Juarez, de oprichter van Infinite Machine, nvdr.) zelf uit de punkscene waar ik destijds ook in ben begonnen. We begrepen elkaar meteen.’
Die onvoorspelbaarheid zit ook in het verhaal achter Ehkta vervat. Waar donkere, elektronische muziek al vaak met stedelijke taferelen gelinkt wordt, vond Linden tijdens zijn nachtelijke wandelingen net inspiratie in de natuur. Meer bepaald bij de fauna die hem gezelschap hield. ‘Achter mijn studio in centrum Gent lagen enkele verlaten loodsen met overwoekerde tuinen. Daar trof ik onverwachts steenmarters aan die er hun habitat hadden gemaakt. Toen ik daarover begon na te denken, zag ik veel gelijkenissen tussen die dieren en mijn eigen werkwijze. Niet alleen opereren we allebei het liefst ’s nachts, ook deed de manier waarop die marters materiaal verzamelden en meesleurden naar hun schuilplek me aan mijn eigen productieproces denken.’
Op welke manier?
Linden: Ik doe graag aan knip-en-plakwerk met organische geluiden die toevallig op mijn pad komen. Tijdens de opnames voor Maevr had ik mijn microfoon bijvoorbeeld per ongeluk omgestoten. Uiteindelijk is het geschraap van die microfoon tegen de muur, samen met de kletsende regen op de achtergrond, de basis van dat nummer geworden. In Rfohmdra hoor je op een bepaald moment dan weer een ratelende beat. Dat is mijn fietsketting die ik opgenomen heb terwijl ik door de bossen van mijn thuisdorp aan het fietsen was. En het openingsnummer Sktone is opgebouwd rond field recordings van golven die tegen de ruïnes van de Brighton West Pier crashen.
Wanneer je aan een nieuwe song begint, vertrek je dan altijd vanuit het geluid zelf, of bedenk je eerst een verhaal waarna je de gepaste klanken gaat zoeken?
Linden: Sowieso heb ik eerst een resonantie met een bepaald geluid nodig. Dat hoeven niet per se mooie of zelfs bruikbare geluiden te zijn, maar ze moeten wel een bepaalde reactie triggeren. Daarna ga ik via trial and error uitzoeken hoe ik al die verschillende geluidslagen over elkaar kan leggen en daar een nummer uit kan opbouwen. Ik vergelijk mijn proces graag met een speurtocht in een uitgestrekt bos of een stad die je niet kent. In veel van mijn nummers zit er een conceptuele laag, maar vaak besef ik zelf ook pas achteraf waar ik nu precies over schreef.
Je gebruikt veel natuurbeelden wanneer je over het productieproces van Ehkta spreekt, maar de plaat zelf klinkt net wat actiever en meer beatgericht dan je eerste ep. Een sound die mensen misschien net harder met kraakpanden en ravekelders gaan associëren.
Linden: Zoals ik al zei, ik vind het fijn om de zaken niet te eenduidig te maken. Vaak vertrek ik vanuit organische klanken, maar ga ik die inderdaad door effectpedalen jagen of digitaal manipuleren om dat natuurlijke eruit te filteren. Ik vind het ook leuk om te zien hoe die ambigue aanpak niet tot één scene beperkt is. Ik heb al in het voorprogramma van techno-dj’s en ambientproducers gespeeld, maar eveneens voor blackmetalbands.
Black metal wordt vaak ook vermeld als misschien wel de verrassendste invloed op je sound.
Linden: Dat zit vooral in de dissonantie. Die onwennige tonen zijn een mooi voorbeeld van wat ik bedoel met de resonantie van bepaalde geluiden. Black metal zorgt voor heel onwennige gevoelens. Hetzelfde hoor je bijvoorbeeld in het Bulgaarse koor dat in Sktone verwerkt zit. Die dreiging vind ik erg interessant.
Dat is waarschijnlijk waarom mensen je muziek vaak als ‘apocalyptisch’ omschrijven. Kan je je daar in vinden?
Linden: Wanneer ik muziek maak, denk ik niet per se aan de ondergang van de wereld. Al begrijp ik wel dat mensen dat zeggen dankzij de dreigende ondertonen. Maar op zich is het niet mijn bedoeling om doemdenkerig te klinken. Ik ben vooral op zoek naar een bepaalde intensiteit. Het is een haast filmische benadering waar een spanningsboog in zit, maar wat mij betreft is er daarin ook plek voor lichte momenten.
Over films gesproken: het nummer Tzarhk is gecomponeerd op een vintage Roland SH-2 synthesizer, als ode aan oude B-films.
Linden: Naast het feit dat ik sowieso hou van alles dat korrelig en niet super afgelikt is, vind ik het heel inspirerend hoe lowbudgetfilms hun limitaties net als hun kracht gaan gebruiken. Hun beperkte mogelijkheden worden niet als een struikelblok gezien, maar als een uitdaging om er zo creatief mogelijk rond te werken en met iets vernieuwends te komen. Zo ga ik zelf ook graag aan de slag, door mezelf op te leggen dat ik maar met één bepaalde synthesizer of plugin mag spelen. Uit die beperkingen komen vaak frisse ideeën.
Nog een link met film: de releaseshow van Ehkta vindt plaats tijdens Stimular in het kader van Film Fest Gent.
Linden: Klopt, daar ga ik een audiovisuele liveset brengen. Tijdens het schrijven van mijn plaat kwam ik de steenmarters steeds vaker tegen en kocht ik enkele wildlifecamera’s om hen vast te leggen. Die beelden keren al terug in de videoclip voor Nehng en zullen ook tijdens de liveshow een rol spelen.
In die videoclip zien we ook dezelfde figuur verschijnen die ook de albumcover van je debuut stond. Als we goed kijken zien we datzelfde beeld ook opduiken in het vogelnest dat op de hoes van Ehkta te zien is.
Linden: Dat is eigenlijk een alledaags voorwerp dat iedereen in huis heeft, maar waarvan bijna niemand weet hoe het eruit ziet: de binnenkant van een cilinderslot. Langs de ene kant symboliseert dat zekerheid en een gevoel van veiligheid, maar langs de andere kant is het een heel breekbaar dingetje. In die fragiliteit schuilt toch ook een zekere dreiging. Dat vind ik een mooie metafoor voor mijn muziek. In de artwork en video zie je trouwens een geanimeerde 3D-scan die Vincent Adeyemo maakte van zo’n cilinderslot dat ik hem gaf. Hij deed hetzelfde met een verlaten merelnest uit mijn tuin.
Voor de albumhoes van je debuut heb je dat cilinderslot zelf laten tatoeëren. Heb je Ehkta ook op je lichaam vereeuwigd?
Linden: (lacht) Ik heb onlangs een tattoo van een marter laten zetten, ja. Dat was niet specifiek bedoeld om het album op mijn lichaam te hebben, maar veel van mijn tattoos verwijzen wel naar een specifieke periode in mijn leven. Vaak spelen mijn muzikale projecten daar nu eenmaal een grote rol in.
Ehkta van Bolt Ruin verschijnt op 30 september via infinite Machine.
Op vrijdag 14 oktober stelt Bolt Ruin de plaat live voor in de Vooruit tijdens Videodroom.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier