Hoe Colonel Parker in het leven van Elvis Presley kwam
Knack Focus biedt u een selectie aan uit de pas verschenen biografie van The King: ‘Ik kan niet zeggen dat ik er gelukkig mee ben, maar ik denk dat het voor jou en je carrière waarschijnlijk het beste is. En je vader is er vast blij mee.’
‘Die Kolonel… dat is de duivel zelf.‘
Gladys Presley
Het was een dag of twee na zijn twintigste verjaardag, toen hij en de band in Shreveport waren voor de Louisiana Hayride, dat hij voor de eerste keer de man ontmoette die zich Kolonel Tom Parker noemde. Aanvankelijk dacht hij dat Parker, een man van midden veertig die geen blad voor de mond nam, Bob Neal alleen maar een plezier deed door wat nieuwe optredens voor hen te regelen. Parker zat al geruime tijd in het vak en kende veel mensen.
Maar toen Elvis hem beter leerde kennen, werd het hem al snel duidelijk dat Parker er niet alleen maar op uit was om mensen een plezier te doen.
Het praatje dat in die tijd bij de Hayride de ronde deed – en iedere zaterdagavond gónsde het er van de geruchten – was dat Parker kort daarvoor was ontslagen door zanger Eddy Arnold, wiens manager hij tien jaar lang was geweest. Er was onenigheid geweest over geld, werd er gezegd, waarop Parker met een andere countryzanger in zee was gegaan, Hank Snow, in een bedrijf dat Jamboree Attractions heette.
Wat de reden voor Parkers ontslag ook was, binnen een week gingen Elvis, Scotty en Bill (Moore en Black, gitarist en contrabassist, nvdr.) op tournee met Hank Snow, met grotere optredens dan Scotty of Bob Neal ooit voor hen had kunnen regelen. En dat was nog niet alles. Voordat de tournee ook maar was begonnen, had Parker Elvis al een cheque van 425 dollar als voorschot gestuurd. Elvis had nooit eerder een voorschot gekregen, sterker nog, hij had nog nooit zo’n groot bedrag gezien op een stuk papier met zijn naam erop. En toen er een paar weken later nog een forse cheque van Parker kwam, was hij helemaal onder de indruk.
Hoewel hun inkomen omhoogging, waren Scotty en Bill nooit echt gecharmeerd van Parker. Het was een nogal botte, lastige kerel, en het kon hem weinig schelen of mensen hem aardig vonden of niet. Er stak zo’n beetje permanent een sigaar tussen zijn lippen en hij was eerst en vooral op geld uit.
‘Die man heeft nul komma nul verstand van muziek,’ werd er bij Hayride gezegd, iets wat Elvis niet kon ontkennen. Maar wat de twee musici het meest dwarszat, was dat Parker een paar leden van de band van Hank Snow had gevraagd of ze hen wilden vervangen in de begeleidingsgroep van Elvis. Het kwam er uiteindelijk niet van, maar het was duidelijk hoe Parker dacht. Waarom twee bands betalen als één band beide zangers kon begeleiden? Hij begreep niet dat Scotty en Bill er mede voor zorgden dat Elvis de sound voortbracht die hun jonge publiek wilde horen. Voor hem zou muziek altijd alleen maar een getal onder de rode streep zijn. Elvis wist dat en hij zorgde er aanvankelijk voor dat Parker muzikaal niets in te brengen had. Later zou het een echt probleem worden, en schadelijk.
Voor Parker zou muziek altijd alleen maar een getal onder de rode streep zijn. Elvis wist dat en hij zorgde er aanvankelijk voor dat Parker muzikaal niets in te brengen had.
Bill zag altijd de grappige kant van de dingen in en moest hard lachen om het verhaal dat Parker ooit in Tampa Bay, Florida, als hondenmepper werkte. Maar er waren nog andere verhalen waarvan niemand wist of ze wel waar waren. Volgens Parker was hij als wees opgegroeid in het Great Parker Pony Circus van zijn oom, waarna hij op de kermis was gaan werken, waar hij mussen geel verfde en als kanaries verkocht. Elvis had geen idee of dat verhaal klopte, waarschijnlijk niet, maar hij vond het in ieder geval wel grappig.
Als Parker een goed humeur had, kon hij zeer onderhoudend zijn. Maar als dat niet zo was, gedroeg hij zich als een gepensioneerde militair die mensen opdroeg wat te doen en blaffend bevelen uitdeelde.
Dat was in zekere zin ook grappig, want iedereen wist dat Parkers militaire bijnaam alleen maar een eervolle vermelding was die de gouverneur van Louisiana, Jimmie Davis, hem had verleend. Het verhaal was dat Parker tijdens de verkiezingen Davis een gunst had verleend en Davis hem als dank de eretitel ‘Kolonel’ had gegeven. Dat konden staatsgouverneurs in Louisiana doen. Sterker nog, een andere gouverneur van Louisiana, Earl K. Long, zou Elvis, in 1956, ook erekolonel maken. Dat soort eretitels stelde niets voor en de meeste ontvangers bedankten de gouverneur, stopten de oorkonde in een la en dachten er verder nooit meer aan. Dat deed Elvis met zijn titel, en ook Scotty toen hem er een werd verleend.
Maar Tom Parker niet. Hij begon hem te gebruiken op brieven, telegrammen, contracten… overal waar hij maar kon. Hij moet hebben gedacht dat het de indruk wekte dat hij ooit een hooggeplaatste militair was en dat het hem meer autoriteit gaf dan alleen maar Tom Parker. En dat was waarschijnlijk ook zo.
Maar drummer D.J. Fontana ergerde zich eraan. Hij vond het idioot en noemde Parker nooit ‘Kolonel’. ‘Het klopt gewoon niet,’ zei hij, en Parker moest simpelweg accepteren dat D.J. hem Mister Parker noemde. Sam Phillips dacht er net zo over. Hij noemde hem altijd alleen maar Tom Parker. Sam mocht de Kolonel ook niet. Er waren sowieso niet veel mensen die hem mochten. Hij was een controlfreak.
Elvis vond dat allemaal geen probleem. Hij zag zijn inkomsten gestaag toenemen en was de Kolonel, zoals hij hem altijd noemde, dankbaar. Wat hij, en alle anderen die in contact kwamen met Parker, inzagen, was dat je met hem absoluut niet kon discussiëren. Parker keek zijn gesprekspartner zonder met zijn blauwe ogen te knipperen strak aan, tot de ander opgelaten de blik afwendde. Dat deed hij ook bij Elvis tijdens hun eerste ontmoeting.
Soms, als het gesprek goed verliep, ging het strakke staren over in een glimlach. Als het niet goed verliep, begon Parkers gesprekspartner zich ongemakkelijk te voelen. Dat was in de ogen van Elvis de reden dat Parker zo’n goede onderhandelaar was.
Wat Elvis, en alle anderen die in contact kwamen met Parker, inzagen, was dat je met hem absoluut niet kon discussiëren. Parker keek zijn gesprekspartner zonder met zijn blauwe ogen te knipperen strak aan, tot de ander opgelaten de blik afwendde.
Parker nam ook geen blad voor de mond. Al meteen in het begin zei hij tegen Elvis dat als hij iets zou doen wat hem zou benadelen, hij eruit zou liggen. Zoals hij het bracht, was Elvis een geluksvogel dat hij een manager als Parker had en zonder hem zou hij al snel in de vergetelheid raken. Elvis geloofde hem en leek zich nooit af te vragen of de geluksvogel misschien wel Parker was.
In de tijd dat Parker nog manager was van Eddy Arnold, ging het verhaal dat Arnold zo gek werd van de bemoeienissen van zijn manager, dat hij op een dag tegen hem zei: ‘Heb je niks anders te doen, heb je geen hobby of zo?’ Waarop Parker geantwoord zou hebben: ‘Jij bent mijn hobby.’ Elvis werd de meest lucratieve hobby die Parker zich had kunnen voorstellen.
Voordat Parker in beeld kwam, vormden Elvis, Scotty en Bill een kleine driemansgroep waarin ze alles deelden. Maar toen Parker optredens voor hen begon te regelen in andere delen van de zuidelijke staten, veranderden de onderlinge verhoudingen binnen de band, tot Bill en Scotty al snel een vast salaris kregen in plaats van het oorspronkelijk afgesproken percentage van vijfentwintig procent over wat er bij de groep binnenkwam. Parker had het altijd alleen maar over Elvis: ‘Elvis zo snel mogelijk op televisie zien te krijgen’ en ‘zorgen dat Elvis naar Hollywood gaat’.
Elvis wist dat Scotty en Bill niet blij waren met de gang van zaken, maar zelfs met een vast salaris verdienden ze meer dan ze daarvoor ooit hadden gekregen, en als ze al klaagden over de nieuwe afspraak, dan hoorde hij dat nooit. Of in ieder geval zei hij nooit dat hij er iets over hoorde. Stelde hij hen teleur? Zij vonden van wel. Maar, zoals Parker tegen Elvis zei, ze zagen tijdens hun optredens wat er gebeurde: de meisjes gilden vanwege hém.
Niet dat ze nu echt overal gilden. In maart 1955 vloog Parker met hen mee naar New York voor een auditie voor het televisieprogramma Arthur Godfrey’s Talent Scouts. Het was de eerste keer dat Elvis in een vliegtuig zat. Dat was spannend – en het bleek meteen ook het spannendste deel van de onderneming, want ze doorstonden de auditie niet. Een tijdje later kwam ook Buddy Holly er niet doorheen, maar Pat Boone werd wel geselecteerd. Het was duidelijk dat Elvis en Buddy niet datgene waren waar de juryleden naar op zoek waren.
Of misschien beviel de juryleden niet wat ze zagen wanneer ze naar Elvis keken. Want los van zijn haar, bakkebaarden en kleding besloten Elvis’ hormonen die week om zich eens lekker te manifesteren, waardoor het op zijn wangen en voorhoofd wemelde van de puisten. De kraters waren met geen make-up te verhullen en leken ieder moment tot uitbarsting te kunnen komen.
Het was een teleurstelling dat ze niet geselecteerd werden, maar het kwam niet als een totale verrassing. Sowieso zou Elvis zich nooit thuis voelen in New York en het gevoel hebben dat ‘het mondaine volk aan de oostkust’ de neus voor hem en zijn muziek ophaalde. En daar zat misschien ook wel wat in.
Dus gingen ze weer terug naar het zuiden, en op weg naar concerten in Mississippi, Alabama en Texas, in de splinternieuwe Lincoln die Elvis had gekocht – hoewel hij niet lang splinternieuw bleef omdat Scotty ermee tegen een vrachtauto vol hooi reed. Zijn volgende auto, een bijna nieuwe, zwart-roze Cadillac uit 1954, vatte kort na aanschaf vlam en brandde geheel uit. Dat waren de risico’s van het toeren.
Aan dat soort dingen raakten musici gewend, en op een of andere manier wisten ze altijd weer bij een volgend optreden te komen. Maar als Elvis en zijn kompanen ergens te laat aankwamen, dan hield Parker een deel van hun inkomsten in. Had hij daar juridisch het recht toe? Die vraag werd zeer waarschijnlijk nooit gesteld.
Maar als Elvis en zijn kompanen ergens te laat aankwamen, dan hield Parker een deel van hun inkomsten in. Had hij daar juridisch het recht toe? Die vraag werd zeer waarschijnlijk nooit gesteld.
Florida was het meest geliefde territorium van Parker en in mei 1955 verzorgden ze meerdere optredens in het Gator Bowl-honkbalstadion van Jacksonville, waar ze in het voorprogramma van Hank Snow zaten. Op een avond riep Elvis aan het eind van hun optreden gekscherend: ‘Oké, meiden, ik zie jullie zo backstage.’ Waarop honderden meisjes van hun stoel kwamen en het op een hollen zetten naar zijn kleedkamer. Hank Snow was niet echt blij. Hij moest optreden voor een halfleeg stadion.
Diezelfde week ontmoette Elvis ene Mae Axton. Ze verzorgde de publiciteit tijdens de tournee en na een optreden in Daytona Beach trof ze Elvis op het balkon van zijn hotel aan, waar hij in zijn eentje over de zee zat uit te kijken.
‘Weet je, Mae,’ zei hij, ‘als ik genoeg geld had, zou ik er alles voor overhebben om mijn ouders hierheen te halen om de oceaan te zien.’ Kort daarop lukte dat, dankzij de hulp van Mae.
Hoewel Bob Neal officieel nog steeds Elvis’ manager was, trok de Kolonel inmiddels aan zo’n beetje alle touwtjes, en Neal was niet bepaald blij met de gang van zaken. Maar hij was geen partij voor de machiavellistische Parker. En het zou alleen maar erger worden.
Elvis had ook problemen. Toen hij dat voorjaar naar Memphis ging om opnames te maken, had Gladys daar slecht nieuws voor hem. Een paar dagen daarvoor was Dixie bij haar langsgekomen en had haar gevraagd om Elvis een bericht door te geven. Ze wilde dat Gladys hem liet weten dat ze iets met een andere jongen had gekregen. Ze had het Elvis zelf niet willen vertellen, omdat ze wist dat hij haar op andere gedachten zou hebben gebracht.
Hij had het kunnen zien aankomen. Terwijl hij voortdurend van huis was en beroemd werd, zat zij thuis te wachten. Dus rationeel gezien begreep hij het. Maar emotioneel was hij totaal van de kaart. Hij had nooit goed tegen afwijzingen gekund, en zou dat ook nooit kunnen. Gezien zijn gedrag wanneer hij ver van huis was, wist hij dat hij Dixie eigenlijk niet verdiende, maar hij was opgegroeid in een supermachowereld waar er meisjes waren met wie je trouwde, en meisjes… eh, voor je plezier. Hij moest accepteren dat Dixie hem niet meer wilde. Toch zou hij nog twee jaar lang naar haar verwijzen als het meisje uit Memphis op wie hij verliefd was geweest.
Hij kwam eroverheen. Hij was twintig en overal waar hij keek, zag hij meisjes. De Kolonel las hem de les dat één kleine misstap zijn carrière kon ruïneren, maar soms was het moeilijk voor hem om dat in gedachten te houden, vooral nu hij zich niet meer schuldig hoefde te voelen.
Maar er kwamen nog andere problemen. Een van de eerste keren dat hij een meisje meenam naar zijn hotelkamer, scheurde het condoom. ‘Wat moet ik nou doen?’ vroeg hij Scotty en Bill, die in de hotellobby op hem zaten te wachten.
‘Nou, je moet óf met ‘r trouwen, óf maken dat je wegkomt uit deze klerestad,’ zei Bill lachend.
Uiteindelijk ging Elvis met haar naar de eerste hulp, waar ze een vaginale douche onderging. Maar het had hem bang gemaakt. Hij vervulde met hart en ziel de rol van Elvis Presley, luisterde iedere dag naar platen om te begrijpen wat dat magische was wat Ray Charles of Clyde McPhatter in hun stem legde, bereidde zich voor op zijn optredens, koos zijn kleding en uiterlijk en stond iedere diskjockey te woord die dat wilde. En daar kwamen nog de duizenden kilometers bij die ze iedere maand door de Mid-South reden – de band schatte dat ze alleen al dat jaar zo’n 160.000 kilometer aflegden voor bijna tweehonderdvijftig optredens.
Een van de eerste keren dat hij een meisje meenam naar zijn hotelkamer, scheurde het condoom. ‘Wat moet ik nou doen?’ vroeg hij zijn muzikanten, die in de hotellobby op hem zaten te wachten.
Elvis kon zich geen fouten veroorloven. En het ging ook niet alleen om zijn carrière. Hij wist ook dat hij zijn familie zou laten zakken. En financieel waren zijn ouders nu van hem afhankelijk, want hij betaalde de huur van hun nieuwe vrijstaande huis in Memphis.
Zijn seksleven was niet het enige waar Parker hem de les over las. Ongeacht hoe Elvis zich tijdens het zingen bewoog – en zijn optredens werden steeds vaker als ontuchtig betiteld – was iedere vorm van vulgaire praat of seksuele toespeling op het podium taboe – en dat was het einde daarvan.
Omdat hij zich over het hele podium bewoog en zoveel energie in zijn optredens legde, hadden Bill en hij een dialoogje bedacht om tussen twee nummers weer op adem te komen.
Bill zei dan: ‘Rozen zijn rood, viooltjes zijn roze.‘
Waarop Elvis hem onderbrak en, waarschijnlijk nog nahijgend, zei: ‘Nee, Bill. Rozen zijn rood, viooltjes zijn blauw.’
Dan schudde Bill zijn hoofd en zei: ‘Nee, Elvis. Rozen zijn rood, viooltjes zijn roze.’
En dus zei Elvis weer: ‘Bill, viooltjes zijn blauw…!’
Op dat punt zei Bill: ‘Nee, dat zijn ze niet. Viooltjes zijn roze. Kijk maar, ik heb er hier een paar.’ En dan haalde hij een paarse panty uit zijn jaszak.
In Elvis’ ogen was het tamelijk onschuldig en het publiek vond het altijd prachtig. Maar de Kolonel niet, en dus hielden ze ermee op.
Al snel nam de Kolonel alle beslissingen die niet met de muziek te maken hadden, en ergens aan het einde van de zomer van 1955 begon zijn rol langzamerhand te veranderen van manager van de band in speciaal adviseur van Bob Neal. Elvis wist nog niet half wat er allemaal gaande was, want, zoals Parker steeds maar zei: ‘Dit zijn zaken, Elvis. Zing jij nou maar gewoon.’ Dus keek hij de andere kant op en zong alleen maar.
Nadat hij eerst met Scotty en Bill had afgerekend, was Sun Records het volgende obstakel voor Parker. Maandenlang mopperde hij dat Sun een te klein label was voor Elvis om echt carrière te maken. En omdat Sam Phillips nog steeds geen goede deal voor de distributie geregeld had, had Parker een punt. En dus begon Parker Elvis ervan te overtuigen dat hij weg moest bij Phillips.
Elvis wilde niet verkassen. Hij had kort daarvoor het nummer opgenomen dat volgens Sam Phillips zijn ‘meesterwerk’ was, ‘Mystery Train’, en ook ‘I Forgot to Remember to Forget You’, zijn sterkste gezamenlijke A- en B-kant, en ‘Baby, Let’s Play House’ stond in de nationale Billboard-countryhitlijst. Hij had het gevoel dat Sam wist hoe hij in de opnamestudio het beste uit hem moest halen.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Maar via Parker begon Phillips nu benaderd te worden door andere platenmaatschappijen, die het contract van Elvis wilden afkopen. mgm nam contact met hem op, net als Columbia in New York. Ahmet Ertegun en Jerry Wexler van Atlantic wilden ook heel graag, en dan was er nog rca, waarmee Parker jarenlang had onderhandeld over Eddy Arnold en Hank Snow. In eerste instantie schrok Sam hen af door 40.000 dollar voor zijn ster te vragen, een bedrag dat zo hoog was dat hij wist dat ze het nooit zouden betalen. Ertegun en Wexler van Atlantic konden maar tot 20.000 dollar gaan en hielden het voor gezien. Maar Parker had veel contacten en hij zorgde ervoor dat een van de gegadigden nooit helemaal afhaakte. Dus terwijl Elvis aan het toeren was, werd er over zijn toekomst overlegd en beslist.
Maandenlang mopperde hij dat Sun een te klein label was voor Elvis om echt carrière te maken. En omdat Sam Phillips nog steeds geen goede deal voor de distributie geregeld had, had Parker een punt.
Omdat Elvis nog steeds minderjarig was, schreef Parker in oktober 1955 aan zijn ouders en vroeg toestemming om namens hun zoon over een nieuw platencontract te onderhandelen. Bob Neal, die van niets wist, was furieus over Parkers huichelachtigheid. Parker had achter zijn rug gehandeld, en er ontstond nu voortdurend wrijving wanneer Parker en hij samenwerkten, waarbij Parker Neal de schuld gaf wanneer er iets fout ging – en ook als er niets fout ging.
Elvis bezag het allemaal met gemengde gevoelens. Hij begreep dat Parker in zijn belang handelde – maar ook in Parkers eigenbelang. Hij hield er niet van dat de man soms genadeloos te werk ging. Misschien wist hij diep in zijn hart dat hij zijn stem meer had moeten laten horen, maar nu alles zo goed ging, wilde hij geen problemen maken. Hij was ambitieus.
Hij wist dat Daddy iedere week met Sun belde om te vragen waar de royalty’s bleven van de honderdduizenden platen die hij nu scheen te verkopen. Maar hij geloofde Sam toen die zei dat hij wachtte op betaling van de distributeurs. Dit was de muziekbusiness, waar niets gewoon ging, en Daddy wist eigenlijk van geen enkele business iets af, en al helemaal niet van de muziekbusiness. Aanvankelijk was Vernon terughoudend geweest wat betreft de Kolonel, maar hoe meer Parker praatte, en hoe meer Elvis per optreden incasseerde, hoe aardiger hij hem vond.
Gladys dacht er anders over. Ze vertrouwde Parker niet en vond hem niet aardig, noch voelde ze zich in zijn aanwezigheid op haar gemak. En hoewel hij er altijd voor zorgde aardig tegen haar te zijn, zei ze vaak tegen Elvis: ‘Die Kolonel… dat is de duivel zelf.’
Omdat hij wist hoe ze over hem dacht, zorgde Parker er zelfs voor dat Hank Snow, op wiens stem ze dol was, haar af en toe belde, om haar te vertellen wat voor een fantastische vent de Kolonel wel niet was. Maar ze ging op haar gevoel af en raakte nooit overtuigd. Mensen als Gladys gebruikten geen termen als faustiaans pact, maar hoeveel roem en geld Parker Elvis ook leek te bezorgen, ze had het gevoel dat haar zoon zijn ziel en talent verkocht aan een aardse satan.
Sam was bezorgd omdat Elvis de hele tijd op zijn nieuwe motor door Memphis reed, bang als hij was dat Elvis een ongeluk zou krijgen en misschien zijn stem of zijn knappe uiterlijk zou verliezen.
Elvis hoopte dat ze gelukkiger zou worden als hij ervoor zorgde dat zij en Vernon naar het nieuwe huis konden verhuizen, waar er meer ruimte was voor Grandma. Maar Gladys had voortdurend last van haar ‘zenuwen’. De carrière van haar zoon bepaalde nu het leven van hen allemaal.
De onderhandelingen duurden wekenlang. Sam was bezorgd omdat Elvis de hele tijd op zijn nieuwe motor door Memphis reed, bang als hij was dat Elvis een ongeluk zou krijgen en misschien zijn stem of zijn knappe uiterlijk zou verliezen, of zelfs zijn leven. Eind september was James Dean bij een auto-ongeluk om het leven gekomen, en daar was iedereen nog steeds door geschokt, ook Elvis. Elvis had Rebel Without a Cause nog niet gezien, maar toen hij en Dixie naar East of Eden waren geweest, was hij net als bijna al zijn tijdgenoten, onder de indruk van Dean geweest.
Hoe groot de druk op Phillips ook werd, hij bezweek niet. Hij wilde Elvis eigenlijk niet kwijt. Hij was dol op hem en trots op wat ze samen hadden bereikt. Maar eind oktober, toen ze op een avond in de studio ‘When It Rains It Really Pours’ opnamen, een bluesnummer dat Elvis goed vond en dat als B-kant moest dienen voor ‘Trying to Get to You’, werd Sam gebeld. Scotty, Bill en Elvis bleven in de studio wachten, terwijl Sam het telefoontje in zijn kantoor beantwoordde.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Toen hij klaar was, kwam hij de studio in en nam Elvis apart. ‘Ik wilde het eigenlijk niet, Elvis,’ zei hij. ‘Maar ik ben in principe akkoord met Tom Parker om jouw platencontract aan RCA te verkopen. Ik kan niet zeggen dat ik er gelukkig mee ben, maar ik denk dat het voor jou en je carrière waarschijnlijk het beste is. En je vader is er vast blij mee.’
Het bedrag dat hij had bedongen was voor die tijd astronomisch, en Elvis was gevleid dat Sam dat voor elkaar had gekregen. Maar hij maakte zich ook zorgen. ‘Als ik naar RCA ga, zullen ze dan net zulke goede opnamen van me maken als u, meneer Phillips?’ vroeg hij.
Sam keek hem vriendelijk aan. ‘Luister, je weet nu hoe het moet,’ zei hij. ‘Ga naar RCA in Nashville en laat niemand jou vertellen wat je moet doen. Ze hebben zoveel geloof in je dat ze flink wat geld hebben neergeteld, dus laat je mening horen en vertel hun wat je wilt.’
De dagen van Elvis bij Sun Records waren verleden tijd. De week daarop werd, terwijl ‘I Forgot to Remember to Forget You’ op de nationale Billboard-countryhitlijst naar de derde plaats steeg, de overeenkomst in het kantoor van Sam ondertekend. RCA, toen een van de grootste platenmaatschappijen ter wereld, betaalde Sam 35.000 dollar voor de opnames van Elvis, met inbegrip van de opnames die nog niet uitgebracht waren, plus 5000 dollar voor nog te innen royalty’s, een bedrag dat nooit eerder voor een zanger was betaald. Elvis kreeg 5 procent royalty’s, daar waar Sam maar 3 procent had betaald, een eerste voorschot van 5000 dollar, en nog 1000 dollar in contanten van Julian en Jean Aberbach van Hill and Range-muziekuitgevers, die met de Kolonel samenwerkten.
Hun plan was om speciaal voor Elvis een muziekuitgeverij op te richten, Elvis Presley Music, gezamenlijk eigendom van Hill and Range en de zanger. Als Elvis een van de nummers die het bedrijf in bezit had zou opnemen, kreeg hij tussen de dertig en de vijftig procent van de compositieroyalty’s, en dan nog een deel van de royalty’s over de uitvoering – en dat allemaal boven op zijn royalty’s als zanger.
Aangezien de compositieroyalty’s over de verkoop en uitzending op de radio meestal voor de helft naar de muziekuitgeverij en de andere helft naar de componist gingen, hield dat in dat Elvis, en daardoor de Kolonel, een enorm aandeel van de royalty’s per plaat kregen. En voor de Aberbachs was het ook niet slecht, omdat ze zaken konden doen bij ieder nummer dat andere muziekuitgeverijen aan Elvis voorstelden.
Natuurlijk was Elvis in de wolken, zozeer zelfs dat hij zich waarschijnlijk niet afvroeg wat componisten ervan vonden dat ze een groot deel van hun inkomsten moesten inleveren om hem hun nummers te kunnen laten uitvoeren. Een eigen muziekuitgeverij moet hem ideaal hebben geleken, want in plaats van het doorzoeken van oude platen zouden er nu nummers op maat voor hem worden geschreven.
‘Als ik naar RCA ga, zullen ze dan net zulke goede opnamen van me maken als u, meneer Phillips?’
Het zou een tijdje duren voordat hij inzag dat er één grote zwakke plek in deze inhalerige nevenovereenkomst zat, namelijk dat hij er uiteindelijk bijna niet onderuit kon om nummers op te nemen waar zijn muziekuitgeverij de rechten over had, in plaats van nummers waarvan de rechten bij anderen berustten. En die konden lang niet zo goed zijn. Vele wáren lang niet zo goed.
Natuurlijk zorgde Parker ook heel goed voor zichzelf met vijfentwintig procent commissie en een deel van de royalty’s, naast al zijn onkosten, die altijd aanzienlijk waren. Tot dan toe was hij zakenpartner van Hank Snow geweest, maar nu liet hij Snow als een baksteen vallen – iets wat de countryzanger pas inzag toen hij ontdekte dat zijn naam niet op het Elvis-contract voorkwam. Hij was bedrogen.
Elvis hoorde pas nadat die afspraak was gemaakt dat Phillips had aangedrongen op een niet-terugvorderbaar bedrag van vijfduizend dollar terwijl de onderhandelingen nog liepen, en dat de Kolonel dat uit eigen zak had betaald – of, nog waarschijnlijker, met behulp van de gebroeders Aberbach bij Hill and Range. Hoe het ook precies zat, het was iets wat Parker Elvis steeds weer in herinnering bracht als hij bezwaren maakte.
Elvis kwam er nooit achter waarom Sam hem eigenlijk liet gaan. Zoals zo vaak was er waarschijnlijk meer dan één reden, maar geld was de belangrijkste factor. Phillips zat financieel moeilijk vanwege distributeurs die niet op tijd betaalden, en hij had in Memphis net het eerste volledig vrouwelijke radiostation van Amerika, WHER, opgericht, met Marion Keisker als een van de omroepsters. Bovendien diende er zich nieuw talent bij hem aan. Carl Perkins, Jerry Lee Lewis en Johnny Cash waren allemaal naar Sun gekomen vanwege het succes dat hij met Elvis had gehad.
Maar wellicht was er nog iets anders. Phillips zag dat Elvis meer ambities had dan alleen maar een beroemd zanger worden. Hij wilde echt het beste voor de jongen, die hij ‘een van de meest introspectieve mensen die ik ooit heb ontmoet’ noemde. Hij wist dat hij met Sun niet aan die ambitie tegemoet kon komen. Sam was Memphis. Hij hield van de stad. Het zou niks voor hem zijn geweest om naar Hollywood te gaan.
Dus deed hij hem van de hand. En hij kwam er zelf ook niet al te beroerd van af, want hij kon zijn schulden afbetalen en een deel van het geld van de afkoop van Elvis investeren in een nieuw bedrijf dat in die tijd in Memphis was opgericht. Het was de hotelketen Holiday Inn. En, zo verzekerde hij Elvis, hij was altijd welkom op 706 Union Avenue.
Voor Elvis leek de toekomst alleen maar goeds in petto te hebben. Wat hij toen vast niet inzag, was dat vanaf dat moment bijna iedere beslissing die zijn carrière betrof op commerciële gronden werd genomen.
De redactionele noot is toegevoegd door de redactie van KnackFocus.be om een en ander duidelijk te maken voor wie niet het hele boek heeft gelezen.
Elvis. Een eenzaam leven van Ray Connoly is uitgegeven bij WPG Uitgevers, telt 456 bladzijden en kost 24,99 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier