Gainsboek: de classics

Drie boeken over Serge Gainsbourg die in geen enkele bibliotheek mogen ontbreken.

Je kunt een uit de kluiten gewassen bibliotheek vullen met boeken over het fenomeen Serge Gainsbourg. Dit zijn drie toppers die iedereen in huis zou moeten hebben, netjes verdeeld over drie categorieën: een biografie, een overzicht van het oeuvre en een fotoboek.


1. De biografie: ‘Gainsbourg’ (Editions Albin Michel, 2000)

Auteur: De in Parijs residerende Belg Gilles Verlant, officieus de officiële biograaf van Gainsbourg.

Het oordeel: Niets blijft onbesproken in dit meer dan 700 bladzijden dikke titanenwerk, een brok homogene literatuur zonder literaire pretenties, hoogstens onderbroken door zestien schamele paginaatjes foto’s. Om maar te zeggen: u mag er uw tijd voor nemen! Verlant heeft Gainsbourg herhaaldelijke keren geïnterviewd met oog op deze biografie. Hij heeft daarnaast met werkelijk iederéén gesproken die de zanger van ver af of van dichtbij heeft gekend. Desondanks slaagt hij erin om netjes het overzicht te bewaren.


2. Het naslagwerk: ‘L’intégrale et caetera. Les paroles 1950-1991′ (Bartillat, 2005)

Auteurs: Yves-Ferdinand Bouvier en Serge Vincendet. Als we de geruchten mogen geloven, dan lijkt die laatste zo uit het oeuvre van Gainsbourg weggelopen: naast zijn dagtaak als uitbater van vinylshop Monster Mélodies in hartje Parijs (een ware melomanenzaak, dat kunnen we bevestigen), runt hij volgens enkele verbolgen internauten ook een bijzaakje als … pooier (dat hebben we dus alleen van horen zeggen).

Het oordeel: Monnikenwerk. Bouvier en Vincendet kaderen werkelijk élke song die Gainsbourg ooit geschreven heeft, of het nu voor eigen gebruik was, voor vertolkers van zijn werk, voor reclamespots of voor soundtracks. De 658 titels staan netjes chronologisch gerangschikt, van ‘Lolita’ uit de beginjaren 50 tot ‘Christian name Christian’, een song die Gainsbourg in gedachten had voor de nieuwe plaat die hij, op snelheid genomen door de dood, nooit zou opnemen. De lyrics worden summier geduid aan de hand van geannoteerde commentaar, en elke opname wordt minutieus weergegeven (welke studio, wanneer, met welke muzikanten, etc.), óók die van muzikanten die zich aan coverversies hebben gewaagd. Hoed af!


3. Het fotoalbum: ‘Serge Gainsbourg – photographies de Tony Frank.’

Auteur: Tony Frank was in de jaren zestig en zeventig de ‘photographe par excellence’ van de Franse muziekscene. Hij leverde onder andere de hoesfoto van Gainsbourgs meesterwerk ‘Mélody Nelson’.

Het oordeel: Prachtige uitgave waarin, zoals het hoort, het beeld het woord voert. Tony Frank portretteerde Gainsbourg voor het eerst in 1968, in opdracht van zijn platenfirma. Het klikte meteen. Frank was meer dan een van de huisfotografen van Serge, hij was een intimus van de zanger, met wie hij, camera in de aanslag en acces all areas, alle hoogtepunten beleefde. Hij portretteerde hem bij hem thuis, met zijn familie, in de studio en tijdens concerten. De fraaiste beelden: die van het tot ver over hun oren verliefde jonge koppel Gainsbourg-Birkin, de reeks van Gainsbourg bij hem thuis in de keuken, en de vertederende shoot met Charlotte Gainsbourg voor de hoes van ‘Lemon Incest’.


Karel Degraeve

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content