Na hun optreden op de Olympische Spelen was Gojira een logische headliner voor de metaldag van de Lokerse Feesten, maar Helmet, Melvins en Amenra deden meer moeite om met een medaille naar huis te gaan.
Lees alles wat u moet weten over de festivalzomer van 2025 in ons dossier.
133 jaar. Zo lang stonden de vier bands tijdens de metaldag van de Lokerse Feesten collectief al op de planken. Metal is niet per se een jong genre, en dat werd opnieuw bewezen doordat de meest verse band op het podium in 1999 werd opgericht. Niet dat je ons daar deze keer over hoort klagen. De organisatie had vier kleppers verzameld die elk hun stempel op de metalgeschiedenis en de bredere muziekwereld hebben gedrukt. En er werd vooral bewezen dat je geen jong veulentje moet zijn om nog stevig door te rocken.
Truckersmetal
De dag werd meteen geopend door een geweldig invloedrijke band, want zonder Helmet was er wellicht geen nu-metal geweest. Al is frontman Page Hamilton zelf niet altijd blij met die associatie. Toch viel er op de Lokerse Feesten moeilijk naast te luisteren: de laaggestemde gitaren en ronkende riffs deden meteen denken aan de sound die Korn later zou ontwikkelen. Dat de helft van de band in truckerspetjes op het podium verscheen, hielp ook niet om de associatie met Amerikaanse, onsubtiele beukrock te ontkrachten. Helmet gaf een show die even delicaat was als het bandlogo dat in grote blokletters achter de bandleden ging: weinig variatie, nog minder melodie. Helmet moest het vooral van de grooves hebben, met de gitaarsolo’s en de sporadische nasale zang als zeldzame melodische momenten. Het enige frivole element was de roze gitaar van Hamilton.
Voor humor was er wel ruimte. Milquetoast werd aangekondigd als ‘the song from that Crow-movie, you guy’s weren’t born yet.’ Daarmee verwees Hamilton naar de cultfilm The Crow uit 1994, waar Milquetoast in te horen was. Op die manier maakte Hamilton meerdere grappen over de jonge leeftijd van het publiek en hoe lang Helmet al meedraait. Hamilton kan echter tevreden op zijn Lokerse passage terugkijken. Misschien ligt het aan de recente rehabilitatie van nu-metal, maar Helmet ging niet vervelen. Veel variatie heb je niet nodig als je riffs zo lekker beuken en grooven. Zeker niet als het volume hard genoeg staat.
Woestijnsekte
Toen Helmet het podium verliet, kondigden ze aan dat na hen de ‘beste band aller tijden’ zou spelen. Daarmee verwezen ze naar Melvins, de groep rond opperhaardos Buzz Osborne. De laatste weken spreekt de metalwereld constant over wijlen Ozzy, maar we durven stellen dat deze quasi-naamgenoot haast even invloedrijk is geweest. Melvins heeft namelijk een essentiële rol gespeeld in de ontwikkeling van zowel grunge als de zwaardere sludge metal. Ook op de Lokerse Feesten werd tussen die twee stijlen afgewisseld: van slome, psychedelische metal naar iets springerigere rocknummers. Het leverde iets meer variatie op dan het non-stop gebeuk van Helmet, al ratelde er doorheen de hele set een bezwerende cadans.
Nog een opvallend verschil met Helmet: de Melvins zagen er een pak flamboyanter uit. Alle bandleden waren in kleurrijke outfits vol oogballen gekleed, waardoor ze eruit zagen als de leiders van een woestijnsekte, of als personages uit de psychedelische filmklassiekers van Alejandro Jodorowsky. Verder viel het optreden vooral op door de aanwezigheid van twee drummers. Wanneer beide vellenmeppers synchroon speelden, gaf dat het gevoel van een marcheerband waardoor de muziek urgenter werd. Wanneer de twee in duel gingen en daarbij de kitscherige choreografieën niet schuwden, raakten ze ons dan weer wat kwijt. Maar dat was slechts een kleine smet op een optreden waar de ondergrondse rockgeschiedenis verder van afdroop.
Belgische trots
Na twee Amerikaanse bands die de metalgeschiedenis een draai hebben gegeven, was het tijd voor de zwaarste groep die ons eigen land ooit heeft voortgebracht. Van Amenra bestaan bijna enkel zwart-witbeelden, waardoor je bijna zou vergeten dat de leden gewoon in dezelfde gekleurde wereld als jij en ik leven. Al heeft een optreden van de post-metalband ook altijd iets zwart-wit. Niet alleen omdat de muziek steevast begeleid wordt door filmische beelden die doen denken aan Andrei Tarkovsky en Béla Tarr, maar ook door de manier waarop er wordt gespeeld met extreme contrasten tussen hard en zacht. Zoek maar even wat concertrecensies op, en je vindt bijna geen enkel artikel waarin de termen ‘mokerslag’ of ‘slaan en zalven’ niet worden gebruikt. Neem bijvoorbeeld opener Razoreater: vrijwel meteen breekt de hel los, om je halverwege verdwaasd in kalme melancholie te droppen. Uiteraard blijft die niet duren, maar zorgt die ervoor dat de volgende gitaarmuur nog harder binnenkomt.
Ik moet toegeven dat ik de laatste jaren een beetje met Amenra heb gelachen. Hun albums Mass III tot en met Mass V waren schitterend, maar de spoken word-poëzie op hun recentere muziek vind ik nogal potsierlijk. Ook de pretenties van de hardcore fans, die denken dat elke foto kunstzinnig wordt als je er een zwart-witfiltertje bovenop smakt, maakt het soms moeilijk om Amenra serieus te nemen. Maar op de Lokerse Feesten werd ik eraan herinnerd waarom ik ooit zelf een van die fans was. Amenra speelde in een suboptimale context. Gelukkig was de zon tegen aanvang al wat gaan zakken, maar toch was dit de eerste keer dat ik de band in openlucht zag. En zoals verwacht waren er sfeerbedervers die tijdens de rustige stukken bleven babbelen, met als vreemdste voorbeeld een dronken man die keihard ‘alriiiight’ schreeuwde tijdens de rustige bridge van Razoreater. Desondanks slaagde Amenra erin om zijn loodzware riffs amper in kracht te laten inboeten. En het openluchtgegeven bleek zelfs een sterkte te zijn, want de gesproken poëzie verdronk wat in de geluidsmix waardoor ik ze niet kon verstaan.
Stadionallures
Als je al twee grondleggers en onze nationale trots hebt gehad, wie boek je daarboven dan nog als headliner? Wat dacht je van een metalband die het tot de Olympische Spelen schopte? De daverende riffs van Gojira werden wereldwijd gehoord toen ze op de openingsceremonie van de Spelen het revolutielied Mea Culpa (Ah! Ça ira!) coverden. Het bombast van dat spektakel hadden de Fransen niet thuis gelaten. Waar de drie vorige bands hun optredens sober hielden, en op sombere filmbeelden na amper show verkochten, schoot er bij Gojira vanaf de eerste noten al vuur uit het podium. De pyrotechniek zou anderhalf uur lang amper adempauzes krijgen, en op een bepaald moment werd er zelfs confetti afgeschoten. Eerder uitzonderlijk voor en band die met één been in de death metal staat.
Gojira heeft weliswaar al langer last van stadionallures. Op albums als From Mars To Sirius bracht de band progressieve death metal met weinig franjes, waarbij de beenharde grooves gebruikt werden om verhalen over klimaatverandering te vertellen. Melodieuze elementen werden sporadisch ingeschakeld, maar Gojira ragde vooral lekker door. Vanaf het album Magma uit 2016 veranderde er echter iets. De grooves verdwenen niet, maar werden in songs als Stranded en Silvera steeds vaker aangevuld met bombastische refreintjes die niet zo mooi in het geheel pasten. Alsof Gojira plots death metal voor grote arena’s wilde spelen. Die tendens bereikte een dieptepunt in The Chant, het lelijkste nummer dat de band ooit schreef. Tijdens de Lokerse Feesten werd het publiek aangemaand om de kitscherige melodie luidkeels mee te zingen en hun lichtjes in de lucht te steken. Taferelen die we snappen bij pakweg Coldplay, maar die nogal vreemd contrasteren met het potige werk van Gojira.
Stemmingswisselingen
Want er waren nog steeds momenten waarop de band bewees dat ze sterke nummers in hun arsenaal had. Backbone voelde bijvoorbeeld nog steeds alsof we vertrappeld werden door een kudde mammoeten. Niet toevallig was dit ook het eerste nummer waarbij er amber vuur in de lucht schoot, alsof de band zelf besefte dat Backbone hier geen nood aan had. Ook het atmosferische Flying Whales blonk uit in grootsheid, alsof je moederziel alleen verdwaalde in de uitgestrekte oceaan. Alleen jammer dat frontman Joe Duplantier de sfeer zelf verpeste door onnozelheden als ‘are you motherfuckers ready’ te schreeuwen. Zwijgen is goud, maar in die discipline werd nog geen brons gehaald.
En zo was de set van Gojira eentje van constante stemmingswisselingen. Het ene moment stonden we lekker te headbangen op de militante riffs, het andere moment stonden we ons te ergeren omdat de drummer het publiek stond op te jutten met tekstjes op kartonnen bordjes in plaats van gewoon te spelen. Gojira heeft al te veel goede, harde nummers geschreven om nog een echte arenaband te worden, en soms was het tenenkrommend om ze alsnog te zien proberen. Er waren genoeg sterke momenten om met een tevreden gevoel naar huis te trekken, maar achteraf gezien halen de Fransen het Olympisch podium van de metaldag niet.