Gent Jazz: Branford Marsalis geeft een masterclass

Brandford Marsalis © Michiel Devijver
Bart Cornand
Bart Cornand Redacteur Knack

De eerste hardcore jazzdag op Gent Jazz was een voltreffer. Gitarist Julian Lage maakte de sprong naar het grote publiek. Branford Marsalis scheidde de jongens van de mannen.

‘Soms zou een mens willen vertrekken. Zou je alle mensen op een schip willen zetten en wegvaren, hoopvol onderweg naar iets moois’, vertelde bassist Lara Rosseel (***1/2). Dat schip, dat is Ark, het project waarmee ze haar uitstekende debuutalbum De Grote Vrouw en de opvolger Hert herarrangeerde.

Daartoe hertekende ze flink haar band: met zes blazers, drie strijkers, gitaar en twee percussionisten komt een mens al een eind weg. Als vanouds liet Rosseels muziek je reizen in je hoofd, als een vergeelde film van verre reizen naar Afrika en de Oriënt.

Het begon met beknopte kamermuziekminiaturen, waarin sommige solisten de zenuwen nog niet uit hun keer hadden gekucht, maar al snel kwam de bekende schriftuur van Rosseel naar boven: als er een rinkelend versierde olifant de tent in was gelopen, had niemand er verbaasd van opgekeken. Met haar pièce de résistance De Grote Vrouw bewees ze waarom haar debuut een van de beste releases van 2020 was.

Lara Rosseel op Gent Jazz

Hoed af ook voor de percussionisten Robbe Kieckens en Sep François, die barstten van het speelplezier en verrassende geuren en smaken opriepen – zelfs een teiltje water werd een volwaardig instrument. Een concert als een wervelende tocht over bergpassen en door groene valleien, dat was het. Een Belgische band die een staande ovatie krijgt: het gebeurt niet elke dag.

‘Even off the record: ik ben een gospelalbum aan het opnemen’, vertelde gitarist Julian Lage (****) aan Knack Focus in de aanloop naar Gent Jazz. ‘Nog niets over schrijven, hè?’ En wat doet die Lage? Zijn concert openen met drie nieuwe composities uit het nieuwe album, dat pas op 1 maart verschijnt bij Blue Note.

Opener Serenade liet een ingetogen Lage horen, even soft spoken als de New Yorker zelf. De drie mannen zaten op een kluitje: Lage op een stoel, bassist Jorge Roeder tegen zijn linkerwang aan, drummer Rudy Royston op spuugafstand tegenover hem.

Royston, vorig jaar nog uitmuntend op Gent Jazz in de band van Joe Lovano en Dave Douglas, zou de spil van dit concert worden. De man stoot, drijft, hitst de groep op, waardoor Lage in onbekende wateren terechtkomt. Nooit eerder zagen we de gitarist als een wildeman tekeergaan, maar op Song for the Road werd hij zo ver gedreven. Two and One, een simpele blues die niet simpel bleef, deed iets erg onhips: hij swingde als de beesten.

Lage legde voor de volle zaal zijn hart bloot. In het lang uitgesponnen Auditorium hoorde je zijn hersenen knetteren terwijl hij een ademloze fuga af en toe onderbrak, even ademde, zich herpakte en de song en zichzelf opnieuw uitvond. Zoals hij aan Knack vertelde: ‘Improviseren is niet van een klif springen zonder parachute. Het is een parachute bouwen.’

Een open doekje voor een van de beste concerten van het jaar. En dan moest Branford Marsalis nog beginnen.

‘Burn! Burn! Burn!’ Saxofonist Branford Marsalis (****1/2) ijsbeerde door de kamer toen we hem destijds interviewden. ‘Jarenlang deden we niets anders met mijn kwartet dan burn-burn-burn! Dan kwam ik terug thuis na een tournee en vertelde ik mijn vrouw hoezeer we wel geburnd hadden. Waarop zij: “Ik heb het gehad met dat jazzmachismo. Klein kind. En hoeveel keer werd je in kleinere steden teruggevraagd nadat je daar de boel had afgebrand?”’

Marsalis kwam nader, tikte op onze borst en zei: ‘Luister goed, en vergeet het niet. Niemand kan zo hard in je ballen schoppen als je eigen vrouw. En daar moet je haar dankbaar voor zijn.’

Na de exit van drummer Jeff ‘Tain’ Watts herbekeek Marsalis zijn band, zijn sound en zijn composities. Breder, gelaagder, intiemer, zoals zijn viervoudige concertreeks van vorig jaar in Brussel bewees.

Maar soms, soms moet er gebrand worden. En branden deed het op Gent Jazz.

Marsalis’ set op De Bijloke werd een oefening in slaan en zalven. Hij opende genadeloos op sopraansax, een vuistslag in het gezicht. De meester gaf zijn band alle ruimte: geregeld ging hij achteraan op het podium staan, en keek hij geamuseerd naar de muzikale vechtpartij tussen pianist Joey Calderazzo, bassist Eric Revis en drummer Justin Faulkner. Vooral die laatste werd ronduit baldadig, alsof Tain nooit was weggegaan.

Het concert was overdonderend, maar niet genadeloos. Marsalis schakelde geregeld terug, en etaleerde in de ballads een ontroerend gevoel voor melodie, soms koket, op het randje van de bonhomie.

De tent smolt zowat. En al helemaal toen trompettist Terence Blanchard uit de coulissen wandelde (op zaterdag concerteert hij met Herbie Hancock) voor een malse New Orleanse two-stop als finale.

Herbie kan maar beter zijn kuiten insmeren.  

Branford Marsalis op Gent Jazz

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content