EuroSonic 2024, dag 2: Poolse en Belgische hemelbestormers zorgen voor donder en bliksem
Op papier kun je uit het overdadige aanbod op EuroSonic makkelijk je eigen programma destilleren, maar in de praktijk wil dat wel eens tegenvallen. Het Groningse showcasefestival lokt zoveel volk dat de lange wachtrijen je er vaak toe nopen je planning om te gooien, omdat er nu eenmaal geen doorkomen meer aan is. Van de zeven acts die we hadden aangestipt, kregen we er dus slechts vier te zien. Niettemin was onze avond, dankzij hoogtepunten als Ciśnienie en Don Kapot, ruimschoots geslaagd.
Hoe de overrompelende passage van Ciśnienie het publiek verbouwereerd achterliet
Om fantastische muziek te ontdekken, loont het de moeite de platgetreden paden te verlaten. Dat bewijst Ciśnienie (spreek uit: sish njee njee), een vijftal uit de Poolse studentenstad Katowice, dat op EuroSonic voorlopig voor het absolute piekmoment zorgde. De groep maakt overrompelende, louter instrumentale muziek waarin viool en baritonsax een centrale rol spelen, maar waarin ook de gedreven ritmesectie en de percussief bespeelde piano ervoor zorgen dat je aandacht geen moment verslapt.
Ciśnienie, wat zoiets betekent als ‘druk’, neemt alle tijd om zijn verhaal te vertellen, wat resulteert in lang uitgesponnen composities die doorgaans een rustige aanloop nemen, dan plots tot uitbarsting komen en vervolgens de ene climax op de andere stapelen.
In Groningen speelde het gezelschap vooral materiaal uit zijn pas verschenen vierde lp Zwierzakom (‘Dieren’) en als toeschouwer kreeg je meteen het gevoel alsof er een vernietigende tornado over je heen raasde.
Alle vergelijkingen schieten te kort, maar als je een idee wil krijgen van hoe Ciśnienie klonk, stel je dan voor hoe de epische experimenten van Godspeed You! Black Emperor versmelten met de beatnikjazz van Morphine of Jaga Jazzist, en hoe de bezwerende ritmiek van Swans een mash-up waagt met het symfonische werk van Alfred Schnittke.
Het resultaat was een wall of sound waar geen artillerie tegen bestand bleek: muziek waarvoor etiketten als postrock of jazz al hun relevantie verliezen. Enkele weken geleden werd ik door Ciśnienie al weggeblazen tijdens een spectaculair optreden in Warschau. Zijn passage op EuroSonic maakte duidelijk dat het toen zeker niet om een toevalstreffer ging. Welke concertorganisator durft het aan om deze band op een Belgisch podium te planten? Opwinding en koude rillingen zijn alvast gegarandeerd.
Don Kapot maakt dansmuziek voor kreupelen
Belgische groepen doen het in Groningen doorgaans uitstekend, maar de wilde taferelen die Don Kapot dit jaar veroorzaakte, zullen we niet licht vergeten. Het Brusselse trio, dat onlangs met het door Greg Saunier van Deerhoof geproducte I Love Tempo zijn derde langspeler uitbracht, maakt grillige, onvoorspelbare muziek waarvan vooral het ritme de motor vormt.
Prettig gestoord? Reken maar, al kun je met die dooddoener natuurlijk alle kanten op. Baritonsaxofonist Viktor Perdieus, bassist Giotis Damiandis en drummer Jakob Warmenbol spelen een vorm van punkjazz waarin flarden Krautrock (Perdieus speelt ook elektronische keyboards en percussie), Nigeriaanse afrobeat en Ethiopische grooves onzacht tegen elkaar aanbotsen. En ook al jongleren ze vrolijk met rare maatsoorten en worden hun instrumentale nummers regelmatig verscheurd door noisy erupties, als toeschouwer kun je er onmogelijk stil bij blijven staan. Don Kapot maakt dansmuziek voor kreupelen: dwars maar onweerstaanbaar, energiek maar doordacht, hortend en stotend maar met een geheel eigen logica.
De Brusselaars kleurden in Groningen consequent buiten de lijntjes en lieten een verpletterende indruk na. Zeker toen Damiandis even zijn gitaar in stelling bracht en toonde dat hij de kortste weg had gevonden tussen Jimi Hendrix en Marc Ribot. Uit de set van deze drie musketiers viel slechts één conclusie te trekken: de beste muziek is Kapotte muziek.
Poreclain Id pakt het publiek in met eerlijke, doorvoelde songs
Hubert Tuyishime, een twintiger van Rwandese afkomst die in een Vlaams dorpje opgroeide en tegenwoordig vanuit Antwerpen opereert, laat zich al een poosje aanspreken als Porcelain Id. De singer-songwriter heeft een boon voor artiesten als Bon Iver en Destroyer en bewandelt een middenweg tussen folk, soul en elektronica. Tuyishimes liedjes handelen niet zelden over identiteit en over de problemen waar iemand van kleur die zich out als queer in onze samenleving mee af te rekenen krijgt. Na enkele ep’s verschijnt nog dit voorjaar hun eerste langspeler Bibi:1 die op 21 april in het clubzaaltje van de Brusselse AB boven de doopvont wordt gehouden.
Porcelain Id is eigenlijk een trio, waarvan de leden allemaal gekleed waren in identieke witte overalls en dat voor de gelegenheid was aangevuld met zangeres en toetsenspeelster Emma Hessels. Tuyishimes stem klonk rauw en emotioneel en wist de toeschouwers in het Grand Theatre moeiteloos midscheeps te raken. Adam Coming Home droeg de artiest op aan hun levensgezellin en de moeder van hun eerste zoontje, terwijl Sea Shell werd geschreven na de racistische moord op George Floyd. De set eindigde met de recente single Man Down, niet te verwarren met de gelijknamige hit van Rihanna.
Porcelain Id bediende zich in Groningen weliswaar van minimale middelen, maar bewees dat je met eerlijke, doorvoelde songs vaak al genoeg hebt om een publiek dat je van haar noch pluim kent, toch bij de les te houden.
Arny Margret raakt een gevoelige snaar met bedachtzame folk
De IJslandse Arny Margret is nog maar 22, maar dat belette haar niet een platencontract in de wacht te slepen bij het Londense One Little Independent, een uitloper van het label waar ook een zekere Björk ooit haar internationale carrière begon. Anderhalf jaar geleden verscheen haar langspeeldebuut They Only Talk About the Weather en die titel was niet toevallig gekozen: de zangeres groeide op in Isafjördur, een geïsoleerde plek net ten zuiden van de poolcirkel waar het klimaat behoorlijk bar is en waar hevige sneeuwval of lawines een onmiddellijke impact kunnen hebben op het dagelijkse leven.
Maar het weer is uiteraard ook een metafoor voor Arny Margarets innerlijke stemmingen. In de Groningse Stadsschouwburg verscheen de bedeesde artieste helemaal in haar eentje, slechts gewapend met een akoestische gitaar. ‘Ik praat niet veel, maar ik ben wél blij hier te zijn’, fluisterde ze, vóór ze klein gehouden, bedachtzame folkliedjes als Tall Buildings of Balcony inzette. Liefde, verlangen en spijt waren vaak voorkomende thema’s in haar werk, al was er beslist ook ruimte voor sardonische humor en een vleugje zelfspot. Hoewel Arny Margret zeker niet bewust solliciteert naar een plekje in de mainstream, bewezen de lange wachtrijen voor haar concert dat ze bij velen een gevoelige snaar weet te raken. En zo blijkt maar weer eens dat bescheidenheid en breekbaarheid het succes niet per se in de weg hoeven te staan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier