dEUS, Wilco en The National voorzien de soundtrack bij uw stranduitstap op Live is Live
Life was vrijdagavond heel even a beach op het nieuwe Live is Live-festival in Zeebrugge.
Core Festival, Unwind, straks Whisper en Hear Hear!: alleen al met nieuwe festivals krijg je een hele zomer gevuld. Voor de betere zandkliever is er nu ook Live is Live, op het strand van Zeebrugge, daar waar sinds 2013 ook Wecandance zijn beats laat knallen. En Live is Live is goed op weg om een blijver in het festivallandschap te worden. Goeie ligging. Dito set-up. Fijne openluchtfoodhal ook. En vooral: goeie line-up, met op de openingsdag drie rockreuzen voor de prijs van één: dEUS, Wilco en The National.
dEUS haalde vrijdag herinneringen op aan Axion Beach Rock, het in 2003 ter ziele gegane festival waarvan ze in 1999, na een in de pers breed uitgesmeerd getouwtrek met Werchter, headliner waren. (En waar Tom Barman naar eigen zeggen ‘een veel te warm pulleke’ droeg.)
Op Live is Live mocht dEUS uw apero opleuken en dat lukte: met behulp van solide uitvoeringen van onder meer Quatre mains, Instant Street en Hotellounge kwam Antwerp’s finest een stuk strakker voor de dag dan een week eerder op Best Kept Secret. Had het ermee te maken dat gitarist Mauro Pawlowski deze week officieel weer van supersub tot basisspeler is gepromoveerd? ‘We’re gonna clean up our act’, gaf Barman nog mee, refererend naar de nieuwe liveset die er volgend jaar, in het zog van hun nieuwe plaat, zit aan te komen. Want ja hoor, live is live!
(Geen) country aan de kust
En dan was het aan Wilco, een band die allicht nog nooit twee dezelfde livesets na elkaar heeft gespeeld. Én die al sinds zijn begindagen vecht tegen het predicaat country, om vorige maand doodleuk een countryplaat uit te brengen.
Op Live is Live speelden de songs uit Cruel Country haasje-over met klassiek Wilco-werk als A shot in the arm, I am trying to break your heart en War on war. Je weet pas hoe goed je nieuwe songs zijn als ze niet uit de toon vallen naast je oude, en dat deden Story to tell, I am my mother of het heerlijk klutsende All across the world bijlange niet. Maar de echte uitschieter onder de newbies was Bird without a tail / Base of my skull, omdat die song met zijn vele tempowisselingen en distortiongitaren nog het meest als vintage Wilco klonk. (Was het toeval dat er nét op het moment dat Jeff Tweedy ‘when the bird began to fly’ zong een zwerm meeuwen overgevlogen kwam?)
Vintage Wilco, dat betekent ook: een arsenaal aan dromerige melodieën, zie Jesus etc. en California stars. In de outro van publiekslieveling Impossible Germany – met een glansrol voor Nels Cline, specialist in tics nerveux op gitaar – ging het dan weer van hard naar onzacht. Via Chicago was een lesje in binnen de maat buiten de maat spelen. En Red-eyed and blue, I got you (at the end of the century), Outtasite (Outta Mind)en I’m a wheel flitsten ons terug naar de tijd dat Tweedy en co. nog aspirant-punkers waren. Hoezo, country?
Traagste crowdsurf ooit?
Afsluiter met dienst was The National, vrijdag voor het eerst weer op een Belgisch festivalpodium na de individuele uitspattingen van het merendeel van de leden. Aaron Dessner verklankte in 2020 de natte indiedromen van Taylor Swift. Zijn tweelingbroer Bryce Dessner zette zijn klassiekemuziekavontuur verder. Zanger Matt Berninger ging solo als Matt Berninger. Drummer Bryan Devendorf deed hetzelfde als Royal Green – serieus, heeft íémand die plaat gehoord?
Maar vrijdag was The National dus nog eens gewoon The National. Al rees wel al snel de vraag: is Matt Berninger het wijnen-wijnen verleerd? Zijn gebruikelijke fles rood bleef vrijdag alleszins in de coulissen. Al was zijn podiumhouding nog altijd die van een faux-alcoholist. Wat loopt die man weg van de microfoon toch altijd te brábbelen? Demonisch in de microfoon schreeuwen kan hij gelukkig nog altijd als de beste, al duurde het tot The system only dreams in total darkness tot het er een eerste keer van kwam. Daarvoor had The National wel al de publieksfavorieten Bloodbuzz Ohio, Don’t swallow the cap, het aan hun helden van Wilco opgedragen Mistaken for strangers en het rake rustpunt Guilty Party het strand op gestuurd. I need my girl was nadien uitgelezen materiaal voor uw Instagramverhaal, en toen Berninger tijdens Slow show ‘You know I dreamed about you for 29 years before I saw you’ zong, waagde iemand zich aan wat zo ongeveer de traagste crowdsurf ooit moet zijn geweest.
The National, dat stevig had geïnvesteerd in veelkleurige, soms caleidoscopische visuals, deed daarnaast twee nog onuitgegeven nieuwe songs cadeau. Het al te repetitieve Ice machines was geen hoogvlieger. Tropic Morning News (Haversham) was dat dankzij een beat die uit de koker van Jamie xx had kunnen komen en u heel even het zand van tussen uw tenen deed dansen wél. Het was het startschot voor een finale waarvan het venijn vooral in de staart zat, met dank aan het trefzekere trio Fake Empire, Mr. November en Terrible Love. Berninger die in dat laatste nummer de duchtig meegebrulde stelling ‘It takes an ocean not to break’ poneerde, turend naar de kustlijn van Zeebrugge: het plaatje klopte.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier