Exclusief backstageverslag vanuit Kamp Soulwax op Pukkelpop
Een champagnefontein middenin de backstage. Amuse gueule van sterrenkok Luc Bellings. Eén bubbelbad en twee hostessen per kleedkamer. Niks van dat alles op het pre-feestje voor Pukkelpops 30ste verjaardag. De rock-‘n-roll speelde zich op het podium af, seks en drugs hebben we in de coulissen niet (of nauwelijks) gezien, en wie glamour verwacht in het artiestendorp, moeten we ook teleurstellen.
Een schapenvelletje. Enkele, kleine, schattige cactussen. Een paar salontafeltjes en sfeerverlichting. Twee fotoboeken van Artis Historia – Peru, en Mexico. De kleedkamer van 2manydj’s is de meest gezellige in kamp Soulwax, warme kringloopwinkelcharme waaraan het de andere hokjes ontbeert. Maar je hoort er niemand klagen. De mythe van de backstagebacchanalen is voor de meeste artiesten die hier rond lopen al lang doorprikt, of geen prioriteit.
Hebben we gemist voor onze aankomst achter de Dance Hall: het op Indonesische folklore geïnspireerde inwijdritueel van Gamelan Voices, beter bekend als Nid & Sancy, of gewoon Tania Gallagher en Bart Demey, ooit beter bekend als Galactamendicum. De wierookgeur hangt nog in de tent, wanneer Double Agent 7 plaatst neemt achter de draaitafels. ‘Een 7 inch army’, aldus Stephen Dewaele, want het koppel draait hun obscure rhythm & blues, oude soul, rockabilly en doo wop enkel met vinylsingles. Carry werkt ook op het Engelse managementbureau van de Dewaele-broers. ‘Zonder haar hebben we geen leven’, fluistert Dave ons toe. Wanneer de laatste single is gestopt met spinnen staat Hong Kong Dong (foto) al klaar op het podium.
Boris en Sarah Zeebroek, ooit zijn ze in de anonieme drugscontainer van Kamagurka gevallen. Het is nooit meer goed gekomen. Samen met gitarist Geoffrey Burton (tevens meneer Sarah Zeebroek) en drummer Lennert Jacobs (u kan hem later pukkelspotten met The Germans) maken ze een soort poprock dat vlot het adjectief ‘prettig gestoord’ uitlokt. Maak er gewoon ‘prettig Gents’ van – of hoeveel Belgische groepen kent u die hun vrienden mee uitnodigen op het podium, om een dansje te doen? Ook als ze niet eens bijster goed dansjes doen?
Van de hak op de tak
Inmiddels, backstage treffen we Stefaan Van Leuven, Soulwaxlid van het eerste uur, druk in de weer achter het scherm van z’n laptop. Er wordt de laatste hand gelegd aan enkele tracks die straks hun vuurdoop krijgen tijdens de dj-set van 2manydj’s. Remixes van Tame Impala en Hot Chip. Een edit van Caribou. Vooral de intro, een vertimmerde versie van de Telexklassieker Moskow Diskow dient nog bijgeschaafd worden. Ergens in een Gents laboratorium werken computergrafici tegen de klok om de gepaste animatiefilmpjes op tijd klaar te krijgen. Stress? ‘Nee, geen stress’, zegt Van Leuven, ‘business as usual‘.
In de Dance Hall weerklinkt inmiddels Radio Mosuse. De dubby technoklanken van Sequential, eigenlijk, het erg jonge duo Oliver Geerts en Mozes Mosuse, zoon van Ronny Mosuse en petekind van Stephen Dewaele.
Radio Soulwax, dat is de kortste afstand van de hak op de tak, want meteen na de bonzende beats van Sequential stapt de schuchtere, vriendelijke hippie Jacco Gardner (foto) het podium op. De optredens (op het podium) en dj-sets (vooraan het podium) lopen zo goed als naadloos in elkaar over.
Veel volk voor de sympathieke Hollander en zijn licht psychedelische deuntjes in de traditie van The Byrds en Syd Barrett. Met dit weer – het zonnetje kwam net voor de aftrap tevoorschijn – was Jacco Gardner een prima opener op het hoofdpodium geweest.
En dan van de paddo’s naar de acid, met Paranoid London, een naar aloude technotraditie schimmig dj- en producersduo. ‘Hello, we are Paranoid London, and we’ve come to play some love songs for you’, klinkt het door de microfoon, waarop de bassen meteen onze ribben ineendrukken. Nu al – sorry, Luc Janssen – de beste aankondiging van het festival.
Terug in de kleedkamers worden we hartelijk begroet door een stel Britse lads die net van de boot uit Ibiza lijken gestapt. Stevige handdruk, glazige blik, vettig accent. Heeft de spionkop van Liverpool FC zich langs de security geluld? Neen, het blijken de mannen van Altern-8 te zijn, raverakkers met geschiedenis. ‘Waar ergens kunnen we hier scoren?’, vraagt de kleinste van de bende. We verwijzen hem vriendelijk naar de dichtstbijzijnde anonieme drugscontainer.
Inmiddels loopt het backstagegedeelte van Soulwax aardig vol. Jarvis Cocker(foto) met een zak paprikachips. Tiga in sober jeanshemd en baseballpetje, zijn podiumcollega Jori Hulkkonen in een paars pak dat vandaag nog steeds pijn doet aan onze ogen. Jarvis Cocker met een appel.
In de kleedkamer van Soulwax turen Stephen, David en Stefaan nog steeds naar het laptopscherm. We kijken op de klok. Kwart voor negen. Nog drie uur en een half voor 2manydjs hun eerste cd-rom oplegt. Business as usual.
Altern-8 dan. 30 % breakbeats, 15% sirenes, 15% een MC die het volk opjut en 40% buikdansers. Bierbuikdansers, jawel. Ze zien er in hun Fukushima-overalls uit alsof ze recht uit een tijdmachine stapten. Party like it’s 1990. Op de eerste rij gaan twee Teletubbies uit de bol. De MC – de kerel die zonet wilde ‘scoren’ – lijkt op Bez, de legendarische mascotte van Happy Mondays.
Jarvis Cocker steekt net een e-sigaret op wanneer Jacco Gardner en een van z’n muzikanten schuchter om een foto komen vragen. Grappig gezicht: Cocker meet een kleine twee meter, hij steekt met kop en schouders boven zijn Hollandse fanboys uit. De kleedkamer die hij deelt met dj-partner en ex-Pulplid Steve Mackay is de kleinste van allemaal. Drie roze en oranje poefjes moeten voor sfeer zorgen. Ik zoek het Engelse woord voor ‘poefjes’ en kom niet verder dan ‘poofs’, kort voor ‘poofters’, Brits slang voor ‘homo’ of ‘janet’.
‘Oeps, dat kan niet kloppen’.
‘Toch wel’, antwoord meneer Cocker, ‘we noemen ze gewoon poofs’.
Er ontspint zich een discussie over de correcte oorsprong van het begrip ‘poofters’. Sorry, we moeten ze u besparen.
De mascotte van Altern-8 heeft inmiddels gescoord. ‘Vraag het aan de Hollanders’, had ik hem getipt. En inderdaad, wat later komt iemand uit de entourage van Jacco Gardner hem een klein zakje met, ahum, helend kruidenmengsel (de politiezone HAZODI leest mee) cadeau doen.
Helen, dat is ook wat Desperate Sound System later van plan zijn, maar eerst is het de beurt aan Tiga, zowat het meest constante lid van de uitgebreide Soulwaxclan. Zijn liveshow doet me denken aan The Human League, compleet met foute etalagepoppen, een background van Venetiaanse blinden, en het Phil Oakey-kapsel van Jori Hullkonen. In 2001 brak de Canadees door met Sunglasses At Night, vorig jaar had ie met Bugati nog maar eens een zoveelste clubhit te pakken. Ze passeren allemaal de ietwat steriele revue, maar de grootste knaller zit op het eind: You Gonna Want Me – ‘a song I wrote years ago with Stephen and David from Soulwax’.
De Dance Hall begint intussen aardig uit z’n voegen te barsten. Tijd voor een experiment, moet Jarvis Cocker gedacht hebben. Samen met collega Mackay beginnen ze aan hun dj-set als een soort symposium annex meditatiesessie. Onderwerp is de basdrum, het mantra van de clubber. ‘Feel the bass drum, become the bass drum’. Met z’n vertrouwde, zachte stem houdt Cocker de duizenden, verwarde toeschouwers zowaar bij de les. Dan gooien ze er Coitus Interruptus van Fad Gagdet achteraan, en is iedereen één met de basdrum. Apart, maar knap staaltje volksmennerij.
In het hoofdkwartier van Soulwax worden de laatste cd-roms gebrand, en wandelt iedereen rustig richting Dance Hall. Geen stress.
We horen nog net Staying Alive van The Bee Gees. 103 beats per minuut, volgens Jarvis het ideale tempo om een mens te reanimeren. ‘The song to keep in your head when you’re trying to bring someone back to live’, proclameert hij rustig.
‘En dan nu, dames en heren, stel ik jullie voor aan 2-MANY-DJ’s!’.
Het podiumgordijn schuift opzij en vier jonge muzikanten stappen naar voren. ‘Que?’, hoor je een collectieve tent denken. Fotografen en publiek worden op snelheid gepakt. Dit is 2manyjs niet. Ook niet Soulwax. Wie dan wel? Het programmaboekje brengt geen raad. De vier jongelingen spelen een song die How Long Will This Go On? blijkt te heten. En nog voor iedereen van z’n verwarring bekomen is zijn ze alweer weg, en weerklinkt de net op tijd klaar geraakte intro van Moskow Diskow door de boxen. Een stunt van de Dewaelebroers? Of zit hier meer achter?
Niemand die het zich echt af vraagt want hét feestje waar iedereen al een heel dag zit of ligt op te wachten is vertrokken. Het moet de vierde of vijfde keer zijn dat ik de liveshow van 2manydjs aanschouw, en het blijft goed. Platenhoezen tot leven brengen terwijl je de platen draait. Een even simpel als briljant idee. Als een vierarmige Siamese tweeling staan ze achter de draaitafels, aan een rotvaart tracks aan elkaar breiend. Het is kijken, dansen én lachen. Beste voorbeeld: een remix van Julia, een single van Jungle, die wordt geïnfiltreerd door Julia Andrews – Mary Poppins, weet u wel – die de heren in jungledieren omtovert. Kom er maar eens op.
Om twee uur ’s nachts blazen de overblijvers van kamp Soulwax verzamelen in de 2manydjs-kleedkamer. Er wordt een flesje rode, Italiaanse wijn van een goed jaar ontkurkt. Door Stephen meegebracht uit z’n persoonlijke collectie. Er wordt geklonken. Etentjes gepland in Gent en Londen. De mannen van Altern-8 verbroederen met Paranoid London en keuvelen over hun kroost. Oude ravers en pampers, dat had interessant kunnen worden. Maar zelfs acid house-veteranen kunnen gewoon papa zijn. Er wordt geklonken. Jarvis Cocker zet een gekke hoed op. En dan zegt iedereen slaap wel. Radio Soulwax, editie 2015, over en uit.
Meer foto’s van de Soulwaxnacht vind je hier.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier