Een halve eeuw geleden presenteerde Frank Zappa een festival aan de voet van de Kluisberg
Van 24 tot en met 28 oktober 1969 overrompelen duizenden hippies de wei van boer Charles in het onooglijke Henegouwse dorp Amougies voor het tot dan toe grootste rockfestival op het Europese continent. Een reconstructie van het gebeuren, vijftig jaar na datum, uit het splinternieuwe boek ‘Woodstock in België. De eerste festivals’.
1969 is bij ons het jaar waarin pop- en rockfestivals voor het eerst au sérieux worden genomen. Er zijn er nogal wat, en nog wel op de meest onverwachte plekken: Amougies, Ciney, Deurne, Hoei, een parking onder het Hiltonhotel in Brussel. Niet dat het werkelijk ‘de eerste festivals’ zijn. Er worden dan al enkele jaren festivals georganiseerd, waarin pop- en rockaccenten worden gelegd. Máár: het wordt allemaal groter dat jaar én pop en rock nemen de bovenhand.
Op Jazz Bilzen worden voor het eerst twéé rockavonden opgezet. In de Arenahal in Deurne wordt op 21 juni het 1st International Pop Event georganiseerd. En meteen ook het last. In Amougies — Amengijs voor de flaminganten — stelt een boer zijn weiland ter beschikking voor het Festival Actuel, een vijfdaags festival dat in Parijs niet mag plaatsvinden, uit angst voor late Mei ’68-toestanden.
Nadat de organisatoren, de jonge rockjournalist Jean-Noël Coghe en de alternatieve platenbaas Jean Georgakarakos, ook vergeefs hebben aangeklopt in andere Franse steden en bij de gemeentebesturen van Doornik en Kortrijk, krijgen ze op 17 oktober, exact een week voor de openingsavond, eindelijk goed nieuws: het wordt Amougies, een dorp met 947 inwoners aan de voet van de Kluisberg, niet ver van Ronse.
Boer Charles
Coghe en Georgakarakos mogen er gebruik maken van de weilanden van Charles De Cock. Boer Charles doet zijn verhaal voor de camera van de RTB: ‘Een van de organisatoren vroeg of we hen konden depanneren. Ze hadden plaats nodig om hun camions te zetten en een weiland waar ze de tent konden installeren. Als ze daar niet in slaagden, moesten ze veertig miljoen frank (1 miljoen euro, red.) op tafel leggen als verbeurdverklaring. Morgen komt er al iemand langs om te komen kijken, zei de heer Coghe. De dag nadien heb ik mijn princiepsakkoord gegeven. De burgemeester liep er eerst niet warm voor, maar de arrondissementscommissaris had hem gezegd dat hij moest akkoord gaan. Zo is het gegaan.’
‘Speciale muziek, speciale bezoekers. Lange baarden, lange haren, dat was de mode toen. Du jamais vu in het dorp.’
Guy Vandenhove, dorpeling
‘We hadden het geluk dat Charles De Cock twee hectaren ter beschikking wilde stellen en dat de burgemeester, André Callebaut – een van de telgen van de chocoladefabrikant -, jong, liberaal en dynamisch was,’ beseft Jean-Noël Coghe bijna vijftig jaar na de feiten. ‘Maar het heeft aan een zijden draadje gehangen.’
‘Zaterdag 18 oktober zijn we onmiddellijk begonnen met de installaties. Een gespecialiseerd bedrijf kwam af met de grote tent, de technische installaties en de caravans, die als loges dienden. We blokkeerden alle hotelkamers in de omgeving, tot in Brussel toe. We verstuurden persberichten naar de media en deelden de dagen daarop flyers uit aan de universiteiten. Maar we vonden maar geen security. Het festival heeft dan ook plaatsgevonden zónder, al liepen er wel wat rijkswachters in de buurt rond om alles in de gaten te houden.’
Tweeënnegentig gendarmes om precies te zijn. Ze komen uit Charleroi en logeren in de plaatselijke middelbare school. Al is de entree van enkelen onder hen behoorlijk provocerend: ze komen aan in een open jeep waarop achteraan een mitrailleur gemonteerd staat. De provinciecommissaris stuurt hen snel weer weg. Het wordt voor de rijkswachters die wel mogen blijven een gezellig uitje, met al dat brave volk.’
Driehonderd gauchisten proberen de menigte tot actie aan te zetten. Ze eisen dat het festival gratis wordt en zijn verontwaardigd dat de organisatoren eerst niet op die eis ingaan.
Vijftigduizend worden er verwacht, tienduizend per dag, uiteindelijk zullen het er vijfenzeventigduizend zijn. Of honderdduizend. Of honderdveertigduizend. Wie zal het na zoveel jaar precies weten te zeggen? Ze moeten het eind oktober, in de herfstkilte, stellen met een tent van zesduizend vierkante meter, waarin twaalfduizend festivalgangers comfortabel kunnen rondhangen. Er is grote persbelangstelling voor het evenement dat gemakshalve ‘le Woodstock belge’ genoemd wordt: tientallen journalisten uit heel Europa, maar ook cameraploegen uit de Verenigde Staten en Japan.
Vanuit Parijs vertrekken drie pendelbussen aan de Porte de la Chapelle richting Amougies. Het First Paris Music Festival – de alternatieve benaming voor dit Festival Actuel – blijft zo toch ook een beetje het festival van de jongeren uit de Franse hoofdstad. Sommigen hebben er zelfs een trip van duizend kilometer voor over, uit het zuiden van Frankrijk. Eens in Amougies gearriveerd mengen ze zich onder de anderen: hippies, muziekfanaten, dorpsbewoners.
Mistevreden pastoor
Niet dat de inwoners van Amougies er honderd procent gerust op zijn. ‘Toen de burgemeester dat festival aankondigde, vroegen we ons af of hij gek geworden was,’ zegt dorpeling Guy Vandenhove aan de Franstalige openbare omroep. ‘Dat was een groot risico. Iedereen was daar een beetje bang voor. Speciale muziek, speciale bezoekers. Lange baarden, lange haren, dat was de mode toen. Du jamais vu in het dorp. En ze kwamen in vele gevallen van heel ver. Er waren Vlamingen, Walen, Fransen, Engelsen: van overal kwamen ze naar Amougies. Vijf dagen gekheid. De bakker werkte dag en nacht, de superette draaide overuren, de cafés zaten vol, want die duizenden moesten natuurlijk ook eten en drinken.’
Het publiek dommelt weleens in, tot ergernis van de muzikanten. Twink, de drummer van The Pretty Things, loopt het podium op en af met twee cymbalen.
De beenhouwer heeft duizenden worsten, steaks en sandwiches klaarliggen. De geur van frieten en verschaald bier domineert het dorp. Het zijn dan misschien wel vreemde snuiters, die muziekliefhebbers, maar zaakjes zijn nu eenmaal zaakjes. Dat beseft ook die meneer Vandenhove. ‘Mijn broer was bierhandelaar. ’s Avonds gingen we op het festivalterrein de lege flessen ophalen, tussen de hippies door. Die flessen werden nog vervoerd in houten kratten. Eens gevuld werden die van hand tot hand doorgegeven tot ze in de vrachtwagen konden worden geladen. En omdat het koud was, kwamen de hippies mee helpen, om zich wat op te kunnen warmen.’
De champetter van Amougies is tevreden. ‘We hebben geen grote problemen gekend. Alleen de circulatie liep niet vlot. De rest konden we aan. Niets bijzonders.’
Alleen meneer pastoor staat er, sigaret in een mondhoek, wat beteuterd bij. ‘Als je tientallen hippies, zoals ze genoemd worden, ziet rondlopen, is dat op moreel vlak geen goed voorbeeld voor de jongeren van hier. Dat is mijn mening. Wat moeten de jongeren van hier daarover denken? Ze nestelen zich op het gras rond de kerk, bedekken zich met een plastic zeil als het regent. Geen mooi zicht. Ik begrijp niet waarom ze zo’n grote verplaatsing afleggen om wat groepen te zien spelen. Ik ken hun idealen niet. Ze willen in armoede leven, hoor ik weleens zeggen. Maar armoede mag toch geen synoniem zijn van nalatigheid of losbandigheid?’
Niet alle hippies blijken overigens authentiek te zijn. Bourgeoisjongeren, zoals de hippies hen noemen, arriveren in luxewagens, parkeren aan de rand van het dorp, halen met hun handen hun haar in de war, ruilen hun tweed jasje in voor een versleten jeansvest, en maken snel het obligate V-teken.
Er zijn ook would-berevolutionairen onder het publiek, afkomstig uit Parijs. Driehonderd gauchisten die proberen de menigte tot actie aan te zetten. Ze eisen dat het festival gratis wordt, zijn verontwaardigd dat de organisatoren eerst niet op die eis ingaan, verwerpen het grootkapitaal en de commerciële muziek, mogen er dan toch voor niets in, en… druipen vervolgens stilletjes af, bij gebrek aan respons onder de doodvermoeide meute.
MC Zappa
De affiche oogt indrukwekkend, al dient gezegd dat heel wat groepen nog aan de rand van de doorbraak staan. Naast het rockaanbod is er elke dag een beginnende band die als ‘New music’ wordt aangekondigd — noem het gerust experimentele muziek — en zijn er freejazzoptredens. Even naar adem happen: Colosseum, Ten Years After, Art Ensemble of Chicago (vrijdag), Freedom, Alexis Korner & The New Church, Pink Floyd, Don Cherry (zaterdag), Blossom Toes, Caravan, The Nice, Archie Shepp (zondag), Chicken Shack, The Pretty Things, Yes, Pharoah Sanders (maandag), Fat Mattress, Soft Machine, Captain Beefheart & The Magic Band, Steve Lacy (dinsdag).
En er is meer, want de master of ceremonies is niemand minder dan Frank Zappa. Hij zal, voor de lieve som van tienduizend dollar, het festival presenteren — samen met de Franse radio-dj Pierre Lattes –, ook al spreekt hij geen gebenedijd woord Frans. En hij zal af en toe een gastrol spelen, ook al is dat niet de aanvankelijke bedoeling: Zappa heeft niet eens zijn gitaar meegebracht uit de Verenigde Staten. Hij zal jammen met Blossom Toes, Pink Floyd, The Pretty Things en zijn goede maatje Captain Beefheart.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Zappa’s herinnering aan het festival: ‘Veel mist en koud, het was echt een miserabele bedoening. Er stonden een paar tenten en toen begon er vanuit het niets publiek op te dagen. Men zette de PA aan en die werkte, de lichtknop werd omgedraaid en die werkte ook. Er begon een groep te spelen en bij God, men had een popfestival. En toen realiseerde men zich, dat men dit vijf dagen moest volhouden.’
Dat het een zootje is, stelt ook Peter Cnop vast, op dat ogenblik negentien jaar jong, later stagiair en popjournalist bij Humo en Knack, en nog veel later medebedenker van F.C. De Kampioenen, waarvoor hij ook een aantal scenario’s van het eerste seizoen leverde.
‘Ik was een trouwe lezer van Actuel, een Frans maandblad in de stijl van het legendarische OZ, waarin artikels over politiek, muziek en cultuur door elkaar stonden. Dat blad organiseerde ook het festival. De mensen achter Actuel hadden een uitstekend, gelijknamig platenlabel, dat platen uitbracht van de nieuwe jazzartiesten van toen, die een belangrijk deel van de programmatie vormden op zaterdag, met onder anderen Don Cherry.’
‘Ik ben alleen die ene dag geweest: complete chaos, slechte omstandigheden, ik had zeker niet de indruk dat het een legendarisch festival zou worden. Ik ben zelfs halsoverkop weer vertrokken. Als je die beelden nu terugziet, denk je dat de klank goed was, maar in werkelijkheid was dat zeker niet het geval. Ik heb er een aversie voor festivals opgedaan.’
De beelden lijken inderdaad te wijzen op legendarische optredens. Frank Zappa die bij Pink Floyd uit de losse pols Interstellar overdrive mag meespelen, bijvoorbeeld, de sigaret nonchalant bungelend in een mondhoek bij het stemmen en daarna tussen de snaren geprangd, goed voor meer dan twintig minuten oeverloos gepingel of geniaal gejam, kiest u zelf maar. Terug te vinden op YouTube, zoals wel meerdere optredens in Amougies.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
In bed met Roger Waters
Lange avonden, korte, koude nachten, dat wreekt zich. Het publiek dommelt weleens in, tot ergernis van de muzikanten. Twink, de drummer van The Pretty Things, loopt het podium op en af met twee cymbalen: zo probeert hij leven te krijgen in de massa voor hem. Zelfde vaststelling door gitarist Bill Harkleroad, aka Zoot Horn Rollo van Captain Beefhearts Magic Band, die op de laatste avond concerteert. ‘Al wat ik me kan herinneren, is dat we voor duizenden mensen speelden, die bijeengekropen zaten in slaapzakken om drie uur ’s ochtends in een grote circustent. Het was zo koud dat er ijs op mijn snaren zat. Ik vond het wel heel vreemd dat ze ons alleen voor dit optreden helemaal vanuit Amerika hadden laten overvliegen. We hebben maar vijf songs gespeeld: degene die onze nieuwe bassist al kon spelen. En dat was het.’
‘Ik heb er weinig van gezien,’ geeft medeorganisator Jean-Noël Coghe toe. ‘Vijf dagen leefde ik op een wolk. De optredens duurden tot vier uur ’s nachts, er was nauwelijks tijd om te slapen. Alleen de laatste dag heb ik even met John Steel kunnen praten, de ex-drummer van The Animals, die er was als manager van Fat Mattress.’
‘Het mooiste aan het hele festival was dat ik om vijf uur ’s morgens met mijn autootje gewoon naar huis kon rijden, in Moeskroen, dertig kilometer verderop, en in mijn eigen bed slapen. Dat was een luxe die de anderen, die uit Parijs kwamen, niet hadden. Op zondagochtend vond medeorganisator Jean Georgekarakos zelfs Roger Waters in zijn hotelbed. Die was op zoek gegaan naar een comfortabelere plek om te dutten. En toch was het fantastisch, zoiets kan je maar één keer beleven. Niet slecht voor een klein provinciaaltje!’
Woodstock in België. De eerste festivals, Geert De Vriese & Frank Van Laeken, Houtekiet, 21,99 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier