Dirk maakt nu ook songs in de badkamer: ‘Ja, je hoort me op een lavabo meppen’

Milena Maenhaut
Milena Maenhaut Journalist bij Knack Focus

Dirk kan zeggen waar anderen enkel van kunnen dromen: dat 2020 een goed jaar was. De West-Vlaamse band die punk een positieve invulling wil geven stond met drie songs tegelijk in de Afrekening en brengt deze week zijn tweede plaat uit. Toch moet zanger Jelle Denturck vaststellen: ‘Ons gezond verstand is kapot.’

Popcorn en whisky-cola. Daarmee bracht Jelle Denturck de nacht voor ons gesprek door – de eerste dag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. De ex-cabaretier en voorman van het indierockviertal Dirk (door de band heden ten dage gestileerd als DIRK.) is nog niet lang wakker wanneer hij op zolder de telefoon opneemt. Een paar verdiepingen lager kijkt zijn vriend opnieuw CNN. De whisky-cola werd ingeruild voor koffie. Het is intussen duidelijk dat de strijd om het Witte Huis nog wel even zal duren en we niet plots in een andere wereld wakker zijn geworden, zoals in 2016 het geval was. ‘Dat was pas een gekke nacht. Het leek alsof de wereld in handen van het kwaad was gevallen . Dat gevoel had ik ook toen Vlaams Belang een grote overwinning behaalde in 2019. Mijn vriend en ik hebben die avond geweend in de zetel. We hebben zelfs overwogen om te verhuizen.’

Ik zal wel niet de enige zijn die soms ’s morgens denkt: fuck, nu moet ik alwéér leven.

Nu je tot nader order nog steeds in België woont: hoe houd je het hoofd koel?

Jelle Denturck: Vaak niet. Maar creatief zijn helpt, net zoals vragen stellen en meer leren over de wereld. Op de eerste dag in de opleiding filosofie aan de UGent zei de rector – na ‘je zult hier geen werk mee vinden’ – ‘je komt hier niet buiten met antwoorden maar met nog meer vragen’. Ik ben er heilig van overtuigd dat twijfel the way to go is. Alleen door dingen in vraag te stellen ga je als samenleving vooruit. Misschien heeft Dirk op de volgende plaat wel geen puntje meer achter zijn naam, maar een vraagteken. (lacht)

Nu we het over je bandnaam hebben: Dirk wordt ondertussen in hoofdletters geschreven en her en der wordt geopperd dat jullie volwassen zijn geworden.

Denturck: ‘Dirk’ zag er in een nieuw lettertype gewoonweg beter uit in drukletters. En ja, na de ‘moeilijke tweede plaat’ zouden bands inderdaad volwassen worden – dat is het standaardnarratief. Maar wat is volwassen? Wij zijn het alleszins niet.

In tegenstelling tot je eerste plaat, die gewoon Album heette, heeft je tweede elpee wel een titel gekregen: Cracks in Common Sense.

Denturck: Een titel met een boodschap dan nog. De plaat is politieker geworden. Komrad Shoes haalt uit naar de Bart De Wevers van deze wereld, de boomers die ons verwijten dat we alles verpesten, terwijl ze het zelf doen. ‘Cracks in common sense’ is een flard tekst uit Golly. We worden tegenwoordig vaak op ons gezond verstand gewezen door politici die iedere vorm van common sense overboord hebben gegooid. We hebben nu wel een regering – hoera daarvoor – maar hoelang heeft dat geduurd? Hoe is het mogelijk dat er zo’n ogenschijnlijk onverenigbare meningen zijn in zo’n klein landje? Absurd, toch? Ons gezond verstand, als er al zoiets bestaat, is kapot.

Waar Album nog vooral uit melodieuze songs bestond, heeft de nieuwe plaat ook nummers als Come on TV, dertig seconden commentaar op de onzin die op televisie komt.

Denturck: De combinatie van beide is de kern van Dirk. Voor Album zochten we de uitersten op. We hadden Beatles-achtige ballades en een metalnummer met teksten uit The Book of Mormon. Dat doen we nu ook: de nieuwe plaat is een mix van alles wat Dirk al geweest is. Come on TV is opgenomen op mijn telefoon in de badkamer. Je hoort me meppen op de lavabo.

Dirk maakt nu ook songs in de badkamer: 'Ja, je hoort me op een lavabo meppen'
© Lynne Vermeulen/StuBru

Hoe moeten we ons dat voorstellen? Je sloeg op de wastafel en plots: een nummer?

Denturck: Ik stond in de badkamer terwijl beneden een serie speelde als kamervulling. Waarom doen we dat, vroeg ik me af, niemand kijkt echt. Qua sfeer deed het nummer me denken aan Little Room van The White Stripes. Een badkamergeluid is altijd goed, dat wisten de Stripes en de Pixies al. Soms moet je eens iets in je badkamer doen.

Met Hit krijgt een oud nummer van Dirk een plaats op de plaat. Waarom is Hit eigenlijk zo’n hit geworden?

Denturck:(lacht) Vreemd genoeg is Hit het allereerste nummer van Dirk. Ik heb al vaak gedacht dat we nooit meer zo’n hitje zullen schrijven. Toen de tekst nog niet klaar was, noemden we het ook gewoon ‘hitje’. Het rolde eruit, soms gebeurt dat. Mother, de laatste song op de plaat, is ook zoiets. De zin ‘I didn’t kill my mother’ kwam plots in me op. Mijn mama is gestorven aan kanker. Mother gaat over het schuldgevoel dat me toen plots overviel. Ik besefte heel goed hoe irrationeel dat gevoel was, maar toch vroeg ik me af of ik niet meer had kunnen doen. Of ik niet vaker had kunnen zeggen hoe graag ik haar zie.

***

Na het overlijden van zijn moeder overtuigde het management van Wouter Deprez Denturck om terug te keren naar de cabaretwereld. Hij speelde enkele voorprogramma’s van Deprez, maar lang heeft die comeback niet geduurd. ‘Telkens als Wouter me aankondigde, benadrukte hij hoeveel zin ik had om weer op te treden. In de coulissen besefte ik dat dat absoluut niet waar was. Ik wilde overal zijn, behalve daar.’ Een cabaretier is hij niet meer, maar humor blijft belangrijk voor Denturck, en voor Dirk. ‘Het is een tactiek geworden: humor maakt het leven draaglijk. Ik zal wel niet de enige zijn die soms ’s morgens denkt: fuck , nu moet ik alwéér leven.’ (lacht)

Alvast ook iedereen die tijdens Fuckup uit volle borst ‘I only hate myself/ When I fuck things up/ And I fuck things up/ All the time’ met je meezingt op shows.

Denturck: De golf van herkenning die dan door de zaal gaat, heerlijk.

Was een jonge Jelle de grapjas van de klas?

Denturck: Niet meteen. In het eerste middelbaar was ik een streberke. Ik zat op een ouderwetse katholieke school waar prestaties heel belangrijk waren. Later ben ik opengebloeid, onder lichte druk van stoutere klasgenoten. Gaandeweg werd ik een rebel, iemand waarover zowaar in de leraarskamer gepraat werd. Ik sprak de leerkrachten tegen, en dat vond mijn klas vol dertienjarigen heel stoer. En ik ook. Maar ik was niet stoer, en dat wisten de leerkrachten. Na het vierde jaar had ik een C-attest aan mijn broek. Ik wilde naar de kunstschool, maar mocht niet van mijn ouders. Ik heb er dan maar zodanig mijn voeten aan geveegd dat ze me wel moesten laten gaan. Op die school was dat een schande, on-West-Vlaams zelfs. (lacht) West-Vlamingen moeten werken. Maar de leerkrachten hadden me graag. ‘Je zult er wel komen’, zeiden ze op de laatste schooldag. Ik was geen gehate rebel.

Niet gehaat, wel een rebel. Hoe punk is Dirk?

Denturck: Hangt af van hoe je punk definieert. Ik hou van de nieuwe invulling van punk. Vroeger moest punk per definitie tegen alles zijn: tegen het establishment, tegen de wet, tegen rijke witte mannen. Dat stoorde me. Het is zó makkelijk om tegen alles te zijn. Wat zijn de waarden dan nog? Ik associeer ons eerder met een band als Idles dan met klassieke punk. Idles durft expliciet een positieve band te zijn die pleit voor liefde en tolerantie. Ik vind het heel mooi dat dat punk is in 2020. Daarbij hoort gezegd: punk zijn in Vlaanderen is moeilijk. We worden niet onderdrukt door fascistische regeringen. Maar dat betekent niet dat er niets hoeft te veranderen, en dat willen we aankaarten. Dirk is geen punk, Dirk is verantwoordelijk burgerschap. (lacht) Klinkt heel saai, maar we heten dan ook Dirk.

Cracks in Common Sense

Uit op 20/11 via Mayway.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content