De ‘ziek goede’ nieuwe van Flying Horseman en onze 3 andere albums van de week
Deze week schiet Flying Horseman in de roos met ‘Night Is Long’, maakt Joanna Newsom met Divers haar meest instapklare plaat, noopt Prins Thomas ons voor een aller-, allerlaatste keer tot culinaire metaforen en biedt ‘Many Moons’ van Martin Courtney voor zeker de rest van het jaar de perfecte verstrooiing.
Flying Horseman – Night Is Long (*****)
In de habitat van Flying Horseman rijmt ‘birds and the bees’ heden op ’the blood and the screams’ . Hun metropolitische grootstadsblues kleurt dieprood en inktzwart op de thriller Night Is Long, een schot in de roos.
Pure synergie. Je kent het van als één entiteit bewegende zwermen zwaluwen en scholen vissen. Een door groepsgeest gestuurde choreografie van spontane dynamiek en grillige vormen die je de homo sapiens zelden ziet doen, tenzij er op Noord-Koreaanse wijze in gedrild. Ego is wat ons onderscheidt van spreeuwen en makreel, maar met écht gebundelde krachten geven we die beestjes bij momenten toch mooi het nakijken. Flying Horseman kent veel zulke momenten. ‘Horseman’ , niet ‘ horsemen’. Geen onbelangrijk detail, want de groep waarin Bert Dockx de spreekbuis hanteert, manifesteert zich steeds meer als een zeskoppig organisme met één hartslag en één zenuwstelstel. Hun derde en vorige ei, City Same City (2013), was al een lenige, meesterschap ademende worp die de superlatieven hoog opstapelde. Maar nu lijkt het schepsel pas écht volgroeid, en Flying Horseman heeft bloed geroken.
De lichtvoetige afrofunk waarmee Night Is Long inzet, blijkt meteen een schalksschijnmanoeuvre. ‘Wild colours became black and white/ So long’ , en die tonenwaaier draait niet meer terug. ‘Night time is the right time’ , echoot het naar Ray Charles in Faithfully Yours. De laag bij de grond sluipende bas van Mattias Cré voorspelt echter geen rozengeur, en met de maneschijn is iets niet pluis: ‘Outside there’s the moon, staringstraight at my heart/ I’m left at the table with one bad card.’
De filmfreak in Bert Dockx krijgt vrij spel op Night Is Long, en ook als zanger voelt hij zich in zijn sas. Als u tijdens Spider – voodoo-wave, iemand? – en Brother – gothic afrobluesnoiserock? – aan Roxy Music denkt, komt dat deels door die geslepen Bryan Ferry-vibrato. Maar het Avalon van Dockx is geen magisch eiland van prinsen en playboys. We Are One ligt bezaaid met ‘cracked skulls and violins’ , en tijdens het nijdige, aan het adres van de vrije markt gerichte Money doen de zusjes Loesje en Martha Maieu van Blackie & The Oohoos hun artiestennaam eer aan, door onheilspellend naar de volle maan te huilen. In Chaos zijn ze dan weer twee sexy soul sisters die zich rond een glas korrelige Ry Cooder-blues krullen.
En dan verdwijnt het zeskoppige beest traag, na in het titelnummer nog gauw een zwaluw de nek om te wringen in een door John Carpenter geënsceneerde ochtendmist, begeleid door een soundtrack als van Daniel Lanois. Bloedstollend mooi. Ziek goed. (JB)
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Joanna Newsom – Divers (****)
Advies: wie Joni Mitchell en Kate Bush geen katjes om zonder oordoppen aan te pakken vindt, mijdt tot elke prijs Joanna Newsom. En dan de songteksten. ‘The records they left, were cryptic at best’ , bezingt Newsom een obscure indianenstam in Sapokanikan . Alsof het haar eigen discografie betreft.
Newsoms proza bestaat uit kleurrijke, met metafysica en sciencefiction flirtende parabels, en toch is Divers haar meest instapklare plaat. Prêt-à-entendre van een hoogbegaafde styliste, aangekleed met harp, klavecimbels en vele andere klavieren – de Fender Rhodes bezorgt Goose Eggs zowaar een zwoel seventiessfeertje – en zwierige orkestraties van onder meer Nico Muhly (o.a. Grizzly Bear) en Dave ‘Dirty Projectors’ Longstreth.
Een bescheiden turf waarop virtuositeit en kinderlijke verwondering elkaar niet in de weg lopen. (JB)
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Prins Thomas – Paradise Goulash (****)
Net wanneer we dachten de culinaire metafoor voor eens en altijd vaarwel te zeggen, komt viersterren-dj Prins Thomas met Paradise Goulash aanzetten. Een smaakvolle mixcompilatie in drie gangen. Zucht. Hier gaan we dan.
Op het menu van de Noorse keukenprins staat een voorgerecht, cd 1, bestaande uit partjes kosmische jazz, balearic disco, afrofunk en met Oost-Europese kruiden afgewerkte new wave. De hoofdschotel, cd 2, is een stevige, diep doorbakken melange van house en traag gestoofde techno. Voor het nagerecht, cd 3, baseerde Thomas zich op in analoge soundscapes gekweekte dub en elektronica, minimaal besprenkeld met hallucinogene paddenstoeltjes, het best genuttigd met een geestverruimende digestief.
En dit was echt de aller-, allerlaatste keer. (JB)
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Martin Courtney – Many Moons (***)
Martin Courtney, zanger en voornaamste songleverancier bij het Amerikaanse indiepopgroepje Real Estate, schrijft zijn liedjes op één been, met een vinger in de neus, onderwijl een hersenkwab prikkelend met de vraag welk synoniem voor ‘diaspora’ op drie horizontaal thuishoort. Die zalige, melodieuze weemoed, dat luchtig klaterende gitaarspel: ze maken zich net zo vanzelfsprekend van de man los als het gebladerte in dit jaargetijde van tak en stam.
De herfst lijkt meer dan ooit Courtneys artistieke raison d’être: het gevoel dat er iets verloren gaat, zinkt diep in nostalgische bespiegelingen over het lot van de reizende muzikant slash huisvader.
Alle weerpraatjes zeggen hetzelfde: voor zeker de rest van het jaar biedt Many Moons de perfecte verstrooiing. (KB)
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier